Van Homeros’ ‘Odyssee’ tot een nieuwe kloeke roman van Peter Terrin: 10 beklijvende zomerboeken

Mag het eens wat meer zijn als vakantielectuur? Knack helpt u met 10 boekentips van Nederlandstalige nieuwverschijningen die ook na de vakantiemaanden nog zullen nazinderen.

Classicus Patrick Lateur maakte enkele jaren geleden een bijzonder gesmaakte nieuwe (jambische) vertaling van de ‘Ilias’ van grootmeester Homeros. Lateur zat niet stil de laatste jaren en presenteert in juni reeds zijn vertaling van de ‘Odyssee’ (Athenaeum), het ultieme reis- en thuiskomboek.

Sinds zijn explosieve roman ‘De leraar’ werd het stil rond Bart Koubaa die graag met heel apart experimenteel proza uitpakt en ooit nog de Debuutprijs won met zijn aanstekelijk ‘Vuur’. ‘Een goede vriend’ (Querido) is vintage Koubaa waarin ‘Ali Baba en de veertig rovers’ een cruciale rol spelen in een zomers Portugees appartement aan zee.

Peter Theunynck is vooral bekend als dichter en als biograaf (Karel van de Woestijne) maar gaat nu in zee als romanschrijver. ‘De Slembroucks’ (Wereldbibliotheek), zijn debuutroman, belooft een familieroman te zijn in de traditie van Hugo Claus en Erik Vlaminck.

Elly Kamp schreef met ‘Ferdinand en Johanna’ (Bas Lubberhuizen) een dubbelbiografie over het leven van de Nederlandse schrijver Ferdinand Bordewijk en diens echtgenote-componiste Johanna Roepman. Bordewijk, beroemd om zijn novelle ‘Bint’ en zijn roman ‘Karakter’ – en zijn uitgebeende, no nonsense-stijl – krijgt hier dus het gezelschap van zijn kunstzinnige echtgenote die traditioneel nauwelijks aan bod komt als het over Bordewijk gaat. Of Kamp daarmee de eerste biografie van een Nederlands kunstenaarsechtpaar schreef, zoals de prospectus uitroept, valt nog te bezien, maar origineel is haar benadering alleszins.

Peter Terrin die veel lof oogstte met zijn novelle ‘Monte Carlo’ schreef met ‘Yucca’ (De Bezige Bij) opnieuw een grote roman en met zijn 400 bladzijden wel zijn dikste tot nu toe. ‘Yucca’ zou samen met ‘Het smelt’ van Lize Spit wel eens dé literaire sensatie van 2016 kunnen worden.

Terrin keert namelijk terug naar het hoofdpersonage Victor uit zijn onvolprezen ijselijke vader-zoon roman ‘Blanco’. De lezer wordt opnieuw geconfronteerd met het hoofdpersonage van ‘Blanco’ nadat die er elf jaar gevangenis heeft opzitten wegens de moord op zijn zoon.

Meester-vertaler Paul Claes die het werk van Arthur Rimbaud vertaalde én becommentarieerde in een internationaal opgemerkte monografie over het Franse enfant terrible komt met een roman over de legendarische romance tussen Rimbaud en zijn oudere homoseksuele partner-dichter Paul Verlaine.

Verlaine beschoot de jonge Rimbaud in ons land met een pistool na een zoveelste dronkemansruzie en kwam daarvoor in de gevangenis van Bergen terecht. Benieuwd hoe Claes deze romance en het tijdsbeeld in zijn roman ‘De haas en de regenboog’ (De Bezige Bij) in beeld zal brengen.

De Nederlandse auteur Anton Valens is – zeker bij ons – veel te weinig bekend. Om daar verandering in te brengen brengt zijn uitgeverij Atlas Contact begin juli zijn drie boeken tegen elk 12,50 euro in een midprice editie opnieuw uit. Valens schrijft trefzeker en bijzonder grappig over bejaarden en mensen die het moeilijk hebben in onze samenleving. Geen sociaal miserabilisme maar empathie gekoppeld aan analyse én humor in een loepzuiver, sensueel Nederlands.

Veelschrijver Herman Brusselmans knoopt met ‘De fouten’ weer aan bij de traditie van zijn ludieke biografische en literair-historische mystificatieromans. Deze keer wordt de jonge Vlaame oppergod geconfronteerd met zijn biograaf die een beeld wil schetsen van Brussemans als jongetje en puber maar daarbij danig veel fouten maakt zodat de schrijver zich genoodzaakt voelt om zijn versie van de feiten even op een rijtje te zetten.

Kristien Hemmerechts kwam er onlangs mee naar buiten dat ze werd behandeld voor borstkanker en hield een dagboek bij over haar behandeling. Deze journaalnotities maken deel uit van ‘Er gebeurde dit, er gebeurde dat’ (De Geus), een best of van de kortverhalen van Kristien Hemmerechts over het leven in al zijn facetten: van vreugde en ziekte tot liefde, dood en verlies.

‘De jaren zestig. Een cultuurgeschiedenis’ (Ambo/Anthos) werd hier al gesignaleerd omdat het voor publicatie reeds een Duitse vertaalcontract in de wacht sleepte. Geert Buelens‘ cultuurgeschiednis van de sixties is dan ook niet zomaar het zoveelste relaas van de flower power en Bob Dylan maar ambieert de roerige jaren 60 in globo te beschrijven. In meer dan 800 bladzijden synchroniseert Buelens de westerse jaren 60 van bij ons en in de VS met die in Afrika, Latijns-Amerika en Azië. Een heuse krachttoer dus.