Tijd voor een verbeterde uitgave van Vic de Donders ‘Kom eens op mijn kamer ‘?

Paul Claes’ ‘Glimpen’ van april 2011 waarin hij onder andere zijn honderdste boek ‘C’ persklaar maakt.

1 april: Het dilemma van Calimero. Als hij wil maar niet kan, is hij een reus op lemen voeten. Als hij kan maar niet wil, is hij een dwarsligger. Als hij niet wil en niet kan, is hij een bluffer. Als hij wil en kan maar niets doet, is hij een dood gewicht.

2 april: Alles wat u altijd al wilde weten over intertekstualiteit maar nooit durfde te vragen, vindt u in de geüpdatete versie van ‘Echo’s echo’s’ (Vantilt).

3 april: Gelukkig wordt de echte Ronde van Vlaanderen gereden zonder die irritante klankband van de tv-serie.

4 april: Oplossing van het literaire raadsel van maart 2011: Petrarca, Lord Byron, Bilderdijk en Elisabeth Barrett-Browning hadden met elkaar gemeen dat ze hinkten (behalve in hun versvoeten).

5 april: Zuid en Noord: la gauche caviar et la droite choucroute.

6 april: Wanneer ruilt Jean-Pierre Rondas zijn volksvreemde naam voor Jan Pieter Schild-en-Vriend?

7 april: Dat kolderieke dankwoord van Jan Decleir bij zijn eredoctoraat in Antwerpen is duidelijk uit de barokke pen van Pjeero Roobjee gekropen.

8 april: ‘Double Bill’ (Twee voor de prijs van een) is het nieuwe jazzboek van Marc Van den Hoof, the jazzy jesuit.

9 april: Groot boek, groot kwaad, zei Kallimachos, maar Eco blijft onverstoord dikke pillen schrijven.

10 april: Het Davidsfonds organiseert alweer zomerse zoektochten. De eerste is: Ontdek Reet. (En daarna Kuttekoven, Kontich, Ternaaien, Neerhespen en Rukkelingen-op-de-Joker?)

11 april: Annie M.G. Schmidt zou dit jaar honderd geworden zijn. Ze bleef maar ratelen: ‘Doe nooit wat je moeder zegt’. En nu zit Holland met haar onhandelbare kroost.

12 april: De Franse revolutie is uitgebroken omdat het jaar daarvoor een IJslandse vulkaan was uitgebarsten (zegt BBC3). Dat belooft voor dit jaar.

13 april: Vandaag geen glimp (wegens omstandigheden).

14 april: Peter Adriaenssens vindt het typisch voor pedofielen dat ze hun gedrag vergoelijken. Ik ben geen psychiater, maar volgens mij is dat nu net algemeen menselijk gedrag.

15 april: Een oud gezelschapsspel teruggevonden: raden naar de betekenis van zeldzame woorden in Van Dale. Bijvoorbeeld: slips, gradino, zaluw. Foute oplossingen: schalks, korporaal bij de zoeaven, jonge sla.

16 april: Jeroen Brouwers in De Standaard: ‘Ik heb de neiging om van anderen te eisen dat ze net zoveel weten als ik.’ Hoogmoed komt voor de val (Spreuken 16:18). Jeroen denkt in hetzelfde interview dat God zijn naam bekend maakt in het boek Genesis. Een calvinist moet weten dat zulks in Exodus gebeurt.

17 april: Duizendmaal dank, Canvas, voor de BBC2-documentaire over Caravaggio.

18 april: ‘Rien à déclarer’ van Dany Boon: een aardige speelfilm om voor dolgedraaide nationalisten te draaien.

19 april: Literair raadsel van april: waar heeft Voltaire de gedachte ‘Il faut cultiver notre jardin’ vandaan?

20 april: Kent iemand een alternatief voor het cliché der clichés: ‘dat is koffiedik kijken’?

21 april: Mijn honderdste boek, ‘C’, is ingeleverd. Nu mijn honderdeenste (of honderdeerste of honderdeneenste of honderdeneerste?).

22 april: Goede Vrijdag: tijdens de academische lezing in de Leuvense promotiezaal stijgt een weeë geur van frites uit de naburige straten op.

23 april: Wereldboekendag. Ik rijd naar het Waalse boekendorp Redu en keer zoals verwacht terug met een boek over Rimbaud.

24 april: Canvas vervult mijn Glimpwens van 3 april 2010 met de documentaire ‘The Private Life of an Easter Masterpiece’ over Rogier van der Weyden.

25 april: Net toen het wijkfeestje gezellig dreigde te worden, begon de rockband te spelen.

26 april: Taalman Eugène Berode is heen. Hij stopte zijn rubriek in de Standaard na een geërgerde lezersbrief omdat hij telkens weer de uitdrukking ‘dat scheelt een slok op een borrel’ gebruikte.

27 april: Louis Tobback is al zo lang farao in Leuven dat hij weet dat de archeologen niets gaan vinden in de ondergrond van het Fochplein.

28 april: Museum M (Leuven) had dat kladwerk van Pieter-Jozef Verhaghen beter in de magazijnen laten hangen.

29 april: Christine D’haen, de helft van haar leven gebrouilleerd met Brugge, krijgt postuum een straat in een buitenwijk.

30 april: Tijd voor een verbeterde uitgave van Vic de Donder, ‘Kom eens op mijn kamer ‘(1978)?