Benno Barnard

Tekens en uitroeptekens

Benno Barnard Lees hier de columns van de Nederlandse dichter en essayist Benno Barnard.

Benno Barnard wordt bijna 57 en krijgt post van vrienden.

Maandag Het is november en de nimmer iets nieuws beschijnende zon verwarmt mijn botten. Die botten worden volgende week alweer zevenenvijftig. ‘Lieve jeugd, waarheen ben je gevloden?’ Prompt zit poes Sentiment voor de keukendeur te miauwen.

Dinsdag In de pers lees ik de meningen van westerse zielen die innig tevreden zijn met hun wereldbeeld. Wat een heerlijke geestestoestand moet dat zijn, waarin je opinies als asvlokken omhoog blijven dwarrelen uit het grote strovuur van ’68.

Woensdag Op de radio een leraar Nederlands die een verplichte boekenlijst van naoorlogse romans opsomt. De lijst bevat ook een afwijkende titel: ‘Het gezin van Paemel’ van Cyriel Buysse. ‘Dat is toch wel heel erg oud,’ merkt de verslaggeefster met lichte ontzetting in haar stem op. Heel erg oud is: van 1903. En de Abele Spelen, Hadewych, Multatuli dan? O hemeltergende provincie van varkenshouders en ipodbezitters! Beschaving is een brandkast waarvan de lettercombinatie c-o-n-t-i-n-u-ü-m luidt.

Donderdag Ik beken dat ik een bewonderaar ben van de stilist Koen Meulenaere. In een recent stuk schrijft hij over Dagestan ‘dat het pleistoceen er spoedig zal overgaan in het holoceen’. Op zo’n formulering kauw ik de hele dag, zacht smakkend.

Vrijdag In een naburig dorp is een brasserie geopend in een achttiende-eeuwse boerderij, welker schoonheid verdient dat men haar als ‘hoeve’ aanduidt. De naam van het etablissement luidt Baron’s House. Ik herhaal: Baron’s House. Niet verrijst het oude metselwerk in Engeland, noch kan de eigenaar van de nering adelbrieven voorleggen. Het is een boerenhuis, waarvoor nouveaux riches geparkeerd staan.

Zaterdag Lewis Wolpert, emeritus hoogleraar medische biologie en de grootste levende specialist celbiologie, zegt in een interview: ‘Als kind was ik licht religieus en bad vaak tot God om mijn tennisrackets terug te vinden en dergelijke. Maar dat gebeurde nooit en ik gaf het op. Ik zag er de zin niet meer van in.’ Hoe ontluisterend dat een genie als deze Wolpert – en het is een genie, de engelen fluisteren dagelijks geheimpjes in zijn oor – het fenomeen van de religie afdoet met de theologie van een achtjarige! ‘Als kind was ik licht artistiek en deed vaak mijn best om gedichten te schrijven. Maar ze rijmden nooit en ik gaf het op. Ik zag er de zin niet meer van in.’

Zondag Een van de televisie bekende kok heeft op de Boekenbeurs in Antwerpen zesduizend exemplaren van zijn kookboek verkocht. Ik zei: 6000. Het getal verplettert me, de nullen vermorzelen mijn moreel als de wielen van een vrachtwagen een voetganger. Ziehier de verhouding tussen poëzie en grijze garnalen.

Maandag Een columnist schrijft in het Libanese dagblad Al-Diyar dat de Arabische lente deel uitmaakt van het Joodse wereldcomplot, zoals beschreven in ‘De protocollen van de wijzen van Zion’. Hun aan het zand gebonden natuur dwingt de mohammedanen om iets dergelijks te geloven. Alles is immers de schuld van de Joden, dus ook de invoering van de sharia. Wat zeg ik, de islam is een Joods complot om de islamitische wereld achterlijk te houden!

Dinsdag Mijn vriend Roelf-Jan stuurt me een kaart uit Israël met deze tekst: ‘Eigen verantwoordelijkheid. En de wet gaat boven de koning. Dit is mijn kortste samenvatting van de Joodse cultuur. Onze cultuur is verworden tot een eeuwigdurend kampioenenstrijd wie het meest en langst kan masturberen. Vergeef me mijn grofheid.’

Woensdag Mijn vriend Geert stuurt me een kaart uit Armenië met deze tekst: ‘Armenië. Een land voor jou. Ze hebben hier een kerkje gebouwd voor hun alfabet en een voor vertalingen, dat alles in de vijfde eeuw. Wat de calvinisten in Nederland deden na 1600, deden zij al omstreeks het jaar 450: Bijbel vertalen, iedereen leren lezen en schrijven. Naar dat eerste kerkje pelgrimeren stoeten zesjarigen onder leiding van hun juf, echt waar. De Armeniërs zeiden ons niet alleen dat hun alfabet hun natie gesticht heeft, maar ook dat hun alfabet ervoor gezorgd heeft dat ze niet restloos opgeslorpt zijn door hun buurvolkeren.’

Donderdag De Nederlandse regering wil een Angolese jongen van achttien het land uitzetten. Hij woont sinds zijn kindertijd bij een pleeggezin, dat er niet in slaagde een geboortebewijs uit de draderige bureaucratie van zijn geboorteland los te trekken. Ik vind dat deze Mauro ogenblikkelijk het Nederlanderschap aangeboden moet krijgen, op een zilveren dienblad, door de voltallige,
handenwringende en met as bestrooide volksvertegenwoordiging.

Vrijdag Die geluiden bij de Belgische regeringsvorming… dat zijn maskers die op de grond vallen.

Zaterdag In ‘De ongelovige Thomas heeft een punt’ van Johan Braeckman en Maarten Boudry – een voortreffelijk compendium over pseudowetenschap – wordt de term ‘v.o.t.’ gebruikt: ‘voor onze tijdrekening’. Wat een eigenaardig bijgeloof is het positivisme toch! Alsof met ‘v.o.t.’ soms iets anders dan ‘voor Christus’ wordt bedoeld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content