Teju Cole schrijft collectief Twitterverhaal

© Profielfoto Twitter

De Nigeriaans-Amerikaanse auteur retweette vorige week een aantal van zijn volgers en componeerde zo een interessant narratief Twitterexperiment. Twitter kan literair relevant zijn.

‘Hafiz’ – een titel die het verhaal veeleer toevallig kreeg, toen een van Coles volgers de naam in een tweet binnensmokkelde – bevat dezelfde bevreemdende grootstedelijke sfeer en thematiek van ‘Open stad’, de succesvolle debuutroman die Cole internationaal op de literaire kaart zette.

Het verhaal bestaat uit 34 tweets en begint met de eerste tweet midden in een zin, bij een metrohalte waar iemand op de stoep zit. Hij lijkt onwel te zijn. Vier omstanders trekken zich het lot van de man aan, bellen na wat getwijfel de hulpdiensten, weten verder niet goed wat te doen. En dan, wanneer een ambulance aankomt en de ambulanciers het van de omstanders overnemen, eindigt het verhaal even plots als het begonnen was. De stad noch Twitter hielden een seconde op met bruisen.

Te vluchtig medium?

Nieuw zijn de narratieve experimenten op Twitter niet. Een van de meest opgemerkte narratieve bijdragen tot het medium kwam van Jennifer Egan, die in juni 2012 voor The New Yorker ‘Black Box’ schreef. Ook in haar Pulitzerwinnende roman ‘Bezoek van de knokploeg’ speelde ze al met digitale media, maar dan nagebootst op papier. Voor Black Box ging ze evenmin helemaal digitaal: ‘Black Box’ schreef ze in een notitieboekje, waarin ze, om met de beperking van 140 tekens rekening te kunnen houden tekstvakjes aanbracht. Het verhaal ging ook niet via haar eigen Twitteraccount (@Egangoonsquad verstuurde sinds augustus 2010 acht tweets), maar via deze van The New Yorker (en werd nadien in het magazine gepubliceerd). Het medium helemaal toegewijd kunnen we Egan dus moeilijk noemen.

Ook Cole is muisstil tussen artistieke of geëngageerde Twittervlagen door. Het is dus de vraag of romanciers als Cole en Egan hun ei blijvend kwijt kunnen op deze microblogsite en of hun experimenten zullen blijven plakken zoals hun romans dat deden. Twitter is immers een vluchtig medium, waar een tweet in een paar seconden verdampt is.

Vissen in het Twitterwater

Anders dan verhalen, die op de echte microfictie na doorgaans wat ademruimte kunnen gebruiken, voelen korte, klassieke literaire genres als epigrammen en aforismen zich op Twitter als vissen in het water. @torfsrik vist er zo goed als elke dag eentje op, en als je met deze gewezen professor kerkelijk recht geen genoegen neemt, dan is er altijd nog God, wiens boodschap niet langer uitsluitend in de Bijbel te lezen valt of te vernemen uit de mond van het uitstervend ras der priesters, maar nu ook @TheTweetOfGod.

Had Oscar Wilde vandaag geleefd, hij zou geen dandy meer zijn maar een hipster en zou met zijn iPhone zonder twijfel epigrammen getwitterd hebben dat het een lieve lust is. Citaten van Wilde zijn op Twitter trouwens prominent aanwezig. Wie er naar Oscar Wilde zoekt vindt hem niet alleen als @oscarwilde, maar vindt nog vijf andere Wilde-adepten die met de regelmaat van de klok zijn verzameld werk de virtuele wereld insturen.

Geschiedenis in real time

Die virtuele wereld blijkt trouwens uiterst geschikt om naast het verspreiden van het nieuws heet van de naald ook de geschiedenis terug tot leven te brengen. De Amerikaanse nieuwszender CBS toonde eind 2013 een mooi staaltje narratieve geschiedschrijving door op de dag van de moord op John F. Kennedy de oorspronkelijke nieuwsberichten te tweeten precies op het tijdstip dat ze vijftig jaar eerder via radio en tv werden uitgezonden. De geschiedenis in real time, als het ware.

Jonathan Franzen doet Twitter in zijn jongste essay ‘Het Krausproject’ af als een plek waar kwetteraars en opscheppers regeren. Hij heeft, zelfs als hij misschien een klein beetje gelijk heeft, toch ongelijk. Hoezo, op Twitter valt geen inhoud te rapen?

‘Hafiz’ vind je bij @tejucole terug of op de blog van The New York Times.

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content