Redactie Knack

Sybren Polet en de wisselende mens

Sybren Polet blijft een van de allerbeste naoorlogse auteurs, veel belangrijker dan de verafgode… Nee, laat maar, aldus Joris Note.

Vanaf eind jaren ’70 werd, door toedoen van spraak- en lawaaimakers als de charlatan Komrij, zowat elke vorm van vernieuwend proza in ons taalgebied als onleesbaar en bespottelijk bestempeld. Het voornaamste slachtoffer van die hetze was Sybren Polet (1924), die voordien veel lof en begrip ontvangen had van serieuze critici als Paul de Wispelaere. In de jaren ’90 nam de tolerantie weer wat toe, en Polets nieuwe werk werd vrij gunstig onthaald, maar in de nu fataal vercommercialiseerde boekenwereld kon hij niet meer echt op het voorplan komen (al kreeg hij wel de Constantijn Huygensprijs). Jammer, want hij blijft een van de allerbeste naoorlogse auteurs, veel belangrijker dan de verafgode… Nee, laat maar.

Identiteit
Omdat ik mijn eigen algemene beweringen wantrouw, haalde ik ‘De sirkelbewoners’ van de zolder – een tot losbladigheid vervallen exemplaar van de 2de druk (1975). De roman zelf blijkt nog lang geen ruïne: toegankelijk, boeiend, precies, geestig, en na veertig jaar nog steeds relevant. Het gaat ergens over!

Bijna alle prozaboeken van Polet draaien rond het kameleontische personage Lokien, en combineren op een verbazend geloofwaardige manier realisme en fantastiek. Bij het begin van ‘De sirkelbewoners’ is Lokien een pr-man van de stad Amsterdam die plots van identiteit verandert: hij heeft een nieuw gezin en een nieuw beroep, is politiek actief in een partij en een radicale actiegroep. Die actiegroep gaat zowaar over tot terreur: bomaanslag, watervergiftiging, en ontvoering van de reactionaire politicus Van Blomdaele; deze laatste wordt vervolgens onderworpen aan een geraffineerde heropvoeding. Naast Lokien en Van Blomdaele is er nog een hoofdfiguur, de ongeciviliseerde krotbewoner Kilo (bijna een anagram van Lokien), die als een volwassen boreling de wereld en de taal verkent.

De politicus en de primitief komen beiden in contact met Lokien, en er zijn tekenen dat ze door hem verzonnen zijn en ‘gestuurd’ worden, of dat ze z’n alter ego’s zijn. Ook de terreuraanslagen lijken bedenksels van Lokien. Maar wie heeft hém dan bedacht? Opmerkenswaard is dit: hij herinnert zich een oorlogsverleden (tewerkstelling, onderduik…) dat sterk lijkt op de oorlogservaringen van de schrijver; dat valt na te gaan op de interessante website van Polet.

Twee opmerkingen nog over die personages. Alledrie moeten ze zich staande houden in een nieuw milieu en een nieuw zelf; je kunt ze beschouwen als enigszins ironische maar niet belachelijke variaties op het thema van de nieuwe mens, het andere leven – een thema dat een groot deel van de 20ste eeuw beheerst heeft, niet in de laatste plaats de jaren ’60.

Tegelijk zitten die figuren op diverse manieren opgesloten in een beperkte ruimte of omgeving – en in de samenleving, een ‘maatschappijvormige gevangenis’. Ze lijden daar niet per se onder, ze ervaren hun gevang ook als comfortabel. Maar aan het eind van ’t verhaal, waar ze alledrie zogoed als samenvallen, barst een krachtige bevrijding uit, ze nemen hun lot in eigen handen. Het lezen van ‘De sirkelbewoners’ stemt me soms onbehaaglijk, maar van die slotbladzijden word ik vrolijk.

Verademing
Wat valt me het meest op in deze ‘oude’ roman? Er is de bijzondere techniek: de compositie, verschillende perspectieven en tekstsoorten, collage-elementen. Heel goed gedaan, maar geen hoofdzaak. Belangrijker is de maatschappelijke gerichtheid. Het boek was destijds al vrij uitzonderlijk doordat het (zonder onnozele anekdotiek of dorre abstractie) inspeelde op het politieke klimaat en de politieke problematiek van de late jaren ’60; het gaat over méér dan individuen met hun lief en leed, en het gaat over méér dan ‘de’ mens.

En daarbovenop nog iets wezenlijks – negatief uitgedrukt: Polet verwerkt en bewerkt zijn stof op een niet-moraliserende wijze. Verademing! Er is hier onder meer sprake van bezit, macht, brutale seks en terreur, soms via karikaturen, maar daar wordt geen flauwe saus van humanitaire afkeuring over gegoten, er wordt niet over het Kwaad gezeverd. Is de schrijver dan misschien een voorstander van allerlei boze praktijken? Ach nee, maar de echte werkelijkheid is nu eenmaal niet in moralistische termen te vatten. Vandaag denken velen daar anders over.

Wel, is ‘De sirkelbewoners’ dan niet verouderd, al heet het nu ‘De cirkelbewoners’? Van geen kanten, en dan zwijg ik nog over sommige uiterst actueel aandoende details. Het is een boek over en uit een andere tijd, zeker, maar een tijd die in intellectueel en creatief opzicht oneindig veel steviger was dan die van onze hedendaagse aangenaamheid en tranerigheid. De roman laat met speelse middelen iets zien van waar het om ging in de emancipatietendensen van destijds, hij laat iets zien dat we verloren hebben. We hebben het nodig, laten we het terugzoeken.

Joris Note

Sybren Polet, ‘De sirkelbewoners’, De Bezige Bij, Amsterdam, 1970; 3de herz. druk: ‘De cirkelbewoners’, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2006, ISBN 90-284-2176-9.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content