Benno Barnard

Stront en souperen

Benno Barnard Lees hier de columns van de Nederlandse dichter en essayist Benno Barnard.

De week van Benno Barnard: geen dag zonder prikkelende gedachten aan vriend (prins Charles!) en vijand (Sven ‘Pen’ Peeters).

Maandag Dit lees ik over de manifestatie ‘Niet in onze naam’ in de KVS: ‘Met voorbeelden uit het discours van N-VA’ers Jan Peumans, Geert Bourgeois en Bart De Wever illustreren de initiatiefnemers hoe nationalisten alles herleiden of afmeten aan één aspect: de taal.’ Wat een eigenaardige bewering! Was het maar waar, zou ik zo zeggen. De meest nationalistische beweging in Nederland heet Dutch Defence League. De taal, de apologie van mijn taal, de verdediging van mijn taal, die zich niet bepaald in een comfortabele positie bevindt, is nu juist het enige wat ik met de nationalisten deel. Hun schans is de mijne, ik zwaai met dezelfde kling – tot het moment aanbreekt waarop ze beginnen te klagen over de onverenigbaarheid van hun volksaard met de Waalse.

Dinsdag Mijn sympathie voor de Windsors, vooral Charles dan, vloeit mede voort uit de sympathie van Kristien Hemmerechts voor Diana. Mijn wereldbeeld is van een solide eenvoud: ik ben tegen alles waar Kristien Hemmerechts voor is.

Woensdag Wat zei ik in mijn blog ‘Vijandbeelden’ ook alweer over Sven Peeters, die mij in de schoot van de PEN belastert in plaats van verdedigt? Het kan het me niet schelen dat wij van mening verschillen over de islam – maar hij is te labbekakkerig om dat in het openbaar te doen. Liever laat hij een vriendin scheldcommentaren onder mijn kritiek op hem schrijven. Liever manipuleert, konkelt, kuipt en belazert hij dan voor een volle tribune te polemiseren. Peeters is geen vent. Ja, ik, dienaar van de vorm, hecht erg aan het ventschap, in de traditie van Du Perron en Ter Braak! Het waren de venten die hun pen trokken tegen het fascisme. Gewoonlijk gaat de zon over mijn toorn niet onder, maar nu nog, na al die maanden, ontsteek ik in een vlammende koleire als de naam van deze Peeters valt. Dat zijn al gauw driehonderd zonsondergangen, die ik door een lafaard heb laten ontsieren.

Donderdag In 2003 publiceerde de uiterst linkse Deense schrijver Lars Hedegaard samen met twee anderen ‘In het Huis van de Oorlog: hoe de islam het Westen kolonialiseert’. In 2004 richtte hij de ‘Maatschappij voor persvrijheid’ op, als tegenpool van de Deense PEN, in zijn ogen de waakhond van de politieke correctheid. De ‘Trykkefrihedsselskabet’ heeft intussen meer dan duizend leden, de Deense PEN driehonderd.

Vrijdag Iemand nodigde me uit voor een lezing van een zekere Vera Vanderelst, een mij onbekende filosofe. Titel: ‘Goddeloos spelen en leren – over het belang van opvoeden zonder godsbeeld’. Onmiddellijk openbaarde zich een tegenlezing aan mij. Ik voelde een diepe theoretische liefde voor God opwellen. Arme God, arm verpest semantisch erfstuk! Ik schreef de organisator dat ik mijn kinderen met een godsbeeld opvoedde, meer bepaald een christelijk. Het christendom, voegde ik eraan toe, is namelijk geen stelsel van cognitieve waarheden, maar een narratieve en rituele traditie, die sterft als we haar niet doorgeven. En anders dan mijn tijdgenoten menen, zou dat sterven een tragedie zijn, omdat we dan nog weerlozer tegenover de toekomst komen te staan dan nu al het geval is. Ach, wat was ik op dreef! Ook verzocht ik de organisator om Vera de wijsgeer van mijn wreedaardige kindermishandeling op de hoogte te stellen.

Zaterdag Vanzelfsprekend ben ik ook een vriend van de apostaten-verbrijzelaars. Weg met de godsdienst! Spinoza en Uriel da Costa, een buurtgenoot en geestverwant van de brillenslijper, werden met fysiek geweld bedreigd vanuit de Joodse gemeente. De overgrootvader van een Joodse vriend – sigarenmaker van beroep – die bijna tweeëneenhalve eeuw later tot het protestantisme overging, kreeg van de Joodse gemeente dan weer een sigarenmakersbedrijfje aangeboden als hij op zijn schreden terug wilde keren, wat hij niet deed.

Zondag (na een bezoek aan Holy Trinity in Brussel) Van een christelijke of Joodse opvoeding kan veel ellende komen. Maar het is niet omdat er stront uit je gat komt, dat ik tegen souperen gekant ben.

Maandag Mijn dode vader is bekroond met een belangrijke oeuvreprijs. Alsof je een spook een warme jas aanbiedt.

Dinsdag Een vriend vertelde me dat hij als zestienjarige zelfmoordgedachten kreeg toen hij ‘De demonen’ van Dostojewski las. Een van de personages in dat boek verdedigt een vorm van manicheïsme, het absolute Kwaad tegenover het absolute Goed; in zijn opvatting is de wereld geschapen door Satan, die wij alleen maar kunnen vernietigen door onszelf te vernietigen. Ik antwoordde ongeveer dit: het bestaan en de moraal worden onleefbaar zonder dat we soms in zwart en wit denken, de goeie en de slechte, van Mozes versus farao tot Harry Potter versus Voldemort. Het is een noodzakelijke narratieve constructie, of je eindigt in het verschrikkelijke tegendeel van het manicheïsme: het labyrint der eeuwige nuances, dat spoedig alle kracht uit je zuigt. (De modernist in mij huivert dat ik deze gedachte toelaat.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content