Frank Hellemans

Schrijven de Vlamingen beter?

De Vlaamse literaire lente blijft duren: na Bernard Dewulf en Dimitri Verhulst is het nu meesterstilist Yves Petry die met de 50.000 euro van de Libris naar huis fietst. Wat is hier aan de hand?

Hij had het allicht zelf niet meer verwacht na de Vlaamse prijzengolf van de twee commercieel zwaarste prijzen in 2010 en 2009. Niet alleen de Libris-, maar ook de AKO-prijs was immers de laatste twee jaar telkens weggelegd voor een Vlaamse auteur. Vorig jaar was David Van Reybrouck de AKO-gelukkige en het jaar daarvoor Erwin Mortier. ‘Zijn die Belgen misschien beter?’, zoals Arjen Fortuin zich in NRC Handelsblad in januari 2006 liet ontvallen waarop Marja Pruis in De Groene Amsterdammer vorig jaar riposteerde dat het nu wel genoeg was met die Vlaamse invasie: ‘Al die Vlamingen op de shortlist, ze deden pijn aan mijn ogen.’

Petry (°1967) was al langer dan vandaag een geheimtip in het wereldje. Vanaf zijn debuut ‘Het jaar van de man’ (1999) was het duidelijk dat hier een bijzondere stilist aan het woord was. Het kwam er voor Petry vooral op aan om zich te ontdoen van al te veel stijlbloempjes of zelfrelativerende ironie. In zijn nieuwste en vijfde roman ‘De maagd Marino’ is de balans tussen vorm en inhoud quasi-perfect in evenwicht en zo dacht ook de jury erover die hem terecht roemde voor zijn ‘schitterende stijl en prachtige beelden’.

Niemand minder dan Jeroen Brouwers loofde in het eerste nummer van Knack Wereldtijdschrift onlangs nog de ‘briljante stijl’ van Petry in deze roman en Tom Van Imschoot dacht er in Knack net zo over: ‘ Stijl is geen ornament, maar een manier van denken voor Petry: uitdagend intelligent maar ook poëtisch, onverwachts humoristisch zelfs. ‘De maagd Marino’ is een bloedmooi boek.’

Ondertussen is de Vlaamse generatie van de Dertigers of de Millennium-generatie, zoals die in Knack Boek 05 zes jaar geleden met zijn veertien (14!) boegbeelden werd voorgesteld, definitief geconsacreerd. Niet alleen Petry en de andere hierboven vermelde prijswinnaars maar ook Peter Terrin, Bart Koubaa, Annelies Verbeke, Stefan Brijs, Jan Vanloy, Tom Naegels en Margot Vanderstraeten schrijven een stilistisch uitgekiend, neomodernistich proza dat bij alle verbale souplesse ook aandacht heeft voor het verhaal en de inhoud. Wat kan een lezer zich meer wensen?

Het klopt dus wat Fortuin toen beweerde: ‘De breedte van deze Vlaamse generatie is indrukwekkend.’ Ondertussen moeten de noorderburen niet klagen want het ziet er naar uit dat er zich op kousenvoeten ook bij hen een nieuwe generatie spraakmakende auteurs heeft aangemeld die binnenkort het prijzencircus zal domineren, nu de Vlaamse Millennium-generatie de Zilveren Vloot heeft gekaapt. Peter Buwalda (‘Bonita Avenue’), Joost de Vries (‘Clausewitz’) , Gerbrand Bakker (‘De omweg’), A.H.J.Dautzenberg (‘Samaritaan’) en Miquel Bulnes (‘Het bloed in onze aderen’), om er maar enkelen te noemen, hebben immers minstens evenveel in hun mars als ‘die Belgen’.

Frank Hellemans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content