Rudy Kousbroek geëerd met speciale subsidieregeling

De instelling van een lezing. Themanummers van De Gids en De Groene Amsterdammer. En een speciale subsidieregeling. Een jaar na zijn dood is Rudy Kousbroek niet vergeten.

Op 4 april is het precies een jaar geleden dat Rudy Kousbroek na een lang ziekbed overleed. Bij zijn begrafenis zei zijn voormalig uitgever Maarten Asscher dat er geen betere manier was om zijn overlijden te herdenken dan met een groot symposium over het genre waarvan hij de keizer was: het essay. En dan niet in een donker achterafzaaltje, maar op een grote, prestigieuze locatie. Het Paleis op de Dam bijvoorbeeld, waar koningin Beatrix banketten aanricht voor buitenlandse staatshoofden.

Dat symposium komt er niet. Maar het zou Kousbroeks ijdelheid strelen als hij te weten kon komen wat zijn bewonderaars wél voor hem hebben georganiseerd.

Vrijdag 1 april houdt K. Schippers de eerste Kousbroek Lezing. Getiteld: ‘Op het Rudy Kousbroekplein’. Die avond presenteert literair tijdschrift De Gids een themanummer over het essay en de auteur. Zijn laatste uitgever Tilly Hermans vertelt daarin hoe moeizaam Kousbroek zijn stukken voor de krant bundelde. Deze week geven medewerkers van weekblad De Groene Amsterdammer al hun visie op een aantal van Kousbroeks stokpaardjes. Zo schreef Christiaan Weijts een stuk over pornografie.

Als klap op de vuurpijl lanceert het Nederlands Letterenfonds een nieuwe subsidieregeling voor het essay. Het is een opdrachtregeling: vier keer per jaar stelt het fonds een essayist in de gelegenheid voor een stuk dat onder de naam ‘Kousbroek Essay’ wordt gepubliceerd in een krant of tijdschrift. De lezing van K. Schippers is het eerste essay dat onder de regeling valt. De complete tekst verschijnt in De Gids, een ingekorte versie in NRC Handelsblad.

Al die initiatieven – is dat een teken van het belang en de betekenis van Rudy Kousbroek voor de Nederlandse Letteren? Zonder meer, vindt Tilly Hermans van uitgeverij Augustus. ‘Hij was een veelzijdig, origineel essayist die liet zien hoeveel mogelijkheden het genre biedt. Rudy Kousbroek kan daarom zeer inspirerend zijn voor schrijvers van nu. We hebben niet zo’n grote traditie om overleden schrijvers als levend voorbeeld te houden. Met al deze initiatieven doen we toch een poging.’

Volstrekt vanzelfsprekend vindt ook redactiesecretaris Esther Wils van De Gids het om een themanummer aan Kousbroek te wijden. ‘Toen het idee opkwam, zat de redactie direct overeind,’ zegt Wils. ‘Iedereen is opgegroeid met Kousbroek en door hem gevormd. Een van de redacteuren zei dat Kousbroek hem had leren denken. Hij deed het voor, je zag in zijn stukken het denken aan het werk. Kousbroek was een ongelooflijk autonome geest die zijn eiland had in de krant om zijn eigen belangstelling te kunnen vormen.’

Ook door het publiek lijkt Kousbroek niet vergeten. ‘Het meisjeseiland’, de zeshonderd pagina’s dikke bundeling uit zijn rijke oeuvre, is volgens Hermans vorige maand verschenen in een oplage van ruim 4.000 exemplaren – de paperback en gebonden uitgave bij elkaar opgeteld. Dat doet de uitgeverij alleen omdat de boekhandel voldoende exemplaren van tevoren heeft ingekocht.

Maarten Dessing

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content