Roald Dahl wordt geëerd op postzegels

Vanaf vandaag kunnen Britten hun brieven frankeren met personages uit de verhalen van Roald Dahl, getekend door illustrator Quentin Blake.

Volgens het Britse postbedrijf Royal Mail zijn de postzegels ‘gloriumptiously collectable’. Hebbedingen, dus. De in 1990 overleden Dahl zou bijzonder opgetogen geweest zijn met deze eer. “Mijn vader schreef duizenden brieven tijdens zijn leven en durfde niet te dromen dat zijn personages ooit postzegels zouden sieren”, vertelde Dahls dochter Ophelia aan The Guardian. Bij deze.

Op de postzegels staan prenten van Blake uit ‘Sjakie en de Chocoladefabriek’, ‘De reuzenperzik’, ‘De fantastische meneer Vos’, ‘De griezels’, ‘Matilda’ en ‘De heksen’. Van ‘De GVR’ is er een aparte reeks met naast de postzegels ook citaten uit het verhaal. ‘De GVR’ wordt in 2012 30 jaar en dat mocht van Royal Mail extra in de verf worden gezet.

Ondanks het feit dat Dahl al meer dan twintig jaar dood is en dat de meeste van zijn verhalen hun zilveren jubileum al gevierd hebben, worden ze nog steeds gelezen door nieuwe generaties lezers. Een verfilming in 2005 door Tim Burton van ‘Charlie and The Chocolate Factory’ en de animatiefilm ‘Fantastic Mr. Fox’ van Wes Anderson uit 2009 droegen zeker een steentje bij tot het levendig houden van het werk van Roald Dahl.

Ook de erven Dahl doen natuurlijk hun duit in het zakje. Onder de vlag van het bedrijf Roald Dahl Nominee Limited exploiteren ze het oeuvre van de meesterverteller en een uitgebreide, actuele en geanimeerde website annex webshop. Ter gelegenheid van de 50ste verjaardag in 2011 van ‘De reuzenperzik’ creëerde het bedrijf ook de interactieve site www.followthatpeach.com. Bijzonder enthousiasmerend en geheel op maat van de nieuwe, jonge fans.

Bovenal zijn de tijdloosheid en de beeldende kracht van de verhalen van Dahl een verklaring voor het aanhoudend succes. Voorbeelden legio: de reuzenperzik die wordt aangevallen door haaien en de daaropvolgende ontsnappingspoging door met een lasso een zwerm meeuwen voor de perzik te spannen, het eetbare landschap in de chocoladefabriek van Willy Wonka, de wat stroeve boekentaal van de GVR die hij geleerd heeft door ‘Nicholas Nickleby’ van Charles Dickens honderden keren te lezen. Noem maar op.

Roald Dahl was bij leven al een populaire en bestsellende auteur, en hij staat naast zijn kinder- en jeugdboeken vooral bekend om zijn verraderlijk banale kortverhalen. Dahl en zijn erfgenamen hebben er wel mee gevaren. Een prijzenbeest was Dahl bij leven echter niet. Te populair? Te weinig literair? Geen Nobelprijs voor Roald Dahl, dus.

Dat lot deelde hij met die andere fantasierijke meesterverteller, J.R.R. Tolkien. Ook hij greep naast een Nobelprijs. Sinds vorige week weten we ook waarom. In 1961 kwam hij even in aanmerking voor de meest prestigieuze en lucratieve literaire prijs ter wereld, dankzij een nominatie door zijn goede vriend en collega fantasyschrijver C.S. Lewis. Maar dat was buiten jurylid Anders Österling gerekend, die in het vorige week vrijgegeven juryverslag liet optekenen dat het werk van Tolkien “op geen enkele manier aan de kwaliteitseisen van goede vertelkunst tegemoet komt.”

Wat de literaire kwaliteiten van het werk van Roald Dahl en J.R.R. Tolkien ook mogen zijn, zeker is dat slechts weinig auteurs zo’n grote, gevarieerde groep lezers naast elkaar op de canapé aan het lezen weten te brengen.

Jeroen Bert


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content