Remarques ‘All Quiet on the Western Front’ leidde tot oorlog in de bioscoop

De film, gebaseerd op het boek van Erich Maria Remarque, werd 80 jaar geleden meteen door de nazi’s aangevallen.

‘De mensen rukten elkaar de bioscooptickets uit de handen,’ zo beschreef Hanns Brodnitz op donderdag 4 december 1930 de geestdriftige sfeer op de première van ‘All Quiet on the Western Front’ in de Mozartzaal op de Nollendorfplatz in Berlijn. Brodnitz was de directeur van de bioscoop. Hij was tevreden met de succesvolle voorstelling van de Amerikaanse anti-oorlogsfilm naar de roman ‘Im Westen nichts Neues’, de Duitse bestseller van Erich Maria Remarque. Het publiek had geapplaudisseerd tijdens de dialogen die de oorlog op de korrel namen. Toen de mensen de zaal verlieten, waren ze stil en diep onder de indruk, aldus de ‘Vossische Zeitung’, de krant waarin Remarques boek vanaf november 1928 in afleveringen als voorpublicatie was verschenen.

‘All Quiet on the Western Front’ heette de productie van de Amerikaanse regisseur Lewis Milestone, wiens film meteen met twee Oscars (beste film en beste regie) werd bekroond. Net als de roman vertelt de film het relaas van de Grote Oorlog, zijn wreedheden en ontberingen aan het front, vanuit het perspectief van een jonge Duitse soldaat. Ook Remarques roman was meteen een overdonderend succes geweest. Nog voor de release van de film werd het boek alleen al in 1929 in 26 talen vertaald. In Duitsland zelf ging de roman in zestien maanden tijd meer dan een miljoen keer over de toonbank. In Nederland verscheen hij onder de titel ‘Van het westelijk front geen nieuws’.

De nazi’s waren toen nog niet aan de macht in Duitsland, maar een zekere Joseph Goebbels noteerde toen in zijn dagboek: ‘Een gemeen, subversief boek.’ Daarmee was de toon gezet. Remarque zou een zondebok van extreem rechts worden.

Een dag na de première van ‘All Quiet on the Western Front’ zaten de nazi’s op 5 december 1930 zelf in de Mozartzaal. Tijdens de voorstelling van 19 uur begonnen ze te brullen. Directeur Brodnitz draaide het geluid hoger, maar dat hielp niets. De nazi’s gooiden met stinkbommen en ze lieten uit meegebrachte kartonnen dozen honderden witte muizen ontsnappen. De politie stond machteloos, zeker toen een vijftigtal aanwezigen bewezen dat ze NSDAP-volksvertegenwoordiger en daardoor onschendbaar waren. Sedert de verkiezingen van 1930 was de nationaal-socialistische partij de op een na sterkste partij in de Reichstag. Er werd gevochten voor de bioscoop op de Nollendorfplatz. Ook de volgende dagen keerde de rust niet meer terug.

Maar de dappere Hanns Brodnitz hield voet bij stuk en nam de film niet van het programma, ook niet nadat de nazi’s met een aanslag op de bioscoop hadden gedreigd. De steun uit de rangen van de democratische partijen was echter onvoldoende. Een nieuwe keuring van de bevoegde commissie zwichtte voor de dreigementen van de NSDAP, want ‘All Quiet on the Western Front’ werd nu als ‘film van de Duitse nederlaag’ en als een ‘bedreiging van het Duitse prestige’ verboden. Later kwam de film in een ingekorte versie weer in het filmcircuit en nog later was hij weer compleet te zien, althans tot begin 1933, toen Hitler tot kanselier werd benoemd.

Bioscoopdirecteur Hanns Brodnitz, een Jood, dook toen onder. Hij werd in 1943 gevat en een jaar later in Auschwitz vergast. Tijdens de beruchte boekverbrandingen van 1933 belandde de antioorlogsroman van Remarque vanzelfsprekend op de brandstapel van de nazi’s.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content