Peter Venmans: ‘Verbeter jezelf, begin bij de wereld’

Herman Jacobs
Herman Jacobs Medewerker Knack

Het zijn wellicht reactionaire, en in ieder geval sentimentele, zelfs narcistische tijden. In zijn nieuwe boek, Amor mundi, probeert filosoof Peter Venmans in tien essays (over onder meer Godsliefde, liberalisme en neoliberalisme, verontwaardiging, volmaaktheid en verantwoordelijkheid) een uitweg uit die impasse van het moderne ik te vinden – en daarbij is een wereld te winnen.

Peter Venmans: 'Verbeter jezelf, begin bij de wereld'

Wat is belangrijker: de wereld doorgronden – of haar veranderen? De filosofische evenwichtskunstenaar Peter Venmans (°1963) ziet het probleem niet zo: het een leidt tot het ander, en het ander kan niet zonder het een. Filosofie is voor hem weliswaar in eerste instantie bezig zijn met concepten, woorden, en die analyseren, kijken wat ze betekenen. ‘Dat is een zuiver intellectuele interesse, die ik zelfs heb voor concepten die verder misschien niet zo erg veel ter zake doen.’ Máár: ‘Maar ik geloof dat het dat in dit geval wél doet.’

Jazeker: in Amor mundi richt Venmans zijn aandacht meteen maar op de hele wereld, en onze betrokkenheid daarbij. ‘Er is namelijk iets heel geks met die ‘liefde voor de wereld’: het concept komt in de filosofische traditie nauwelijks voor, en voor zover wél, dan nagenoeg uitsluitend in verband met Hannah Arendt, omdat zij die term in 1955 gebruikt heeft in een brief aan haar oude leermeester en vriend, de Duitse filosoof Karl Jaspers. Ik hou me al langer met Arendt bezig (van Venmans verschenen eerder De ontdekking van de wereld. Over Hannah Arendt (2005), hj), maar zij heeft daar verder eigenlijk nauwelijks iets mee gedaan, al was ze dat op zeker ogenblik dus wel van plan. Dat vond ik wel interessant: hoe komt het dat we dat concept van betrokkenheid bij de wereld best wel belangrijk vinden, maar het tegelijk filosofisch nauwelijks ooit uitgewerkt hebben?’

‘En zodra je daar dan eenmaal mee bezig bent, merk je dat dat allerlei verbindingen met de actualiteit heeft. En dan hoeven er bijvoorbeeld in Brussel maar een paar bommen te ontploffen, of je denkt: dat zal wel een gebrek aan amor mundi zijn.’

Hoezo eigenlijk? Die aanslagplegers zijn juist heel erg met de wereld bezig, zou je zeggen.

Peter Venmans: ‘Ik interpreteer de aanslagen als totale ontkenning van de amor mundi. De motivering van die terroristen is in mijn ogen niet liefde, maar juist haat voor de wereld – in de betekenis die Arendt aan ‘wereld’ geeft: dat is grosso modo de liberale burgerlijke samenleving, gebaseerd op diversiteit, tolerantie, samenwerken, dat soort dingen. Het islamfundamentalisme kun je toch heel makkelijk omschrijven als een contemptus mundi, verachting van de wereld. Het ligt nogal voor de hand om ‘Brussel’ te zien als de totale ontkenning van wereldsheid zoals wij die opvatten, op een diabolische manier, die wij vanuit onze liberale waarden nauwelijks kunnen begrijpen.’

‘En er is de reflex om daar dan oproepen tot liefde tegenover te zetten, en dat heb je in de eerste dagen daarna dan ook zien gebeuren, op de sociale media en in opiniestukken in de pers. Dat past overigens in de moderne romantische opvatting van liefde als, uiteindelijk, bron van persoonlijk geluk. Het zijn eigenlijk oproepen tot een geluksgevoel, iets wat in onze samenleving naar mijn idee trouwens nogal ernstig overschat wordt, veel meer dan tot amor mundi zoals Arendt die opvatte. Je zou kunnen stellen dat die oproepen getuigen van een wezenlijk gebrek aan politiek besef, terwijl Arendt er juist bij uitstek iets politieks mee bedoelde.’

‘Nu verschil ik wel een beetje van inzicht met Arendt. Ik zou amor mundi niet zuiver politiek willen definiëren. Bij Arendt heeft het begrip louter te maken met politiek engagement, ik zou het wat liberaler willen zien, het uitbreiden tot vormen van engagement als vrijwilligerswerk, de activiteiten van ngo’s – en trouwens tot werken als zodanig. Dat we elke ochtend opstaan, dat doen we niet om gelukkig te worden, maar om ons met de wereld bezig te gaan houden – en via die omweg hopen we natuurlijk wel tot enig geluk te komen, maar als we werken zijn we niet in de eerste plaats met onszelf bezig, maar met materie, of techniek, of met andere mensen. Voor mij is dat dus een vorm van amor mundi.

Verbeter de wereld, begin met je werk?

Als iedereen nu om te beginnen al eens liefde voor zijn of haar vak aan de dag kon leggen, dan was de wereld daarom nog niet gered, maar het zou toch al een begin zijn.

Peter Venmans

Peter Venmans: ‘Nu ja, het zou onnozel zijn om elke soort werk als amor mundi op te vatten. Maar toch, liefde voor een vak, voor een discipline, en voor de hele wereld die daarmee verband houdt, dat is toch wel belangrijk. Als iedereen nu om te beginnen al eens liefde voor zijn of haar vak aan de dag kon leggen, dan was de wereld daarom nog niet gered, maar het zou toch al een begin zijn. Dus, politiek engagement, zeker, maar ik zou ook pleiten voor een herwaardering van de arbeid. Als je werkt, ben je met iets bezig omwille van de zaak zelf, het ik wordt eventjes aan de kant geschoven.’

En dat is iets goeds?

Peter Venmans: ‘Zoals ik het zie wel. De vakman die zijn dagelijkse werk doet staat haaks op het moderne en van oorsprong romantische ideaal van zelfontplooiing, dat het behoeftige en verlangende ik als uitgangspunt neemt, maar je kunt je afvragen of dat wel kan, je zomaar ontplooien, geheel op eigen kracht, zonder de omweg van het werk. Misschien moet je altijd eerst door een fase van vervreemding heen. De vervreemding van een vak waarvoor je heel lang moet oefenen zonder naar jezelf om te kijken.’

‘Verder zou ik de opvoeding willen betrekken in de notie van de amor mundi. Engagement, werk, en opvoeding, dat zijn de drie pijlers onder het begrip zoals ik het zie.’

Waarom moest dit boek er komen?

Peter Venmans: ‘De inzet was niet iets van de strekking ‘verander je leven’ of zo. Wat ik wilde was filosofisch de aandacht vestigen op naar mijn idee wat onderbelichte gebieden. Als je kijkt naar wat er tegenwoordig in de filosofie gebeurt, dan vind je heel veel wat onder de noemer ‘levenskunst’ gebracht zou kunnen worden, praktische filosofie, dingen in de sfeer van de zelfontplooiing, met name in Nederland zie je dat. Dat is ook heel makkelijk commercialiseerbaar natuurlijk, je kunt workshops ‘Verbeter je leven’ opzetten…’

‘Mijn boek gaat een andere kant op, vraagt aandacht voor andere thema’s, en voor een ander perspectief op de dingen. Dus niet dat van de School of Life-school, zeg maar, waar het vooral gaat om zelfontplooiing, zoeken naar het eigen geluk, werken aan jezelf, enzovoort. Maar neem nu een thema als kinderen (wordt in het slothoofdstuk behandeld, hj): dat komt in de filosofie nooit aan bod. Het gaat altijd over de grote filosofen die zich voorbereiden op hun dood, hun solitaire dood, en dan komen de grote vragen voorbij – maar het hebben van kinderen, het ingeschakeld zijn in een generatieveld, daar zou heel wat meer aandacht voor mogen zijn. En ik ben ervan overtuigd dat zo’n verschuiving van de aandacht op den duur ook politieke consequenties heeft.’

U gaat uit van een dialogisch model: alleen in samenwerking met anderen kan de wereld gestalte krijgen. Maar wat doe je als mensen zeggen: het model dat wij hier aantreffen vinden wij totaal verkeerd, daar willen wij helemaal niet in ‘integreren’, wij willen iets totaal ánders als maatschappijvorm?

Peter Venmans: ‘Dat is het probleem van de tolerantie tegenover de intoleranten. Het lastige aan het begrip ‘wereld’ zoals Hannah Arendt het opvat is dat dat geen eenheid is, geen gesloten systeem met heel duidelijke normen en waarden. Het is per definitie divers, dus per definitie conflictueus. Overigens, als je zegt ‘dialogisch model’, dan denk je al snel aan Habermas, de consensustheorie. Ik ben meer van de dissensus. Conflictrelaties zijn ook betekenisvol. De vraag is dan, in hoeverre kun je conflicten laten bestaan? Dat is een kwestie van conflictbeheersing, die op een niet-securitaire manier opgelost zou moeten worden.

‘Zou moeten’ – maar wat als dat nu eens gewoon niet gaat?

Peter Venmans: ‘De grens ligt bij criminaliteit. Je hebt het liberale principe dat je alles wat je via de zeden kunt oplossen ook zo moet oplossen, maar er is natuurlijk ook altijd nog de wet, en die moet gewoon worden toegepast, klaar. Over wat we de afgelopen tijden hebben meegemaakt in Parijs, Ankara, Brussel, Lahore, Orlando, Nice, Istanbul, Berlijn… is wat mij betreft niet veel filosofische discussie nodig. Wie misdaden begaat, die moet gestraft worden.’

‘De sentimentele illusie’ heet het vijfde hoofdstuk. Leven we in bijzonder sentimentele tijden, dat u er een heel hoofdstuk aan hebt gewijd?

Peter Venmans: ‘Sentimentaliteit heb ik gedefinieerd als zich identificeren met zijn gevoelens en dat ook goed vinden. Dus het lijkt me duidelijk dat we in zulke tijden leven, ja. Neem opnieuw de reacties op wat er in Brussel is gebeurd. De golf van verontwaardiging enerzijds en anderzijds de oproepen tot elkaar knuffelen, dus het samen beleven van gevoelens: dat is op het moment zelf een zeer begrijpelijke menselijke reactie, maar daar blijft het dan vaak ook bij, en er wordt vaak ook heel snel een oordeel aan gekoppeld. Het hebben van heel intense gevoelens wordt meteen gezien als een bevestiging van de waarheid van wat je toch al dacht. Linkse mensen en rechtse mensen hebben een bepaald idee van hoe de wereld in elkaar zit, die emoties komen daaroverheen, en bevestigen eigenlijk alleen maar wat ze al dachten.’

‘In de filosofie heet dat l’événement, de gebeurtenis: iets wat je leven verandert. Maar veranderen die aanslagen ons leven? In heel veel gevallen niet. Er is wel, in ieder geval aanvankelijk, een zekere aanpassing van het gedrag – ‘Ik ga nu toch maar even niet naar Brussel’, of ‘Ik vlieg voorlopig toch maar niet meer vanaf Zaventem’ -, maar komt er een reflectie waardoor we onze mening eventueel écht zouden kunnen bijstellen en nieuwe inzichten krijgen? Ik denk dat dat vrij zeldzaam is. Het gevoel dat je hebt, en de verbondenheid met gelijkgezinden die je dan zoekt, versterken integendeel juist nog een manier van denken die er al was. Of zelfs: komt in de plaats van denken en oordelen. Afstand nemen, wat nu juist typisch is voor het denken, is er niet meer bij, heel vaak. En trouwens, tegen dat we aan denken en analyseren zouden toekomen, is er alweer een nieuw gevoel. We worden overprikkeld met sentimenten.’

Het bereik is misschien nieuw, door internet en de zogeheten sociale media, maar sentimentaliteit op zich is toch van alle tijden?

Sentimentalisme is misschien de kwaal van onze tijd – en narcisme hangt daar toch wel mee samen.

Peter Venmans

Peter Venmans: ‘Nu ja – ik herinner me toch, als ik naar mijn eigen middelbareschooltijd kijk, op zo’n klassiek Vlaams college, dat daar op geen enkele manier met gevoelens rekening werd gehouden. Als je een sociologische analyse zou maken van de jaren vijftig… Mensen waren vroeger toch een stuk ernstiger, het leven was ernstiger. Er is intussen een veel grotere nadruk op hedonisme komen te liggen. En nu heb ik, bewaar me, niets tegen hedonisme – althans, in ieder geval niets tegen het récht op hedonisme. Iedereen moet het recht hebben om overal heen te gaan en zich daar over te geven aan hersenloos genieten. Zolang ik maar thuis mag blijven vind ik het allang best (lacht).’

Is narcisme dé kwaal van onze tijd?

Peter Venmans: ‘Sentimentalisme is misschien de kwaal van onze tijd – en narcisme hangt daar toch wel mee samen.’

Hierbij sluit goed de uitsmijter aan die Venmans op de laatste pagina serveert: ‘De slogan “Ontdek jezelf. Begin bij de wereld” (voor een mediacampagne gebruikt door de universiteit van Leuven, waar Venmans woont, hj) corrigeert (…) het ideaal van individuele zelfontplooiing dat zo goed aansluit bij de neoliberale ideologie: ontplooi jezelf, investeer in jezelf, maximaliseer je persoonlijke winstscore. Eigenlijk zegt deze ideologie dat je bij jezelf moet beginnen om bij het eind ook bij jezelf uit te komen. Als ideaal is dat wat karig. De illusie die hiermee gewekt wordt, is bovendien dat het ik zichzelf kan uitvinden en dat er zoiets bestaat als “interne zingeving”. Het volstaat blijkbaar om in jezelf te geloven en dan is de wereld overbodig.

In feite gaat het andersom: alleen door het risico te nemen om zich in de wereld te begeven, door die wereld te ondergaan maar ook mee vorm te geven, kan er een sterk en autonoom ik ontstaan. Het Verlichtingssubject is niet de soevereine schepper van zichzelf; zingeving komt niet van binnenuit maar van buitenaf. Begin daarom bij de wereld.’

Peter Venmans, Amor mundi. Hoe komen we tot een betekenisvolle relatie met de ander?, Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 240 p., € 18,99.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content