Paul Auster in duel met de Turkse premier Erdogan

De Amerikaanse schrijver Paul Auster ligt overhoop met de Turkse premier Erdogan. Volgens Auster lapt Erdogan de persvrijheid aan zijn laars.

De trigger was een uitlating van Paul Auster in een Turkse krant. Daarin zei de Amerikaanse succesauteur dat hij Turkije niet wil bezoeken zolang Ankara kritische journalisten, schrijvers en intellectuelen blijft opsluiten. Dat kwam hard aan. Auster is immers een veel gelezen schrijver in Turkije. Zopas verscheen zijn ‘Winter Journal’, dat pas in september in het Amerikaans wordt gepubliceerd, in een Turkse vertaling.

In Ankara reageerde premier Erdogan verbolgen op de kritiek van Auster. ‘Ach, we kunnen werkelijk niet zonder u,’ zo richtte hij zich tijdens een bijeenkomst van partijmilitanten tot de afwezige schrijver. En verder: ‘Wie maakt het iets uit of u komt of niet? Denkt u dat het prestige van Turkije daaronder zou lijden?’

Erdogan verwijt Paul Auster een hypocriet te zijn. Hij beschuldigt de schrijver blind te zijn voor wat in Israël gebeurt, een land dat Auster wél bezocht. ‘Liet Israël soms zijn bommen niet op Gaza los? Lanceerde Israël geen fosfoorbommen en gebruikte het geen chemische wapens?’

Auster nam de handschoen op en argumenteerde: ‘Wat de [Turkse] premier ook mag denken van de staat Israël, het is een feit dat er vrije meningsuiting heerst en dat schrijvers of journalisten er niet in de gevangenis worden gegooid.’

De affaire rond Auster kreeg meteen veel aandacht in de Turkse pers. In de krant ‘Radikal’ meende commentator Cengiz Candar dat de kwestie Turkije wel degelijk op prestigeverlies zou komen te staan: ‘Het laatste wat ik had verwacht is dat premier Erdogan een soort caféruzie met de befaamde schrijver Paul Auster zou beginnen.’

Volgens de Turkse journalistenbond zitten er in hun land ongeveer honderd reporters in de cel. De regering beklemtoont dat ze niet gedetineerd zijn om wat ze schrijven, maar wel omdat ze verwikkeld zouden zijn in illegale activiteiten. Daarmee wordt doorgaans bedoeld dat ze verbale steun zouden verlenen aan de Koerden of dat ze medeplichtig zouden zijn aan plannen om een militaire coup tegen het gematigde islam-regime van Erdogan te organiseren.

Auster: ‘Volgens de recentste cijfers die de PEN-club verzameld heeft, zitten ongeveer honderd schrijvers in Turkse gevangenissen, om niet te spreken over onafhankelijke, internationaal gewaardeerde publicisten als Ragip Zarakolu, wiens zaak nauwlettend wordt gevolgd door de PEN-centra in de hele wereld.’

In 2011 behoorde Turkije volgens het Europese Hof van de Rechten van de Mens tot de grootste schenders van de persvrijheid. Erdogan zelf heeft lange tenen en aarzelt niet journalisten en cartoonisten door wie hij zich beledigd voelt te laten vervolgen.

Op het moment dat Auster zijn kritiek formuleerde, werd een studente door een Turkse rechtbank tot een voorwaardelijke straf veroordeeld omdat ze in een krantenartikel de universiteitsleiding had bekritiseerd.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content