Oscars-jury houdt van boekverfilmingen

Zondagnacht worden voor de 84ste keer de Oscars uitgereikt. Maar liefst zes genomineerde films voor de categorie Beste Film zijn bewerkingen van een boek.

Of het boek als populaire en vaak lucratieve inspiratiebron voor Hollywoodfilms een teken is van bloedarmoede in Tinseltown, laten we hier in het midden. Wij gaan op zoek naar het boek achter de film.

‘The Artist’ is volgens onze collega’s van Knack Focus de grootste kanshebber voor de Oscar voor Beste Film, maar hij wordt als favoriet voorzichtig gevolgd door twee opmerkelijke boekadaptaties, ‘Hugo’ van Martin Scorsese en ‘The Help’ van Tate Taylor. We slaan daarom ‘The Artist’ over en gaan meteen naar ‘Hugo’, de eerste 3D film van the greatest living director.

‘Hugo’ is een ode aan de magie van de film en aan filmpionier Georges Méliès. Net daarom is het interessant dat het verhaal van ‘Hugo’ oorspronkelijk niet voor het witte doek werd geschreven, maar als een geïllustreerde jeugdroman werd geconcipieerd. U leest het goed, geconcipieerd. ‘The Invention of Hugo Cabret’, zoals het boek van Brian Selznick uit 2007 heet, is door de manier waarop de zwartwitte illustraties van Selznick op elkaar volgen en een illusie van beweging creëren, op zichzelf al een bijzonder sterke ode aan de begindagen van de cinema, met z’n geluidloze, te snelle en soms haperende beelden.

‘The Help’ is een favoriet omdat de maatschappelijk geëngageerde boodschap het altijd goed doet bij de leden van de Academy. De gelijknamige roman van Kathryn Stockett uit 2009 mocht om dezelfde reden op veel bijval van de Amerikaanse literaire pers rekenen. Vanuit Afro-Amerikaanse hoek kwam er wel stevige kritiek: “‘The Help’ vervormd, negeert en trivialiseert de ervaringen van zwarte huisarbeiders,” klonk het uit de mond van de voorzitter van de Association of Black Women Historians. Het boek verkocht voorafgaand aan de filmrelease zo’n vijf miljoen exemplaren en dat cijfer zal in de periode rond de Oscars alleen maar spectaculair toenemen.

‘The Descendents’ is het debuut van de Hawaiiaanse schrijfster Kaui Hart Hemmings en werd meteen opgepikt toen het verscheen in 2007. Ontroerend grappig is wat de meeste recensenten er van vonden. In de verfilming van haar roman kan ze nagenieten van het instant succes: ze duikt erin op voor een korte dialoog met George Clooney.

Aan ‘War Horse’, de film, was er de voorbije weken geen ontsnappen. Net als aan z’n meester, Steven Spielberg, die in 2011 en 2012 alomtegenwoordig was en is op het grote (‘Tintin’) en het kleine scherm (‘Terra Nova’). Van de jeugdroman ‘War Horse’ en z’n auteur Michael Morpurgo had tot voor kort in Vlaanderen amper tien man en een toepasselijke paardenkop gehoord. Nochtans schrijft de krasse bijna-zeventiger aan de lopende band. Hij heeft zo’n 120 boeken op zijn naam staan.

‘Moneyball’ zal dankzij Brad Pitt in Vlaanderen een breed publiek bereiken, maar blijft een door en door Amerikaans verhaal. Baseball is hier een marginaal fenomeen. In de VS is het een stuk van het Amerikaanse DNA. ‘Moneyball: The Art of Winning an Unfair Game’, het non-fictie boek van Michael Lewis waarop de film is gebaseerd, is er net als het spel een fenomeen. De titel, die verwijst naar de economische aard van de sport, is er ondertussen deel geworden van het baseballlexicon.

Onze voorkeur gaat uit naar ‘Extremely Loud and Incredibly Close’. Niet naar de verfilming door Stephen Daldry, wel naar de gelijknamige roman van Jonathan Safran Foer. Dat boek vonden we zo sterk en ontroerend dat de film alleen maar flauw kan uitvallen. Zelfs in de handen van Daldry, die eerder literair getinte hoge ogen gooide met ‘Billy Elliot’, ‘The Hours’ en ‘The Reader’. Onze vooroordelen – de film komt bij ons pas volgende week uit en dus konden we boek en film nog niet vergelijken – worden door de Amerikaanse pers bevestigd: veel critici vinden de film te sentimenteel en te pretentieus.

En dan is er nog een boekverfilming die het moet stellen met een troostnominatie voor Best Writing – Adapted Screenplay: ‘Tinker, Tailor, Soldier, Spy’, naar de gelijknamige roman van spionagemeester John le Carré. Het mag duidelijk zijn dat hij of regisseur Tomas Alfredson geen infiltrant in de Academy heeft zitten.

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content