Op literaire kroegentocht met Andy Fierens en Maarten Inghels

© Vonk & Zonen

Op 14 en 15 juni nemen de Antwerpse dichters Maarten Inghels en Andy Fierens het publiek mee op een tocht langs de legendarische artiestenkroegen rondom de Grote Markt. Michiel Leen liep al even mee.

In de rand van het Antwerpse Felix Poetry Festival dat op 14 juni van start gaat, organiseren beide Antwerpse dichters hun Tournee Literair, een eigenzinnig tussendoortje voor poëzieliefhebbers met een gezonde dorst voor literaire anekdotes.

We zijn niet alleen op de Grote Markt, wanneer dichters Andy Fierens en Maarten Inghels de pers uitgenodigd hebben om het parcours van hun literaire kroegentocht te verkennen. Uitgerekend vanavond kleurt de Grote Markt oranje. Ter hoogte van de eerste halte, het legendarische volkscafé Den Engel in de schaduw van het Schoon Verdiep worden de initiatiefnemers overschreeuwd door balorige oranjefans en is het laveren tussen blik en gebroken glas. Alles voor de literatuur!

Het kan de pret niet drukken, want alleen al in het vierkante kilometertje rond de kathedraal liggen de literaire anekdotes voor het oprapen.

Wessel & de Brullende Schot
Het charmante café Witzli Poetzli is een perfect voorbeeld. In de Witzli voelden en voelen heel wat Antwerpse artistiekelingen zich thuis. Je stuit er al eens op de eeuwig met een pepetuum mobile leurende energiekunstenaar Wessel di Wesseli, of botst op de Brullende Schot, een even luidruchtige als ongevaarlijke dronkaard die bij het decor van de Lijnwaadmarkt gaan horen is. Wijlen Jean-Marie Berckmans voert het café op in zijn verhaal “Nacht op de kale stad.” Inghels verbroederde er met Remco Campert. En aan het achterhalen van de oorsprong van die naam Witzli Poetzli hebben Fierens en Inghels sowieso een hele kluif.

Een verplichte halte is café De Muze, even verderop aan de Melkmarkt. Ooit, in grootvaders tijd, een subversief drankhol, uitvalsbasis van Ferre Grignard, maar heden ten dage een erg net jazzcafé. Ferre hangt er larger than life in postervorm aan de muur. Voor hem heeft Inghels een hommage geschreven, die ten gehore wordt gebracht, wijl het voetbalgewoel uit het tegenovergelegen café onze twee gidsen nogmaals overschreeuwt.

Een ommetje langs het nabijgelegen flamingantencafé Leeuw van Vlaanderen zit er dan weer niet in. “We zouden er misschien Elsschots Bormsgedicht kunnen voordragen,” lacht Inghels. We besluiten wijselijk voort te wandelen.

De twee gastheren kwijten zich freewheelend van hun taak, als de meest verwaaide stadsgidsen die je ooit gezien hebt. Tussen de voordraag- en uitlegmomenten diepen Fierens en Inghels gretig hun eigen café-anekdotes op. Uiteraard off the record – everybody has a Remco Campert story, zo blijkt.

Vécu
In de Moriaanstraat houden we stil bij een anonieme gevel. Niets in dit doodstille straatje herinnert nog aan de turbulente sixties en seventies, toen op dit adres de privéclub Vécu gevestigd was. Ooit was dit het hoofdkwartier van dichterscollectief Pink Poets, hun hoofdman Hughues C. Pernath liet er zelfs het leven. Maar ook Marcel Van Maele, en met hem vele anderen, vonden hun weg naar de Vécu. De hele coterie werd door Jeroen Brouwers verwoord in enkele essays uit “Vlaamse Leeuwen,” en ook in Paul Snoecks roman “Een Hondsdolle Tijd” worden die wilde jaren gereconstrueerd.

Meer dan dat handjevol literatuur blijft er immers niet van over. Ook andere kroegen, zoals Gard Sivik – in de jaren ’50 bakermat van het gelijknamige tijdschrift – en Volle Maan, zijn helemaal verschwunden. Wandelend door de nauwe straatjes achter de kathedraal, word je er onherroepelijk aan herinnerd hoe weinig tastbaars er van die hondsdolle tijd is overgebleven. En Fierens kan de lijst uit het blote hoofd aanvullen met cafés die nog veel recenter de deuren moesten sluiten. De tijden zijn voorbij waarin je straffeloos een jazzkroeg kon beginnen op je zolder of kelder. Eén sikkeneurige buurman is dezer dagen genoeg om een café te nekken.

Plansjee
Wel bewaard gebleven is Quinten Matsys, misschien wel het oudste café van heel Antwerpen, dat zijn gevel tooit met de beeltenissen van Elsschot en Van Ostaijen. Van Ostaijen zou er ooit een ruit ingegooid hebben, Elsschot zou vanuit deze kroeg (zijn stamcafé) de nacht ingetrokken zijn met drie Afghaanse zeelui, en zo de grondstof gevonden hebben voor “Het Dwaallicht.” Hoe Jos Vandeloo’s beeltenis de kleppers op de voorgevel is kunnen komen vervoegen, is een raadsel. Voor Fierens via een grote omweg de gelegenheid om zich al rappend te storten op Jacob Cats’ 400 jaar oude “Vrouwen-voordigt.”

Een hoek van het Conscienceplein, ter hoogte van café Plansjee (én het onvolprezen antiquariaat Demian) is de eindhalte. Van het afscheidnemen kwijt Fierens zich met een onvervalste cafémop. En dan is het tijd voor een Bolleke op nog een ander nabij terras. Van al dat wandelen krijg je ontegensprekelijk dorst.

Vanaf 14 juni kan het grote publiek mee op schok. Misschien toch op tijd checken welke ploegen er die avond moet spelen.

Michiel Leen

TICKETS

Info Cultuur Antwerpen

Grote Markt 13 – 2000 Antwerpen

T 03 338 95 85

24u/24u online ticketverkoop: www.infocultuur.be

Wie een ticket koopt voor de wandeling op 14 of 15 juni krijgt er gratis een ticket voor Felix Poetry Festival bij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content