Oerverteller Gabriel Garcia Marquez maakte het ‘sterke’ verhaal opnieuw springlevend

Gabriel García Márquez © Reuters

Wat was de kracht van Marquez’ wonderlijke vertelkunst? Hij maakte de mondelinge vertelkunst van het grote gebaar, ook in de Nederlandstalige letteren, weer salonfähig.

De 87-jarige Latijns-Amerikaanse auteur Gabriel Garcia Marquez overleed in Mexico-stad donderdag 17 april op 87-jarige leeftijd. Het was de kroniek van een aangekondigde dood, om het met de titels van één van de beste romans van Marquez zelf te zeggen.

Toen de Colombiaanse auteur in 1972 ook in Vlaanderen doorbrak met ‘Honderd jaar eenzaamheid’ wekte hij de Vlaamse en Nederlandse literatuur uit een sluimer. De Nederlandstalige literatuur was toen in de ban van het ‘andere’ schrijven waarbij auteurs voortdurend het verhaal onder de mat veegden om vooral te reflecteren over de positie zelf van het schrijverschap of de natuur van het schrijven. Verhalen in geuren en kleuren vertellen over mensen van vlees en bloed (en een maatje groter), zoals ooit Gerard Walschap zo meesterlijk deed – of de versmade heimatschrijvers, genre Felix Timmermans of Ernest Claes – was toen simpelweg taboe. Tot Marquez in ‘Honderd jaar eenzaamheid’ toonde wat wervelende, spontane vertelkracht vermag.

Sensuele familieromans

Zijn familieroman over de Colombiaanse familie Buendia vermengde het kleine leven van alledag met de grande histoire van een continent. De wonderlijke lotgevallen van stamvader Buendia tot vijf generaties van nakomelingen die een eeuw omspanden, groeiden uit tot de mythische geschiedenis van het Latijn-Amerikaanse continent tout court met zijn ononderbroken geschiedenis van hoop, revolutie en gefnuikte verwachtingen. Zijn sensuele vertelkunst waarin alles mogelijk was – zolang het maar niet verveelde – werkte in de Nederlandstalige literatuur als een eye opener: het grote gebaar van de verteller die met veel branie de gekste verhalen verzint – en er nog mee wegkomt ook – is best spannend. Op voorwaarde dat de verteller zich niet schaamt om de sluizen van zijn vertelkunst te openen.

Epische voorouderlijke adem

Marquez groeide in Colombia op bij zijn grootouders. Grootvader ‘kolonel’ Marquez maar ook zijn grootmoeder zouden het kind Marquez met hun verhalen stimuleren tot de sensuele verhaalkunst van de volwassen journalist-schrijver. Het is precies die epische, voorouderlijke adem die zijn beste werken vooruitstuwt en zo onweerstaanbaar maakt.

Van nieuwe journalist tot orale verteller

Marquez leek aanvankelijk voorbestemd om als intellectueel het revolutionaire klimaat in Latijns-Amerika mee op te poken maar hij brak zijn universitaire rechtenstudies in Bogota af omdat ze niet strookten met zijn impulsieve natuur. Hij zocht een uitweg in het vertellen van echte verhalen als journalist maar stootte ook daar op zijn grenzen tot hij brother-in-arms werd met revolutionair Fidel Castro die in Cuba het revolutionaire avontuur leek te doen slagen. Hij kreeg van Castro de middelen om een eigen persagentschap op te richten (Prensa Latina), eerst in Colombia zelf maar in de eerste helft van de jaren 60 ook in New York. Dankzij Castro vervelde Marquez in de jaren zestig van nieuwe journalist tot meeslepende verhalenverteller. Het was in New York en het Mexicaanse Acapulco dat hij ‘Honderd jaar eenzaamheid’ schreef. Het vescheen in 1967 in het Spaans. Zijn reputatie van meesterverteller was geboren en zijn verdere oeuvre bouwde voort op de bouwstenen van de orale vertelkunst die in deze prototypische roman aanwezig zijn.

Van Hugo Claus’ ‘Verdriet van België’ tot de groteske verhalen van Tom Lanoye, Johan de Boose en Jeroen Theunissen of de filmische vertelkunst van Peter Buwalda en het opulente leven-in-de-breedte van A.F.Th. van der Heijden: allen zijn ze schatplichtig aan de epische kracht van de oerverteller Marquez.

Frank Hellemans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content