Nolens 65: ‘Hier gaat niemand op vervroegd pensioen’

Leonard Nolens met rechts naast hem Maarten Inghels. © Filip Claus

Vliegende Knack-reporter Michiel Leen was één van de 800 aanwezigen die zag hoe Leonard Nolens werd gefêteerd door collega’s én publiek.

Leonard Nolens’ 65e verjaardag werd gevierd met een deftig poëziefeest in de Antwerpse Bourlaschouwburg. Wie wil weten hoe consecratie er live uitziet, kwam zeker aan zijn trekken. Met de Prijs der Nederlandse Letteren als kers op de taart.

Bij aanvang van het spektakel heb ik veel zin om mijn recensentenpetje in de vestiaire te laten. Recenseer maar eens een verjaardagsfeest. Recenseer maar eens het verjaardagsfeest van een man voor wie je al je hele korte leven niets dan bewondering hebt.

De setting is bekend: voor de organisatoren van Behoud de Begeerte is deze Bourlaschouwburg, decor van zovele Saint Amours, geen onbekend terrein. Voor de gelegenheid is de zaal volgepakt met 800 bewonderaars. Zoals dichter Maarten Inghels eerder op de dag tweette: “Is van de dood van Claus geleden dat [de Bourla] voor literatuur volliep.” Dit showke is af, dat weet je bijna op voorhand. Het podium lijkt wel een tribune, waarop de fine fleur van het Vlaamse dichtersgild is neergestreken, met Piet Piryns als ceremoniemeester. Iedereen wordt vanavond overigens op het podium geafficheerd met de leeftijd erbij vermeld, zelfs Claude Debussy; hij zou 149 jaar oud geweest zijn. Nolens heeft iets met leeftijden, dat mag duidelijk zijn.

Prijs
De avond begint met een officiële noot. Daar is, immer als een duveltje uit een doosje, minister Pascal Smet. Smet godbetert. Heeft hij de bevoegdheid voor Cultuur plots overgenomen van zijn getergde collega Schauvliege? Heeft hij Pensioenen in portefeuille? Monumentenzorg? Niets van dat alles; de minister van Onderwijs is tevens voorzitter van de raad van ministers van de Taalunie en heeft “namens de samenleving” een verjaarscadeau meegebracht voor Nolens. De driejaarlijkse Prijs der Nederlandse Letteren. Waar zit Mark Eyskens toch als je hem nodig hebt?

Vijfentwintig dichters dragen vanavond voor. Van de bekende jonge garde met Dangre, Inghels, Maud Vanhauwaert en Lies Vangasse over Charles Ducal en Dirk Van Bastelaere tot ouderdomsdekens als Mandelinck en Roger De Neef. In sommige teksten komt Nolens voor als personage, in ander wordt hij rechtsreeks aangesproken, in andere wordt hij niet vernoemd. (En in het werk van Van Bastelaere vergaat gewoontegetrouw de wereld.) Alle teksten van vanavond zitten overigens gebundeld in een handzaam boekje, een gelegenheidsuitgave van Nolens’ uitgever en het Vlaams Fonds voor de Letteren.

Natuurlijk blijft dit gelegenheidspoëzie, met alle niveauverschillen van dien. Tjitske Janssen heeft haar tekst zelfs niet op tijd afgekregen en sleept de zaal dan maar mee in een rondje yoga. Paul Claes weet de essentie van het gelegenheidsgedicht nog het beste te benaderen, met onnozele rijmpjes en een uitsmijter die kan tellen: bij gebrek aan Hugo Claus wordt Nolens dan maar uitgeroepen tot “onze nieuwe Vlaamse leeuw.” Is dat een cadeau?

Dagboek Staat de dichter Nolens vanavond in de schijnwerpers, gelukkig is ook de dagboekschrijver Nolens present. Ook dat cruciale deel van Nolens’ oeuvre komt krachtig aan bod, voorgedragen door Josse De Pauw, Dirk Roofthooft, Gilda De Bal, Vic De Wachter et j’en passe.

Het mag ook wel, bij een huldiging als deze. Nolens heeft in die honderden pagina’s dagboeknotities als geen ander getuigenis afgelegd van het dichterschap als roeping en métier, de dagelijkse realiteit van een man die in een vlietend citaat getypeerd wordt als “iemand die van zijn ziel zijn beroep heeft gemaakt.” Opboksend tegen de dronken demonen van de ‘alcohel,’ de dictaten van een maatschappij waarin Nolens op zoek zou moeten naar een baan en geld en goed, in plaats van te schrijven. De schrijfkramp. Ook de doodsangst in al haar vormen, soms in paniek, soms behoorlijk tongue in cheek. Zo klinkt het aan de vooravond van een zware hartoperatie: “Ik zou ’t jammer vinden als er morgen niemand meer is om mijn gedichten te schrijven.”

Engelbewaarder
Er zijn woorden van lof en dank van Koen Van Bockstal, de nieuwe directeur van het Vlaams Fonds voor de Letteren en van Nolens’ redactrice bij Querido.

De dichter krijgt ook zijn gloednieuwe verzameld werk overhandigd, het werk van ruim veertig jaar in één blauwe band. Dan is het woord aan Nolens zelf, die volgens de regie “10 tot 12 minuten” de tijd krijgt voor een dankwoord. Het Fonds voor de Letteren wordt bedankt. Een hoofdknik ook naar Luc Coorevits, die Nolens zo vaak een podium bood. En Nolens’ vrouw Leen, de engelbewaarster achter de schermen. Waarna de dichter het verzameld werk openslaat en bromt: “En nu ga ik de hele nacht uit dit boek voorlezen.” Enfin, toch de zeven resterende minuten lang. Nieuw werk, oud werk. Het laatste gedicht van de avond draagt de titel “Vermoeidheid.” Zou die inzetten, na een maand lang gefêteerd te worden? Wil Nolens terug naar zijn vertrouwde schrijfkamer?

Nolens krijgt een staande ovatie van de 800 toeschouwers, met overtonen van een schuchter ‘happy birthday to you’ op het podium.
De foyer loopt vol, le tout Anvers is op het appèl. In de inkomhal zit de gevierde dichter tegen de sterren op de gelegenheidsbundeltjes te signeren.

Zo ziet dat er dus uit, de consecratie live. Het is verdorie hard werken.

Had Yannick Dangre het dan toch bij het rechte eind, met zijn vers “Niemand gaat hier op vervroegd pensioen.”

Michiel Leen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content