Nieuw Rotspaleis-poëziefestival smaakt naar meer
Het Antwerpse Sportpaleis uitverkopen met poëzie, dat was de uitdaging die Rotspaleis zich het afgelopen weekend stelde (maar niet heus.) De eerste editie van de manifestatie bracht een rijk gevulde affiche met een aanstekelijke mix van bekend en nieuw poëzietalent.
Het idee van een poëzieavond in het Sportpaleis vervulde uw reporter vooraf met een zekere scepsis. Ziet u Dichter des Vaderlands Charles Ducal al het podium betreden met een loeiluid “Waar zijn die handjes?” Diane Broeckhoven: “Are you having a good time, Antwerp?” En wie zou de muziek doen? John Miles?
Ommetje langs Broosistan
Aankomst in het Sportpaleis. Ferm te laat, natuurlijk, wegens mobiliteitsproblemen. (Gingen ze daar ooit niet iets aan doen, iets met een brug, of een tunnel of zoiets?) In de inkomhal drentelen enkele tientallen mensen rond. “Is iedereen al naar binnen?” vraag ik me af. Neen, zo blijkt. Dit groepje, dat zal aanzwellen tot zo’n 250, is het publiek van het ‘uitverkochte’ Sportpaleis. Het zal presentator Rick De Leeuw niet verhinderen het publiek de hele avond toe te toeteren als stond hij werkelijk voor een achttienduizendkoppige massa.
Voordat het spektakel echt begint, wordt er een ommetje gemaakt langs Broosistan – een draagbaar landje van enkele vierkante meters groot, dat waarschijnlijk lauwe gimmicks als belangrijkste exportproduct heeft. Dichter Peter Holvoet-Hanssen, consul van deze bewonerloze natie, verplicht het publiek om het volkslied mee te zingen. Pas daarna mag je je genummerde zitje in de tribune opzoeken.
‘Rotspaleis’ pakt uit met een goedgevulde affiche. Wij onthouden Jan Ducheyne, die al voorlezend de trappen van de tribune afdaalt, strak in het pak, als de vedette van een showgala, men denke Louis Neefs circa 1969. Stijn Vranken gaat dan weer voor de stand-up, de afgemeten minuten die hem zijn toebedeeld, gaan voor het merendeel op aan bindteksten. “Te veel poëzie is kak,” laat hij zich ontvallen. Tja.
Lettre aux flamands
Dichter des Vaderlands Charles Ducal heeft dan weer groot nieuws te melden. Hij presenteert, in een videoboodschap die iets wegheeft van een In De Gloria-filmpje, zijn opvolgster, Laurence Vielle. Speciaal voor de gelegenheid heeft Vielle een gedicht van onder het stof gehaald dat ze vorig jaar ook bracht tijdens Felix Poetry Festival. ‘Lettre aux flamands’ is, jawel, een oproep om er eens “une journée sans paroles” van te maken. “goeindag bonjour ik ben heureux je suis geluk”, het staat er echt. Verder: dromen van dagen zonder federalisme, zonder gordel rond Brussel, Vlaanderen wordt Flandronie. Uw reporter, die zowel met een Vlaamse als met een tricolore vlaggenstok op zijn donder heeft gekregen, krijgt het altijd een beetje benauwd bij dergelijke handleidingen in het goede-Belgschap. In Broosistan zul je van dergelijke besognes vast geen last hebben. Maar daar zingt Helmut Lotti dan weer het volkslied. Het gras is altijd groener…
Rotspaleis presenteert nog meer nieuwe gezichten: Anneleen Van Offel, bijvoorbeeld, die als eerste voor de leeuwen gaat, en haar verzen begeleidt met een soundscape van eigen makelij. Of Shari Van Goethem, winnares van de auditie die Creatief Schrijven organiseerde.
Rock ’n roll met Dirk De Wachter
De puntdichten van Dennis Nowé zijn misschien nog het geschiktst voor een plek als deze: kort en bondig, met een portie humor (en als je dan met z’n allen lacht, galmt dat nogal in zo’n Sportpaleis). Of Dirk De Wachter, de popster van de psychiatrie, die het podium bestijgt alsof hij nooit iets anders heeft gedaan. “Het is eens wat anders dan een wetenschappelijk congres,” klinkt het. “Daar sta je voor een publiek van pillenverkopers, vanavond tussen de gebruikers.” Spijtig dat er onder de – overigens uitstekende – muzikanten op het podium geen drummer zit, om er zo’n badumm-tss op te laten volgen. De Wachter leest Oscar Wilde, Dylan Thomas en Charles Bukowski. Dirk De Wachter is rock ’n roll. En ja, op zijn manier natuurlijk een bestsellerauteur. Al wil dat niet zeggen dat we volgend jaar Rika Ponnet of Jeroen Meus als headliner willen zien. Dez Mona zorgt voor een dramatisch orgelpunt. Van zanger Gregory Frateur vermoed je dat hij ook zonder microfoon het Sportpaleis plat krijgt. Kippenvel.
Maar wil dat nu zeggen dat het een goed idee is, een poëzieavond in het Sportpaleis? Zelfs volledig gevuld is deze zaal niet de gezelligste locatie, en nu, vanuit dat ene zo goed als gevulde vakje temidden van rijen en rijen lege stoelen, heeft de grote galmende leegte die toeschouwers en podium omringt, iets sinisters. Ook hoor je op de achtergrond steeds een storend geraas: de ventilatie, of toch het verkeer dat over het naburige snelwegviaduct raast? Dichters met een meer bedeesde voorleestrant komen er niet altijd even goed bovenuit. On the plus side: mocht nu blijken dat dit concept aanslaat, hoef je als organisator voorlopig niet te vrezen voor een gebrek aan zitplaatsen voor al die poëzieliefhebbers. Maar noem dat dan alsjeblieft niet ‘uitverkocht’.
Michiel Leen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier