Nelly Sachs wordt geëerd in Berlijn

In het Joods Museum in Berlijn loopt een tentoonstelling over de Duits-Joodse dichterers Nelly Sachs die veertig jaar geleden overleed.

In 1950 begon Nelly Sachs (1891-1970) aan paranoia te lijden. Ze woonde toen in Stockholm, waar de Berlijns-Joodse dichteres in 1940 naartoe was gevlucht om uit de greep van de nazi’s te blijven. In een brief aan een vriendin schreef ze dat een nazistisch-spiritistische liga een zender in haar kelder had geïnstalleerd om haar met radiotelegrafie te folteren.

In die brief deed ze een uitspraak die de Joodse dichter Paul Celan (‘Todesfuge’) haar kwalijk nam. Het sterven in de gaskamers duurde wel twintig minuten, aldus Sachs, maar de kwellingen waaronder zij leed, duurde al jaren. Celan, die zijn eigen ongeluk nooit met de genocide op de Joden vergeleek, beschuldigde Sachs van ‘hybris van smart’.

In 1966 kreeg Nelly Sachs de Nobelprijs voor de literatuur, de eerste en enige keer dat een Duitse dichteres die eer te beurt viel. Daarna kwam er een einde aan haar kortstondige roem, die pas op het einde van de jaren vijftig was begonnen. Het Joods Museum in Berlijn haalt Nelly Sachs nu uit de vergetelheid met een expositie van koffers, souvenirs, brieven, verzen en foto’s die de dichteres toebehoorden. De tentoonstelling ‘Flucht und Verwandlung’ loopt tot 27 juni.

Tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog gold Nelly Sachs, de dochter van een Joodse industrieel die in 1930 overleed, als een traditionele dichteres. Ze schreef pathetische en amoureuze rijmgedichten aan het adres van een verdwenen geliefde, die wel echt heeft bestaan, maar die wellicht geen benul had van de gloed waarmee Sachs hem sinds hun eerste ontmoeting in1908 vereerde. Die gedichten vielen wel in de smaak van de Oostenrijkse auteur Stefan Zweig en van de Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf. Nelly Sachs begon haar gedichten te publiceren in de grote Berlijnse kranten, tot Hitler in 1933 aan de macht kwam.

In die jaren dertig sloot Nelly Sachs zich in haar Berlijnse huurwoning in de Tiergarten zo veel mogelijk af voor de gebeurtenissen in Duitsland, maar ze ontsnapte niet aan de Jodenhaat onder Hitler. Daarvan vind je echter niets terug in haar literaire werk uit die tijd. Nelly Sachs en haar moeder slaagden erin om op 16 mei 1940 met de laatste lijnvlucht van de Berlijnse luchthaven Tempelhof naar het neutrale Zweden te vluchten. Zo ontsnapten beide vrouwen aan een gewisse dood in een Duitse concentratiekamp, want op de dag van hun vertrek hadden ze ook hun deportatiebevel gekregen.

In Zweden ontpopte Nelly Sachs zich tot de dichteres die aan de Joodse verschrikking een stem gaf. In de winter van 1943/44 ontstonden de eerste gedichten van de beroemde bundel ‘In den Wohnungen des Todes’, die in 1947 in Oost-Berlijn verscheen. In ‘O die Schornsteine’, het beroemdste gedicht uit de bundel, wordt het lichaam van Israël opgelost in de rook die door de schoorstenen van de woningen des doods verdwijnt.

Op 12 mei 1970 stierf Nelly Sachs in een Zweeds ziekenhuis aan kanker. Ze ligt begraven op het Joodse kerkhof van ‘Norra begravningsplatsen’ in het noorden van Stockholm.

Piet de Moor


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content