‘Nederlands in Vlaanderen’ krijgt in nieuwe Dikke Van Dale voor het eerst volwaardige plaats

Na 150 jaar krijgt het Vlaams eindelijk z'n plaats in de nieuwe Dikke Van Dale, aldus hoofdredacteur Ruud Hendrickx © Belga

Van Dale viert vanavond in Den Haag z’n 150ste verjaardag met een jubileumboek. Maarten Dessing kon ‘Verhalen over taal’ in avant-première al inkijken.

Uitgeverij Van Dale viert vanavond het 150-jarig bestaan van het vlaggenschip. In 1864 verscheen het ‘Nieuw woordenboek der Nederlandse taal’ van I.M. Calisch en N.S. Calisch, dat voor de tweede editie werd bewerkt door de naamgever van het gezaghebbendste woordenboek van het taalgebied: Johan Hendrik van Dale. In de Koninklijke Schouwburg van Den Haag checken bekende taalgebruikers – uitsluitend Nederlanders – in ‘Hotel Van Dale’ in om te praten of te zingen over hun liefde voor hun moedertaal. Onder hen auteurs Nelleke Noordervliet en Menno Wigman.

Anderhalve eeuw is een verjaardag die natuurlijk moet worden gevierd. Maar gek is het eerbetoon ergens wel. De Dikke Van Dale was niet het eerste woordenboek. De ‘Algemeene Kunstwoordentolk’, die voortleeft in het Kramers woordenboek, is zeventien jaar ouder. En vanaf het eerste begin is er kritiek op de kwaliteit: honderden gangbare woorden ontbraken – en dan heus niet alleen de scheld- en vloekwoorden die Van Dale dagelijks op straat in Sluis kon horen, maar ook ‘concertvleugel’ of ‘kinderarbeid’ – en de consistentie is niet optimaal.

Zuid-Nederlands

Toch is het feest de Van Dale van harte gegund. Al was het maar vanwege het door Wim Daniëls samengestelde jubileumboek waar ik bovenstaande kennis vandaan heb. Achter de saaist denkbare titel ‘Verhalen over taal’ gaat een verrassend plezierig lees- en bladerboek schuil vol interessante verhalen over het leven van Johan Hendrik van Dale, het maken van woordenboeken, de veranderende definities van woorden als ‘fiets’ en ‘sociaal’ in veertien edities van het woordenboek, de verhouding tussen Nederlands en Zuid-Nederlands (zoals Vlaamse woorden tot de 11e editie uit 1984 heetten) en meer.

Mooi is het verhaal over spookwoorden, die Van Dale expres opneemt om plagiaat te kunnen aantonen. Een daarvan zou ‘honduree’ zijn, dat in de 11e tot en met 13e editie het papiertje heette te zijn dat tussen plakjes kaas en ham wordt gelegd. Essayist Luc Devoldere legt knap de verwarring én schoonheid bloot die ontstaat doordat Nederlanders en Vlamingen andere woorden gebruiken – of dezelfde woorden anders gebruiken. Grappig is het verhaal van de oud-redacteur van het taalspelletje ‘Lingo’: dankzij de digitalisering liggen de opnamen minder lang stil om iets in het woordenboek op te zoeken.

Van benzin tot selfie

Ook bevat het boek veel interessante weetjes. Wist u dat de 12e editie uit 1992 de eerste is die volledig alfabetisch was? Pas toen computers in plaats van mensen de woorden in de juiste volgorde gingen zetten, kon dat gegarandeerd foutloos. En wist u dat het langste woord 35 letters telt: ‘hippopotomonstrosesquippedaliofobie’ en ‘meervoudigepersoonlijkheidsstoornis’? Onderin bevat iedere pagina een woord dat tussen 1864 en 2013 voor het eerst opdook. Ofwel: van ‘benzin’ tot ‘selfie’. Op de site van Van Dale jubileumwoord.vandale.nl kan het publiek daaruit zijn favoriete woord kiezen.

Misteorolen

Daarbij schroomt Van Dale niet om naast alle lof kritische geluiden te laten horen. Aanmerkingen op fraaie fouten die er ooit in stonden, zoals ‘misteorolen’ voor ‘mistevreden’, waar Herman De Coninck ooit een column aan wijdde en dat in huize De Coninck-Hemmerechts een gevleugelde uitdrukking werd. ‘Ik voel mij misteorolen’. Of commentaar op de trage reactie van het woordenboek op hedendaagse ontwikkelingen, waardoor veel straattaal niet is opgenomen. Ouders die willen weten wat hun kind bedoelt met ‘woellah’ of ‘wazzup’ kunnen niet bij Van Dale terecht. Ook online niet.

Juist die laatste opmerking roept de vraag of in hoeverre het jubileumboek een terugblik is op een afgesloten geschiedenis van papieren naslagwerk. ‘Verhalen over taal’ barst van de nostalgische herinneringen aan de eerste, vaak cadeau gekregen Van Dale en de verhalen waarin het woordenboek onmisbaar wordt geacht voor Sinterklaasgedichten, scheidsrechter bij woordspelletjes, bij het schrijven van literatuur, enzovoorts. Maar hoe lang nog? Ik sla mijn Van Dale zelden open, ik zoek alles online op. Gaat veel sneller en dan hoef ik niet op te staan. Dat geldt ongetwijfeld voor heel veel taalgebruikers.

Volwaardige plaats voor het Vlaams

Toch kondigde Uitgeverij Van Dale vorige week voor 2015 het verschijnen van een volgende editie aan. Wil het bedrijf daarmee een monument oprichten voor het Nederlands zoals dat nu wordt gebruikt? Dat lijkt me niet. Een commercieel bedrijf zet geen producten in de markt die uitsluitend interessant zijn voor toekomstige historici van de taal. Zou het dus werkelijk rendabel zijn om nog eens 20 centimeter papier voor ongeveer 150 euro uit te brengen, dat binnen een jaar – na verschijnen van een digitale update – al verouderd is?

De Vlaamse hoofdredacteur Ruud Hendrickx, beter bekend als taaladviseur van de VRT, zegt in het jubileumboek dat de komende editie ‘de eerste is waarin het Nederlands in Vlaanderen een volwaardige plaats gekregen heeft’. Misschien – denkt Uitgeverij Van Dale – garandeert dat een recordafzet in Vlaanderen.

Maarten Dessing

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content