National Book Award voor slavernijroman van James McBride

Auteur-scenarist James McBride (rechts) samen met filmregisseur Spike Lee (links) © Belga (via EPA)

De flamboyante James McBride kaapt met ‘The Good Lord Bird’ de prijs, uitgereikt door de Amerikaanse National Book Foundation, verrassend weg van voor de neus van coming lady Jhumpa Lahiri en de notoir mediaschuwe Thomas Pynchon.

Zelf kwam McBride ook uit de lucht gevallen. Hij had geen speech klaar, maar wist wel te vertellen dat het schrijven van het boek een steun is geweest in persoonlijk moeilijk tijden. McBride moest de dood van zijn moeder, een nichtje en een scheiding verkroppen. Over zijn geringe kans op winst zei hij: “Ik zou me niet slecht gevoeld hebben, het zijn fijne schrijvers, maar het is zeker leuk om te winnen.”

In de historische roman ‘The Good Lord Bird’ keert McBride terug naar het Kansas van 1857, aan de vooravond van de Amerikaanse Burgeroorlog, op het hoogtepunt van het getouwtrek over de afschaffing van de slavernij. Hij vertelt het verhaal van de weggelopen slaaf Henry Shackleford, die zich voordoet als een meisje om aan zijn achtervolgers te ontsnappen. Henry trekt op met John Brown, de bekende abolitionist. Door de ogen van Henry gaat het relaas recht naar Harpers Ferry, het stadje in de staat Virginia waar Brown in 1859 een slavenopstand wil ontketenen.

Fier product van New Yorkse public school

‘The Good Lord Bird’ is een opmerkelijk boek, geschreven door een opvallende, veelzijdige auteur met een tot de verbeelding sprekend levensverhaal. De 46-jarige McBride is een van de vele kinderen van een zwarte vader-dominee die vroeg overleed en een Joodse moeder. Hij groeide op in een gezin dat moest knokken om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat zijn jeugd niet evident was, beschrijft hij in de autobiografie ‘The Color of Water’, zijn boekendebuut uit 1996. Het boek stond twee jaar op de New York Times bestsellerlijst.

Typerend voor McBride is dat hij nooit verlegen zit om een knipoog, een kwinkslag of een boude uitspraak. Zo vertelde hij ooit over zijn deels Joodse identiteit: “Ik ben trots op mijn Joodse geschiedenis. Technisch gezien zou je kunnen zeggen dat ik Joods ben aangezien mijn moeder Joods was, maar zij bekeerde zich tot het christendom. Dit is dus een zaak van theologen. Ikzelf sta ’s morgens gewoon op en ben blij dat ik leef.”

McBride is ook een man van uitgesproken meningen en sociaal engagement. Hij gaat er bijvoorbeeld prat op dat hij als Afro-Amerikaanse New Yorker uit Brooklyn schoolging in een van de verguisde public schools van de stad, waarvan doorgaans het beeld leeft dat ze niet meer zijn dan bewaarhuizen voor verloren gettokids. Het hield McBride in ieder geval niet tegen een rist diploma’s te behalen, onder andere een master in de journalistiek aan de prestigieuze Columbia University.

Bestsellende auteurs/vreselijke muzikanten

Voor hij voltijds schrijver werd, werkte McBride op de redacties van The Boston Globe en The Washington Post en schreef hij ook voor Rolling Stone en The New York Times. Ondertussen is hij een gevierd auteur en scenarist, die twee films met Spike Lee op zijn conto heeft staan: ‘Miracle at St. Anna’ (naar zijn gelijknamige roman uit 2002) en ‘Red Hook Summer’, waarvoor hij ook de productie deels op zich nam.

Naast literatuur is McBrides grootste passie ongetwijfeld muziek. Hij is een gewaardeerd jazzsaxofonist, die toerde met jazzzanger Little Jimmy Scott, en hij componeerde muziek voor de New Orleans-docu ‘Right to Return’ van regisseur Jonathan Demme en voor de off-Broadway musical ‘Bobos’. Samen met een waslijst van collega-auteurs als Stephen King, Amy Tan, Barbara Kingsolver Scott Turow en The Simpsons-bedenker Matt Groening vormde McBride tot vorig jaar de Rock Bottom Remainders, naar eigen zeggen bestsellende auteurs maar vreselijke muzikanten. Op zijn kenmerkende manier, gelardeerd met zelfspot, liet McBride zich over het ophouden van de groep ontvallen: “Hopelijk is de groep voorgoed met pensioen.”

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content