Moet er nog koffie zijn? (Marc Kregting)

Marc Kregting laat het ons weten in ‘Koffie’, een wel heel apart boek dat over alles en nog wat gaat. Zelfs over koffie.

Apart is alvast de verpakking van ‘Koffie’. Het boek steekt in een hersluitbare koffiezak. De cover met veel kleuren bruin laat weten dat je een ‘doeboek’ in handen hebt. Met een feuilleton, reportages, quizvragen, gedichten, illustraties. Waarmee niet alles gezegd is: er zijn ook kortingsbonnen, boekbesprekingen, lezersacties, brieven. Er is een mengelwerk. Verwacht vooral geen klassieke geschiedenis van het kopje troost. Of wat uitleg over hoe je nu best koffie zet, drinkt of maalt. Weet wel dat Kregting je nu en dan in de maling neemt. Tussen alle sérieux in. Of is het andersom?

Trieste Sartre
Acht jaar heeft essayist en dichter Marc Kregting aan ‘Koffie’ gewerkt. Met veel ‘zwart en nat’, zoals hij in een interview vertelde. Hij drinkt dag en nacht koffie, zonder veel voorkeur voor welke soort ook. Overigens vindt hij zichzelf een ‘niet- kenner’. Al te bescheiden, ook als hij het heeft over zijn drug die overal ter wereld gebruikt wordt. Legaal. De effecten van koffie zijn zowel positief als negatief.

Of ze altijd troost brengen is een andere zaak. Kijk maar eens naar de foto van Jean-Paul Sartre op bladzijde 383 van ‘Koffie’. Hij zit in een café aan een bistrotafeltje. Zijn kopje koffie is leeg. De lepelschep van het koffielepeltje ligt in zijn richting. Is er iemand anders bij komen zitten? Of wacht hij al lang op iemand? Kijkt hij daarom zo triest? Hoe dan ook was Sartre ’totdat invaliditeit intrad en thee hem in bedaren moest brengen, een grootverbruiker van koffie,’ aldus Kregting. Die er nog snel aan toevoegt dat Sartre, ’terwijl de wereldbevolking qua omvang een derde besloeg van de huidige, in tien jaar tijd eens eenennegentig Le Monde-petities ondertekende.’

‘Koffie’ leidt tot alles, van op het eerste gezicht vreemde associaties tot leuke weetjes. En Kregting heeft er een ruime voorraad van. De zaterdageditie van de New York Times bevat evenveel informatie als een mens in de negentiende eeuw tijdens zijn hele leven te verwerken kreeg. En, we komen bij de koffie, een kind krijgt in feestmaand december evenveel suiker te eten als iemand in 1850 van wieg tot graf. Toch leuk voor een koffiepraatje.

Vlaamse overheid Een ‘doeboek’ noemt Kregting zijn ‘Koffie’. Neen, een kruiswoordraadsel valt er niet op te lossen. Maar zijn in mooie lichtbruine letters gedrukte biografie van de koffie doet je in elk geval bladeren. En dan kom je misschien terecht bij de cups van Nespresso. Of de Nederlandse origine van Starbucks, de koffieteelt en de derde wereld, de geur van koffie en het gedicht ‘Impasse’ van Nijhoff. En verder bij Multatuli, de intrede van de zomertijd, de strijd van Maurice Gilliams’ Elias tegen de werkelijkheid….

Of wil je dit weten: de Vlaamse overheid geldt sinds jaar en dag als groot afnemer van eerlijke producten. De Vlaamse ambtenaren consumeerden in 2006 dertig ton koffie en 20.000 liter vruchtensap. Bij plechtige ontvangsten komt de wijn uit het eerlijke handelscircuit. Iets wat niet iedereen apprecieerde: Bart Debie, toen perswoordvoerder van de VB-fractie in het Vlaams parlement, installeerde in 2009 in zijn bureau een Senseo, een cadeau van een collega. Zijn Facebook-vrienden liet hij meteen delen in de vreugde: ‘Eindelijk bye bye brol Fair-Trade koffie van het parlement.’
Fred Braeckman

Marc Kregting, Koffie – Een doeboek, Wereldbibliotheek, 397p., 24,90 euro, ISBN 978 90 284 2492 0

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content