Meneer Heming: roerende vastgoedmakelaar

De wraak van meneer Heming © .
Lukas De Vos
Lukas De Vos Europakenner

Nooit geweten dat een oersaai beroep als huizenslijter zo turbulent en fascinerend kan wezen. Phil Hogan verkoopt het met verve met ‘De Wraak van Meneer Heming’, schrijft Lukas De Vos.

Nooit geweten dat een oersaai beroep als huizenslijter zo turbulent en fascinerend kan wezen. Hogan verkoopt het. Met verve. Nochtans is het een klassiek verhaal. Ambitieuze jongeman weet zich op te dringen aan het gerespecteerde makelaarskantoor Mower & Mower, wordt de natuurlijke opvolger als de oude baas te ruste gaat, flikflooit wat met de vrouwelijke bediendes, maar is vooral de toeverlaat van eenieder die rondwaart in het dorp met al zijn intriges en overspel, ver genoeg van de echte bewoonde wereld, Londen of Norfolk (op 150 kilometer).

Maar de Heer Heming draagt én een verleden én een opdracht mee. Een verleden als gepest jongetje, dat hem opzadelt met wraakgevoelens tegenover de beau van zijn internaat. Een taak als beheerder van de rust en de huizen in zijn dorp. De sleutel daartoe is de sleutel. Van elk huis dat hij aan de man (of de vrouw) brengt, uiteraard. Geen dubbelspel, wel een dubbele sleutel, want orde is zijn obsessie, elk hoekje, elk grasperk, elke garage, elk kastje in een slaapkamer moet hij voor zichzelf fotografisch vastleggen, op straffe van zijn greep op de werkelijkheid te verliezen.

Helaas brengen de vrouwen hem geregeld in een ongemakkelijke verwarring. Of ze nu in de bibliotheek werken of op zijn eigen kantoor, het is bovenmenselijk werk ze een stabiele plaats te geven in zijn geplande levensherinnering. Daarom moet de Heer Heming soms drastisch ingrijpen, al dan niet gediend door een gelukkig toeval. Dan kan een smiechtige collega wel es vreselijke darmfloracomplikaties oplopen als hij een halfrauwe halfontdooide kip in een slordig volgestouwde koelkast laat lekken. Dan kan een wat bazige echtgenoot met losse handjes al es neerstorten in een diepe afgrond. Dan kan al es een aanbidster met een overrijp libido stikken door koolmonoxide uit een slecht werkende ketelbrander. Een vingerknip volstaat. Jaja, “het is onvermijdelijk. De rol van het volgende slachtoffer is altijd de rommel van het vorige opruimen. Ik hoop dat ik er nu een streep onder heb gezet, dat er rust zal volgen en de kwelling zal ophouden”. Het is me wat. De onvermijdelijke dwang van de kleinzielige samenleving, die de gedroomde, onwankelbare gelijkmoedigheid verstoort en de arme Heer Heming betreurenswaardige daden oplegt. De Heer Heming is het rustieke gezicht van de onderliggende macabere verrotting die het samenleven uitlokt.

De verleiding is groot. Om Heer Hemings masker terug te voeren tot een verdacht gebeuren uit Heer Hemings kinderjaren. Om de wroeging naar de uithaal naar de showball Martinneau als drijfveer voor eerder bedrukt gedrag te zien. Niets is minder waar. De Heer Heming is een wonder van zelfverklarend wangedrag, dat geduid wordt als voorbeeldig burgerschap. Want zijn aanvechtingen zijn in se ingoed. “Dit is wie ik ben, de hoeder van de plannen, al heb ik die natuurlijk niet. (…) Ik kom in vrede”. Want geef toe, wie kan er anders de chaos van verhuizingen, relaties, transacties en voornemens beter beheren dan een onopvallende, afstandelijke waarnemer, die de sleutel heeft tot alle verborgen intenties ? Toch een makelaar in goede bedoelingen ? En dat verklaart mede waarom de Heer Heming niet geschikt is voor een blijvende verhouding. Hij moet en zal de toezichter zijn, die alleen ingrijpt als de orde dreigt verstoord te worden, ook door hemzelf.

Dat inzicht verwerft hij maar definitief als hij Martineau gaat opzoeken. Martineau is intussen een sociaalvoelend, hulpvaardig priester geworden in Wollesworth aan de Yorkshire Dales (in die buurt van verlopen textielindustrie is Hogan zelf geboren), arm maar humoristisch, en vooral tevreden dat hij uit zijn vroegere leven van schijn en aanstellerij is gegroeid. Dan beseft de Heer Heming dat hij de laatste horde heeft genomen. Want “waarom was ik gekomen ? Ik had het dorp uitgewild. (…) Toch zat er ook nieuwsgierigheid achter; zelfs een gevoel van onafgeronde zaken”. Daar gaat het om. De fout, weg willen uit de geborgenheid van zekerheden. De doem, nieuwsgierigheid is onontbeerlijk om het bewegend kluwen in tijd en ruimte onder controle te blijven houden. De spin in het web. De verkeerscentrale die de camera’s bestuurt. Die cocon verlaat je enkel als de duidelijke structuur ter plekke dient nagekeken. De omtrek van een klein stadje geeft volmaakte alomtegenwoordigheid. Maar discreet natuurlijk. En ongebonden.

Als dus de flaptekst een “huiveringwekkende” roman noemt, dan mist hij de essentie waaraan de Heer Heming zich onderwerpt: volstrekte bewegingloosheid, volstrekte bevriezing, volstrekte doorgronding van de dagelijkse doolhof. Verandering leidt tot zonde (“hij had niet één keer geïnformeerd naar mijn godsdienstige overtuiging (die heb ik niet)”), de Heer Heming zou een perfecte NSA-verzamelaar kunnen zijn.

Gelukkig levert dat bijzonder hilarische episoden op. De monologue intérieur doorzeeft geregeld de spanningsboog die opgebouwd wordt. De plot is van een vanzelfsprekende complexiteit, die even nuchter als rationeel wordt ontrafeld, en waarbij de traditionele tegenstander in een thriller, de politie, onvermijdelijk moet afgaan. Enig geluk is nooit ver af voor de Heer Heming, wat laat uitschijnen dat de schrijver zelf onverholen sympathie koestert voor zijn typisch Britse gentleman: wat schijnheilig, wat vormelijk, wat nuffig, wat keurig, wat warmhartig, wat koudbloedig. Maar vooral: flegmatiek. Het flegma van de bolhoed.

Zelden heb ik zo ongeremd gesupporterd voor een verwerpelijk figuur die niet het recht in eigen handen neemt, nee, die het recht zelf begrondt. Ook als hij daarvoor zijn morele principes moet ombuigen. Zeg nu zelf: voor zo iemand zou je toch ook een blokje omlopen ? Hoed u voor Phil Hogan. Hij is de duivel zelve. Je betrapt je erop dat je medeplichtig meegaat in zijn denkwijze, schreef Fred Braeckman. “Zoals Lucifer in Mick Jaggers Sympathy for the Devil een heer van stand en smaak – te schoon om proper te zijn, te aantrekkelijk om slecht te zijn. De ultieme wandaad van Hogan is dat je hem (en de Heer Heming) zelfs dat niet kwalijk neemt. Grote klasse.

Lukas De Vos

De wraak van meneer Heming
De wraak van meneer Heming© Phil Hogan, De Wraak van Meneer Heming. Houten/Antwerpen, Van Holkema & Warendorf-Unieboek/Het Spectrum 2014, 303 blz.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content