Manuscripten van Turkse dichter Hikmet te koop

In Rusland zijn onbekende manuscripten van de Turkse schrijver Nazim Hikmet opgedoken. Een oude ex-minnares wil ze voor een bom geld verkopen.

In het Russische Oeralgebergte zijn manuscripten uit de nalatenschap van de Turkse dichter Nazim Hikmet (1902-1963) opgedoken. Ze zijn in het bezit van de 94-jarige Galina G. Kolesnikova, een Russische arts die de zieke schrijver verzorgde tijdens zijn ballingschap in Moskou. Kolesnikova was Hikmet minnares. Ze zou volgens de Turkse krant ‘Hürriyet’ ook voor de KGB, de geheime dienst van de Sovjet-Unie, hebben gewerkt.

Naar verluidt wil Kolesnikova de onbekende literaire nalatenschap van Nazim Hikmet zo snel mogelijk voor één miljoen dollar verkopen. Dat is heel wat meer dan de prijs die de bejaarde dame voor de oude auto van de dichter vroeg: twee jaar geleden verkocht ze dat voertuig voor zeshonderd dollar aan een bewonderaar van de schrijver.

Het Turkse ministerie van Cultuur heeft belangstelling voor het aanbod van Kolesnikova, maar beschikt niet over het geld om zo’n aankoop te betalen. In Ankara zouden nu diplomatieke middelen worden ingezet om in het bezit van Hikmets nalatenschap te komen. Vrienden van de schrijver, die in 1963 in Russische ballingschap stierf en wiens werk in meer dan vijftig talen is vertaald, dringen er bij de Turkse overheid op aan om Hikmet in Turkije te eren met een museum waarin zijn nalatenschap ondergebracht zou worden.

Nazim Hikmet wordt gerekend tot de grondleggers van de moderne Turkse poëzie. Hij was een sympathisant van de Russische Revolutie en werd daarom in Turkije vervolgd. Hikmet vluchtte in 1921 naar de Sovjet-Unie en studeerde in Moskou kunstgeschiedenis. Bij zijn terugkeer naar Turkije werd hij daar in 1928 gearresteerd. In 1938 werd hij tijdens een politiek proces tot 28 jaar cel veroordeeld. Tijdens zijn gevangenschap schreef hij een belangrijk deel van zijn literaire oeuvre en vertaalde hij Tolstoi’s ‘Oorlog en vrede’ in het Turks. Pas in 1950 werd hij na een hongerstaking en internationale protestacties uit de Turkse gevangenis vrijgelaten.

In 1951 vluchtte Hikmet opnieuw naar Moskou omdat hij, 49 jaar oud, een oproepingsbevel voor het Turkse leger had gekregen. Hij overleed in 1963 en ligt begraven op het prestigieuze Moskouse kerkhof van Novodevitsji, waar ook Gogol, Tsjechov en Majakovski begraven liggen. Pas vorig jaar kreeg Hikmet postuum het Turkse staatsburgerschap terug.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content