Literaire nalatenschap van Max Frisch blijft een raadsel

De lang verwachte correspondentie van de Zwitserse auteur Max Frisch met onder anderen Ingeborg Bachmann zal dan toch niet openbaar worden gemaakt.

Al op 5 april had het twintigjarige embargo dat op bepaalde delen van Max Frisch’ nalatenschap rustte, opgeheven moeten worden. Daartoe behoort behalve een groot deel van de correspondentie van Max Frisch (1911-1991) met de Oostenrijkse schrijfster Ingeborg Bachmann ook Frisch’ ‘Berliner Journal’ uit de jaren zeventig.

De adviesraad van de Max Frisch-stichting in Zürich heeft nu bekendgemaakt dat het ‘Berliner Journal’ niet als een geheel gepubliceerd kan worden om te vermijden dat persoonlijke rechten geschonden worden. Het is niet eens zeker of fragmenten uit Frisch’ dagboek kunnen verschijnen.

Verder zal ook de briefwisseling tussen de Oostenrijkse schrijfster Ingeborg Bachmann en de Max Frisch om juridische redenen voorlopig ontoegankelijk blijven voor de publieke opinie en de literatuurwetenschap. Die correspondentie tussen Frisch en Bachmann wordt bewaard in het Frisch-archief in Zürich en in de Oostenrijkse Nationale Bibliotheek in Wenen. De rechten liggen echter niet alleen bij de Frisch-stichting, maar ook bij de erfgenamen van Bachmann. Daar ligt waarschijnlijk een van de knelpunten.

De teleurstelling is groot. Lezers, wetenschappers en psychologen keken immers reikhalzend uit naar de publicatie van deze verborgen Frisch-geschriften, ook omdat het hele oeuvre van de Zwitserse schrijver in feite één groot egodocument is en iedereen nieuwsgierig is om in Frisch privéleven nieuwe sleutels te ontdekken. De mannelijke helden in de romans van de Frisch zijn vaak zeer herkenbare alter ego’s van de Zwitserse schrijver. Voor zijn literaire werk putte Frisch onophoudelijk uit zijn eigen leven. Dat geldt ook voor de verteller uit Frisch’ Amerikaanse liefdesroman ‘Montauk’ uit 1975. Direct na de publicatie van dit boek verbrak zijn dochter Ursula alle contacten met haar vader omdat ze vond dat ze voor Max Frisch alleen maar literair materiaal was.

Hoever de schaduw van Max Frisch reikte, bleek tot ver na zijn dood, toen diezelfde dochter, Ursula Priess, het boekje ‘Sturz durch alle Spiegel’ (2009, Ammann) publiceerde. Daarin vertelt Ursula hoe ze in Venetië een man ontmoet tot wie ze zich erg aangetrokken voelt. Maar uit hun gesprekken blijkt al snel dat ook deze man een relatie met Ingeborg Bachmann had en in de liefde dus een rivaal was van haar vader. Daardoor loopt alles mis.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content