Review | Boeken

Limburgse heimatthriller van Roger Schoemans

© Coverafbeelding uitgeverij Davidsfonds

‘Padre!’, de tiende misdaadroman van Roger H. Schoemans, doet denken aan Louis Paul Boon maar dan op z’n Limburgs, aldus Lukas De Vos.

De Delhaize in Vlijtingen heeft zijn wijnassortiment uitgebreid. Voor één keer drinken de intussen zeer vertrouwde regionale nieuwsjagers Joosten en Schraepen niet de gebruikelijke Italiaanse foezel, maar serveert Joostens vriendin Lie een Spaanse Pueblo Viejo, en verderop zelfs een Portugese Dao.

We gaan erop vooruit in deze tiende thriller van Schoemans, en dat is niet ironisch bedoeld. Het is een àndere Schoemans geworden, met grondig historisch onderzoek, en een minutieuze beschrijving van de inhibities die de norse boerenbevolking van Zuid-Limburg koestert. Padre ! is minder ironisch, maar een stuk gedetailleerder dan de vorige onderzoeksjournalistieke romans als Hengst, Bastille of Amulet.

Limburgse Pater Damiaan

Alleen de opening lijkt stilistisch op de vorige thrillers. Dat is te merken aan de overvloed aan krachttermen, de godverdommes zijn de lucht niet uit als een kraanman een enorme sluitsteen wegtrekt en een graf wordt blootgelegd. Met daarin een skelet, bedekt met een soldatenjas in feldgrau, en een Pruisisch soldatenboekje. Wat had de vroegere bewoner van de pastorij te verbergen, behalve zijn wijnkelder, als vrij snel blijkt dat het niet om één, maar om twee skeletten gaat, en niet van een soldaat, maar van een vrouw en een onvoldragen kind ? Gefundenes fressen voor een iconoklast als Joosten, die meteen het verband legt met de levenswandel van kapelaan Doornaert, niet bepaald een heilige bij leven, maar wel op het punt om door Rome erkend te worden als de pater Damiaan van Zuid-Limburg na zijn martelaarschap in Paraguay eind jaren dertig.

Schoemans past zijn thema’s aan, als de herdenkingen zich aandienen: de Groote Oorlog ligt straks een eeuw achter ons, maar wat heeft Limburg te maken met de Duitse inval ? Heel veel, want het oninneembare fort van Eben-Emael ligt op schootsafstand, de moordpartijen in Wezet maken deel uit van het collectieve geheugen, de terreur tegen de burgerbevolking beperkte zich niet tot Leuven of de Westhoek.

Jong vlees

Op listige wijze verknoopt Schoemans het Duitse decor met de schijnheilige rol van de toen almachtige kerk, en het schuinsmarcheren van haar bedienaars. Want al vrij vroeg wordt onthuld (en daarom mag ik het ook schrijven) dat kapelaan Doornaert jong vlees moeilijk langs zich heen kon laten gaan, vooral als het deel uitmaakte van zijn meisjeskoor. Het bisdom misbruikt zijn bekentenis om én de gelovigen onder de knoet te houden én haar financiële aandelen in het buitenland veilig te stellen én haar imago te versterken. De kapelaan mag dan wel een overweldiger zijn, ook hij is het slachtoffer van zijn tijd: zijn ouders dwongen hem om pastoor te worden, de uitweg die hem geboden werd dient een ander doel dan zijn eigen zwakheden.”Herinneringen waarvan hij dacht dar hij ze weggeborsteld had zoals hij destijds het mergelstof van Sint-remi van zijn kleren borstelde, doken weer op. (…) De kapelaan verdreef de zoete smaak van de zonde. Vergat dat wellust aan de oorsprong lag van de gebeurtenissen die hem gedwongen hadden naar dit vreemde land te vluchten”.

De seksuele obsessies en schaamte van Doornaert, die bovenkomt als hij bij aankomst een naakte indiaan ziet vissen,of later het liefdesspel van twee indianen bespiedt, staan in schril contrast met de onbesproken levenswandel van zijn patroonheilige in Limburg én in de Misión San Remi. De naam van deze missie verwijst naar Remigius van Reims, de man die Chlodowech (Clovis) doopte en armoedig leefde (vandaar dat zijn feestdag nog voor de slachtmaand valt, en dus op soberheid wijst). Dat het Davidsfonds die filosofie ongegeneerd uitbrengt, siert de uitgever. Zelfkritiek is de grondslag voor openheid.

Kerkelijke belangen

De verbanning van Doornaert naar een nieuwe missie in het betwiste Chacogebied tussen Boliviê en Paraguay bij de Guarani-indianen moet de kerkelijke belangen vrijwaren – de opmars van protestantse, Amerikaanse zendelingen wordt afgeremd, de indianen krijgen er, behalve een koloniale grootgrondbezitter, een tweede, spirituele (en mettertijd ook lijfelijke) toezichter bij, en in de oorlog tussen de oliefirma’s Esso en Shell dienen de grote opbrengsten veiliggesteld.

Limburgse omerta

Padre ! is ongetwijfeld de meest geëngageerde thriller die Schoemans tot nu toe heeft afgeleverd. Niet alleen hakt hij ongenadig in op de onderdanigheid van de simpele Limburgers, die besmuikt roddelen maar tegenover buitenstaanders een ongenadige omertà hanteren over de misbruiken door hun leenheren. Hij pakt ook op intelligente, geloofwaardige manier de immoraliteit aan van de hogere klassen, of ze zich nu in politieke (de minister die een archeoloog onderzoeksverbod oplegt na gekonkel van de schijn-non Christina Doornaert – what’s in a name ?), gerechtelijke (de druk waaronder Geo’s ex-geliefde, directrice van de gerechtelijke dienst, Martina De Brauwer, wordt gezet), academische (welke documenten heeft archivaris Jef Theelen ontvreemd, en waarom ?), familiale (de Doornaert-kongsi), of kerkelijke omgeving (de afdreiging van de pers) opdringt.

Een bijzondere vondst is de inbreng van een vergeten oorlog, die Bolivië en Paraguay voerden tussen 1932 en 1935. Schoemans schetst zonder mededogen het evenbeeld van hoe met zweep en verplichte inlijving in het leger natuurmensen als de Guarani gedwongen werden slavenarbeid te verrichten en als kanonnenvlees te dienen. Voor – en dat is het cynische van de hele oorlog – een lege aanleiding: het vermoeden van olierijkdommen onder de oerwoudgebieden, vermoeden dat achteraf ijdel is gebleken. De verplaatsing naar Zuid-Amerika van onze eigen geborneerdheid is doorzichtig genoeg. Kongo en de Groote Oorlog in een andere gedaante.

Vasthoudendheid van een fret

En toch zit er ook een grote continuïteit in de aanpak van Schoemans. Hij steekt zijn grote waardering voor de plaatselijke correspondenten nergens onder stoelen of banken, Joosten of Schraepen tonen de vasthoudendheid van een fret, en lopen nergens naast hun schoenen van pretentie. Ze gaan ook mee met het veranderende medialandschap, nu ze ook video’s en tv-bijdragen aanreiken. Met de hulp van een gedreven, onwrikbare hoofdredacteur, Geert Brouns, die hen de mantel uitveegt (“‘Werk je voor de krant of voor de flikken ?’, snauwde Brouns hem toe”), maar naar buiten toe altijd in bescherming neemt, wordt een lans gebroken voor lokale onderzoeksjournalistiek. “Het zijn die jongens die het echte nieuws maken”, vertrouwde Schoemans me ooit toe, “Niet die dikkenekken die achter hun computerscherm persberichten samenvatten of als pauwen achter hoogwaardigheidsbekleders aanhollen”. Daar is geen speld tussen te krijgen.

Schoemans voegt in Padre ! nog een nieuwe kategorie onmisbaren toe: de heemkundigen. Zij zijn het die het minuskule veldwerk doen. Ze mogen dan, zoals Bert Peeters, wat farfelu overkomen door hun overtrokken veronderstellingen, maar zonder hun acribie en gedetailleerd onderzoek zijn akademische, syntetische studies ondenkbaar.

Machiavellistische machinaties

Tegelijk drijft Schoemans de spot met geloof én bijgeloof: ze zijn beide uitingen van ongepaste onderdanigheid. Geloof is vaak niet meer dan synoniem van institutionele oplichterij en machtsbestendiging. Bijgeloof is een bijproduct van conformisme en sociale druk. Het verlegt wat fluisterend geweten is, in casu het seksueel misbruik door de kapelaan en de toegedekte schandalen door het bisdom, naar kwade geesten en een ongrijpbare dreiging, spoken dus. Ongenadig legt Schoemans de machiavellistische machinaties van de kerkelijke overheid bloot. Dat zoiets gebeurt aan de hand van beduimelde missieblaadjes en honderdjarige boeren maakt het helemaal ironisch. Zij zijn de tijdsdruk ontgroeid en spreken nu voor zichzelf, het zijn bevroren relikten uit een tijd van strakke, onbevraagd hiërarchische verhoudingen.

Evangelie van de underdog

Padre ! is het evangelie van de onbevangen, zelfstandige underdog. Schoemans blijft voor alles de woordvoerder van zelfbewuste bescheidenheid, en de heraut van de gewone mens, die hoge ambities naast zich neerlegt en ze graag inruilt voor de aangename rust van de vriendenkring. Wat de wafelenbak is in de stripverhalen van Nero, is het middagmenu van afspanning ‘De Vierweg’ van Armand Vanspauwen bij Schoemans: “Eieren met donkergele dooiers, gelegd door echte scharrelkippen. Spek van een varken dat enkele maanden uitstel had gekregen om in zalige rust zijn ideale slachtgewicht te bereiken”. En natuurlijk “in varkensvet gebakken aardappelschijfjes”.

In plaats van het zenuwachtige speurdersbureau uit tv-feuilletons, of de verstikkende rechtszaal, draait elk misdaadonderzoek om de warme gelagzaal van Vlijtingen of Herderen. Daar zijn alle beschotten van rang en stand geslecht. Want voor “journalisten en politiemensen vormde Armands wijdvertakte ‘Vierwegfamilie’ een misschien niet onmisbare, maar altijd amusante bron van min of meer echte informatie, op smaak gebracht met sappige praatjes en intrigerend geroddel”. En natuurlijk met gulle porties drank en voedzame maaltijden. “Een forel voor mevrouw en biefstuk béarnaise voor Geo ?”

Limburgse vlaai

Er is maar één ding dat ontbreekt in Padre !: de Limburgse vlaai. Maar voor de rest staat het werk van Schoemans moeiteloos naast dat van (al dan niet zelfbenoemde) driesterrenauteurs. Schoemans schrijft bedrieglijke heimatromans. De eigen straat, de eigen akker is de slagader geworden van universele gedragspatronen. Boon op zijn Limburgs. Niet om terug te keren naar de vaste orde van de dorpsmentaliteit, wel om het onvervangbare te herontdekken in de waan van de dag. Padre ! is vanuit dat oogpunt een tour de force. Zonder aanmatiging, zonder uitglijers, zonder overdrijvingen, zonder flauwe grappen. Nauwgezet onderbouwd, ingenieus plot, loslopende reporterstijl, rake typeringen, perfekte rekonstruktie van de plaatselijke mentaliteitsgeschiedenis. Schoemans heeft zijn vleugels niet verbrand, en zweeft monkelend over de wriemelende massa van in bedwang gehouden, maar innerlijk warme dorpelingen. Schoemans is de meester van de kleinsteedse nukkigheden.

Schoemans, Padre ! Leuven, Davidsfonds 2013, 226 blz.

Lukas De Vos

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content