Jubileumnummer DWB (160 jaar jong!) eert Patricia de Martelaere

Patricia de Martelaere (1957-2009). © Passa Porta

Koen Peeters verzamelde in het jarige DWB-nummer 21 geschreven portretten van onder anderen Leo Pleysier, Eric de Kuyper, Yves Petry en Peter Terrin én schreef zelf een ontroerende hommage voor de veel te jong overleden Patricia de Martelaere.

DWB bestaat met dit jubileumnummer, dat aan het fotografische en literaire portret is gewijd, exact 160 jaar. Het is daarmee, na De Gids, het oudste nog verschijnende literaire tijdschrift uit het Nederlandse taalgebied. Koen Peeters verzamelde als gasthoofdredacteur 21 bijdragen waarin schrijvers naar aanleiding van een impressie of foto die hen dierbaar is een portret in woorden schieten.

Sneeuwwitje in het bos

Patricia de Martelaere (coverafbeelding DWB april 2015)
Patricia de Martelaere (coverafbeelding DWB april 2015)© Anne van Herreweghen, houtsnede op Japans papier

Peeters schreef zonder meer het meest beklijvende portret door in te zoomen op de open doodskist waarin essayiste-filosofe Patrica de Martelaere opgebaard lag tijdens de begrafenisdienst in 2009 in het kerkje van Wezemaal. De Martelaere, die zelf kernredacteur van DWB was van 1993 tot aan haar dood in 2009, was de laatste jaren het taoïsme toegedaan:”Het leek dat ze zich op een taoïstische wijze wilde tonen. Zelfportret van de kunstenaar als dode vrouw. Sneeuwwitje in het bos. Monnik. Haast een heiligenbeeld.”

Peeters probeert het mysterie van De Martelaeres bestaan te doorgronden zoals ze hem aankijkt van in haar doodskist: “Was jij dan visionair zoals Hugo Claus zichzelf ironisch noemde? Nee, jij had gewoon alles vooraf overwogen. Je wist de dingen omdat je ze vooraf lucide had doorgedacht.”

Weg met die schrijvers!

Er vallen heel wat ontdekkingen te doen in dit portrettennummer. Leo Pleysier blijft stil staan bij een groepsfoto van 8 Vlaamse schrijvers van vroeger die in zijn werkkamer hangt. De jonge Pleysier staat er onder anderen naast Hugo Claus, Leo Geerts, Eddy van Vliet en Ivo Michiels. Ironisch slotsaluut: “À la bonheur, ik leef nog. En komaan, vooruit, weg ermee, weg met die schrijvers! Want ik wil niet dat ze hier nog langer op mijn vingers staan te kijken.”

Yves Petry verdiept zich in de ijsman Ötzi en Peter Terrin in zijn zoon Willem als blonde jongen van vierenhalf. Eric de Kuyper ten slotte portretteert de portretfotograaf die foto’s van hemzelf maakten.

Frank Hellemans

Hugo Bousset (hoofdredacteur), DWB april 2015, 128 blz., 15 euro (verschijnt 5 maal per jaar)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content