John Steinbeck was slechts compromislaureaat voor Nobelprijs

De Nobelprijs voor de Literatuur ging in 1962 naar John Steinbeck bij gebrek aan meer geschikte kandidaten, zo blijkt nu 50 jaar na datum.

De Zweedse Academie, die de Nobelprijzen voor de Literatuur toekent, geeft na vijftig jaar de notulen vrij van de comitévergaderingen waarop beslist wordt wie een Nobelprijs krijgt. Vorig jaar kwamen de gegevens vrij over de prijs van 1961 en daaruit bleek dat JRR Tolkien even in de running was, maar werd weggezet als te weinig literair.
Dit jaar bevestigen de archieven van de Zweedse Academie de controverse rond de laureaat van 1962, John Steinbeck. “Er zijn geen duidelijke kandidaten voor de Nobelprijs en het prijscomité zit in een weinig benijdenswaardige positie,” liet comitélid Henry Olsson optekenen in de documenten die de Zweedse krant Svenska Dagbladet kon inkijken.

Afvallingsrace

Nochtans haalde schoon volk toen de shortlist (die eveneens nu pas is vrijgegeven). Dongen (onbewust) mee naar de hoogste eer: de Britse dichters Robert Graves en Lawrence Durrell, de Franse toneelauteur Jean Anouilh en de Deense schrijfster Karen Blixen. Het werd volgens de archieven meer een afvallingsrace dan een epische strijd tussen literaire grootheden.

Blixen overleed kort voor de uitreiking van de prijs en kwam dus niet meer in aanmerking. De Fransman Anouilh had vermoedelijk de pech dat de Nobelprijs in 1960 nog naar een landgenoot was gegaan en het comité graag voor afwisseling zorgt. Hij was nog maar 52 en had dus nog een mooie Nobeltoekomst voor zich, ware daar niet dat jonge Franse talent Jean-Paul Sartre die in 1964 won.

Durrell moest in 1962 het grootste deel van zijn omvangrijke oeuvre nog neerpennen. Zijn meesterwerk ‘The Alexandria Quartet’ uit 1962 woog toen onvoldoende door en bovendien was hij het jaar ervoor nog geweerd wegens te “monomaniacaal gepreoccupeerd met erotische complicaties”. Graves was op zijn beurt te veel dichter en te weinig romancier om te winnen in een jaar dat het Nobelprijscomité de roman in de bloemtjes wilde zetten.

Betwiste keuze

Bleef over: John Steinbeck, die op het zeer koel onthaalde ‘The Winter of Our Discontent’ uit 1961 na, in tien jaar niets meer had geschreven en volgens velen overschat was of over zijn hoogtepunt heen was. De comitéleden waren hiervoor niet blind maar vonden niettemin dat hij met dat laatste boek zijn reputatie als authentieke realist alle eer aandeed en de gelijke was van voorgangers als Sincalir Lewis en Ernest Hemingway.

In ieder geval werd de toekenning van de Nobelprijs aan Steinbeck niet op unaniem gejuich onthaald. Een Zweedse krant noemde de keuze “een van de grootse vergissingen van de Academie” en volgens The New York Times werd een schrijver beloond wiens “beperkte talent, in zijn beste boeken, verdund wordt door tiendegraads gefilosofeer.” Zelfs Steinbeck was niet overtuigd. Op de vraag of hij de prijs verdiende, antwoordde hij bijzonder bondig: “Eerlijk gezegd, nee.”

Nu is duidelijk dat de toenmalige controverse gegrond was: Steinbeck was een compromislaureaat.

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content