Ann Peuteman

In ongenade: ‘Dat het boek de Zuid-Afrikaanse gemoederen zo verhitte, mag geen verrassing zijn’

Op de Boekenbeurs staat dit jaar de relatie tussen boek en beeld centraal. Knack-redactrice Ann Peuteman schrijft over In ongenade van J.M. Coetzee, het boek waarop de film Disgrace is gebaseerd.

‘Waarom haten ze me toch zo?’ vraagt de blanke Lucy zich af nadat ze bruut is verkracht door zwarte overvallers. ‘Het is de geschiedenis die door hen spreekt’, antwoordt haar vader. ‘Een geschiedenis van fouten. Misschien helpt het om het zo te bekijken.’

Het is dan ook niet zo vreemd dat nogal wat (blanke) Zuid-Afrikanen het moeilijk hadden met Disgrace (in het Nederlands vertaald als In ongenade), de bekroonde roman van hun landgenoot J.M. Coetzee. Volgens hen benadrukte de schrijver weer eens de historische schuld van de Afrikaners en zou hij zelfs suggereren dat ze beter en masse konden emigreren.

In ongenade: ‘Dat het boek de Zuid-Afrikaanse gemoederen zo verhitte, mag geen verrassing zijn’

Maar ook in de ogen van zwarte Afrikanen, en dan vooral politici van het ANC (de leidende politieke beweging in Zuid-Afrika, nvdr.), vond de roman geen genade. Want was het verhaal van de latere Nobelprijswinnaar in wezen niet ouderwets racistisch en had hij niet elk bestaand cliché over de gewelddadige aard van zwarte machomannen vanonder het stof gehaald?

Dat In ongenade de gemoederen eind jaren negentig zo verhitte, mag geen verrassing zijn. Zuid-Afrika kende toen daadwerkelijk een golf van overvallen op ‘witte’ boerderijen, waarbij boerenfamilies werden beroofd, verkracht en gefolterd. Volgens de boeren een poging van zwarte landgenoten om hen van hun land te verjagen, volgens zwarte politici een gevolg van de manier waarop ze hun zwarte knechten behandelden. Om maar te zeggen dat het boek voor interpretatie vatbaar is, en daardoor allesbehalve ongecontesteerd.

In ongenade vertelt het verhaal van David Lurie, een cynische literatuurprofessor aan een hogeschool in Kaapstad, die in ongenade valt als hij een relatie aanknoopt met een jonge studente. In plaats van een publieke knieval te doen, neemt hij ontslag en trekt hij naar de Oost-Kaap, waar zijn lesbische dochter Lucy in haar eentje een bescheiden boerderij runt.

Daar worden ze overvallen door drie zwarte mannen, die met een smoesje zijn binnengeraakt. Lucy wordt door de mannen verkracht, haar vader wordt met spiritus overgoten en in brand gestoken. Allebei reageren ze totaal anders op die gruwel. Lucy, die zwanger blijkt te zijn, besluit het kind van een van haar verkrachters te houden, weigert klacht tegen hen in te dienen en blijft op de boerderij wonen. Tot groot onbegrip van haar vader, die gaat werken in een dierenkliniek waar hij straathonden een dodelijk spuitje geeft.

Tien jaar na de publicatie in 1999 werd In ongenade verfilmd als Disgrace door de Australische regisseur Steve Jacobs en zijn vrouw, scenarioschrijfster Anna-Maria Monticelli. De gelijknamige film, met een weergaloze John Malkovich als David Lurie en de verdienstelijke Zuid-Afrikaanse Jessica Haines in de rol van Lucy, is beklijvend, onthutsend en wrang. Net als het boek. Nogal logisch, want het script volgt de roman gedwee. De film voegt er zelfs iets aan toe wat Coetzee onmogelijk even overtuigend had kunnen beschrijven: de bedwelmende Zuid-Afrikaanse landschappen.

Maar toch is het boek – u raadt het al – beter dan de film, en dat komt vooral door David Lurie. Hoewel de roman in de derde persoon is geschreven, zit je als lezer de hele tijd in het hoofd van de eigengereide vijftiger.

We zien de gebeurtenissen door zijn ogen, elke scène wordt gelardeerd met zijn betweterige cynisme, onbehagen en (uiteindelijk) doodsangst. Die blik is net wat de roman zo virtuoos maakt en sommige scènes zelfs briljant. Vooral dan de passage waarin Lurie in de wc is opgesloten en hoort hoe de aanvallers zijn dochter molesteren.

Omdat romanciers nu eenmaal over andere vertelperspectieven en stijlfiguren beschikken dan regisseurs ontbreekt die Lurie-filter in de film, en dat is toch wel een groot gemis. Net zoals ik het ontzettend jammer vind dat de scenariste het nodig heeft gevonden om sommige personages meer in te kleuren dan in het boek.

Toch is het boek – u raadt het al – beter dan de film, en dat komt vooral door David Lurie.

Vooral Lucy dan. De papieren Lucy is heel onbevattelijk. Hoe komt ze erbij om in haar eentje in the middle of nowhere plantjes te gaan kweken? Waarom wil ze haar aanranders niet gestraft zien? Hoe haalt ze het in haar hoofd om het kind van een van haar verkrachters te krijgen en haar leven gewoon verder te zetten? Voor de lezer blijft het gissen, graven en vermoeden. De filmkijker, daarentegen, krijgt een haast heroïsche Lucy voorgeschoteld, een koppige vrouw die onverzettelijk bij haar principes blijft. Wellicht was de grilligheid van dat personage – wat haar in de roman net zo boeiend maakt – te complex voor het witte doek.

En dan is er ook nog de onweerstaanbare drang van veel filmmakers om altijd weer een toch ietwat geruststellend eind aan hun werk te breien. Maar laat ik daar maar niet op ingaan, want anders hebt u natuurlijk geen enkele zin meer om In ongenade te lezen of Disgrace te bekijken.

En dat moet u heel dringend eens gaan doen. In die volgorde nog wel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content