Review | Boeken

In de schaduw van WO I met Goncourt-winnaar Jean-Christophe Rufin

Schrijver-diplomaat Jean-Christophe Rufin (links in zwart pak) was ooit Frans ambassadeur in Senegal waar hij in mei 2010 in Dakar een herdenking van WO II bijwoonde. © BELGAIMAGE

Goncourt-winnaar en oud-ambassadeur Jean-Christophe Rufin schreef met ‘De rode halsband’ een subtiele en schitterende non-fictieroman over trouw, menselijkheid, verdraagzaamheid.

De hondsdagen van 1919. We zijn in een dorpje van de Berry, een streek in Frankrijk rond Bourges en bekend om de Sancerre-wijn. Het dorpsplein is verlaten, alleen het geblaf van een eenzame hond stoort de stilte. Dag en nacht. Hij heet Wilhelm, net als de Duitse Kaiser. De verlaten kazerne is de gevangenis geworden voor één enkele man: korporaal Morlac. Het is zijn hond die permanent blaft. Morlac, een man van net geen dertig, werd voor zijn heldhaftig gedrag tijdens de Grote Oorlog gedecoreerd met het Legioen van Eer. En nu zit hij in de gevangenis. Hij kan geëxecuteerd worden of minstens levenslang verbannen worden naar een guur Frans eiland. Morlac wordt ervan beschuldigd Frankrijk te hebben beledigd.

Wroeging

Wat hij precies heeft gedaan en waarom blijft in het ongewisse. De jonge militaire rechter Lantier du Grez, eveneens oud-strijder, krijgt de opdracht de zaak verder te onderzoeken en de strafmaat te bepalen. In het begin heeft de aristocraat Lantier het moeilijk om contact te krijgen met Morlac. Die blijft stug en weigert te praten. Maar Lantier toont begrip. Hij stelt Morlac voor te verklaren dat hij dronken was tijdens de belediging en verzekert hem dat de straf dan zeker lichter zal zijn. Maar Morlac weigert halsstarrig. Beetje bij beetje wordt de ondervraging een gesprek tussen twee oud-strijders. De ene een boerenzoon die nauwelijks naar school is geweest, de andere een officier die zo snel mogelijk weer burger wenst te worden en terugkeren naar zijn vrouw in Parijs. Bovendien wil Lantier heel verdraagzaam zijn. Hij heeft wroeging over de harde vonnissen die hij tijdens de oorlog heeft moeten vellen.

Marx

Tijdens zijn onderzoek merkt Lantier dat de inwoners van het dorp achter Morlac staan en hij gaat praten met Valentine, een jonge vrouw die een paar kilometer verder woont. Ze is de moeder van Morlac’s zoon en meer dan een doodgewone boerin. Ze heeft Morlac boeken leren lezen van Marx, Kropotkin, Proudhon: socialisten, anarchisten, revolutionairen. Morlac nam ze mee naar het front, verborgen achter de omslag van stationsromannetjes. Valentine vertelt over haar grote liefde voor Morlac en ze wil hem terugzien. Intussen komt Lantier steeds meer te weten over korporaal Morlac. Hoe de hond hem gevolgd is, heel de oorlog door. Hem trouw is gebleven van de Somme tot de strijd in de Oriënt, in de omgeving van het Griekse Thessaloniki waar de Centrale Mogendheden tegen de Entente vochten. Daar had Morlac het Legioen van Eer verdiend. Maar was die medaille met het rode lint wel voor hem bedoeld?

In de schaduw van WO I met Goncourt-winnaar Jean-Christophe Rufin
© GF

Trouw en humanisme

‘De rode halsband’ is een korte, bijzonder rijke, poëtische en ook spannende roman waarin de Eerste Wereldoorlog eigenlijk niet centraal staat. Trouw en humanisme zijn de sleutelwoorden. De adellijke Lantier heeft dezelfde bombardementen en gruwel meegemaakt als de korporaal en de hond. Hij is milder geworden en beseft net als Morlac dat de vijand iemand anders kan zijn dan een vijand. Iets wat de door schrapnels verwonde trouwe hond Wilhelm niet kan beseffen. Hij is een metafoor voor grenzeloze moed en trouw. Hij vecht en verdedigt zijn vrienden, voor zijn vijanden kan hij geen begrip tonen. Hij kan een held zijn terwijl Morlac precies revolteert tegen zijn lot om held te zijn. Rufin vertelt het verhaal zonder franjes. Over de gruwel van de oorlog zelf schrijft hij niet: hij gebruikt getuigenissen en zorgt voor spanning door pas tegen het einde te vertellen wat er precies met Morlac is gebeurd. Met veel dialogen ontwikkelt het verhaal zich als in een toneelstuk: binnenshuis en achter gesloten deuren

Non-fictie

Voor deze roman inspireerde Jean-Christophe Rufin (53), Goncourtwinnaar, arts, academielid, diplomaat en pionier van Artsen Zonder Grenzen, zich op een waargebeurd verhaal dat zijn vriend en gentleman-fotograaf Benoît Gysembergh hem vertelde. Ze waren in 2011 voor een Frans weekblad naar Jordanië gestuurd om verslag uit te brengen over de Arabische Lente. Maar er gebeurde daar niets en de tijd ging voorbij met bier drinken en verhalen vertellen. De intussen overleden fotograaf vertelde over zijn grootvader die als held uit de Eerste Wereldoorlog terugkeerde, de Légion d’honneur opgespeld kreeg en dronken een toen onvergeeflijke daad deed waarvoor hij gearresteerd en veroordeeld werd. Gysembergh, aan wie ‘De rode halsband’ is opgedragen, stierf aan kanker net voor de non-fictieroman af was.

Jean-Christophe Rufin, De rode halsband, De Bezige Bij, 222p., 19,99 euro

Van Rufin verschenen in het Nederlands ook onder meer:

Compostela, voetreis naar het einde van de wereld; Globalia; De Abessijn, Braziliaans rood.

Fred Braeckman

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content