Honderd journalisten in Turkse gevangenissen

De AKP-regering van premier Erdogan duldt steeds minder kritiek, zo blijkt uit de lotgevallen van auteur-journalist Ahmet Sik.

Ongeveer honderd journalisten zitten opgesloten in Turkse gevangenissen. Dat zijn er meer dan in China of Iran.

Half maart werden weliswaar vier prominente journalisten op borg vrijgelaten, onder wie Ahmet Sik en Nedim Sener. Ze waren gearresteerd en opgesloten omdat ze als leden van het zogenaamde Ergenekoncomplex – een nationalistisch geheim genootschap met vertakkingen in het Turkse leger – een coup tegen de conservatief-islamitische regering beraamd zouden hebben. Ze werden vrijgelaten wegens een mogelijke herformulering van de aanklacht. De verdachten zelf wijzen erop dat er geen precieze beschuldigingen zijn die hun aanhouding en opsluiting rechtvaardigden.

De beschuldiging dat Ahmet Sik deel uitmaakt van het Ergenekoncomplex is absurd als men weet dat hij de coauteur is van het tweedelig boek ‘Ergenekon’da Kim Kimdir?’ (Wie is wie in Ergenekon?) waarin dit geheime en reactionaire genootschap wordt geanalyseerd. Als redacteur van het magazine ‘Nokta’ publiceerde Sik in 2007 de zogenaamde putschdagboeken, die juist bijdroegen tot de onthulling van het Ergenekoncomplot. De kritische Turkse politiciloog Ekrem Güzeldere verklaarde het gedrag van de regering Erdogan zo: ‘Ahmet Siks boek steunt op toegankelijke documenten van de laatste decennia, er staat niet veel nieuws in. Ik kan zijn arrestatie alleen maar verklaren met het feit dat men zulke onaangename thema’s liever niet behandeld ziet.’

Van zijn vrijlating maakte Sik meteen gebruik om het systeem aan te klagen: ‘Pas als de politieagenten, procureurs en rechters die tegen ons samenzweren naar de gevangenis worden gestuurd, zal gerechtigheid in Turkije haar intrede doen.’ De reporter wordt gehaat door het establishment wegens zijn uitspraak dat Turkije geen Koerden- of Armeniërsprobleem, maar een Turkenprobleem heeft.

Reporter Nedim Sener op zijn beurt onderzocht de nonchalance van politici en openbaar ministerie bij het onderzoek naar de moordenaars van Hrant Dink, de kritische Armeens-Turkse uitgever die in januari 2007 op klaarlichte dag in Istanbul werd doodgeschoten. Sener wees op mogelijke banden tussen de killers en Ergenekon.

Meer dan honderd journalisten zitten op grond van antiterreurwetten in Turkse gevangenissen. De helft van hen werkt voor Koerdische media. Dat is een ruwe schatting. Waarom ze vast zitten is vaak een raadsel, want het Turkse openbaar ministerie is bevoegd om de inhoud van de aanklachten geheim te houden. Volgens ‘Reporters zonder grenzen’ is de situatie van de persvrijheid in Turkije in 2011 erg verslechterd. Turkije zakte tien plaatsen op de persvrijheidslijst, wat betekent dat het van de 178 gerangschikte landen op plaats 148 komt en een slechtere beurt maakt dan Kongo en Algerije. Het rapport van ‘Reporters zonder grenzen’ laat aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘Het ongeëvenaarde aantal arrestaties, het massaal afluisteren van telefoongesprekken en het gebrek aan respect voor de geheimhouding van journalistieke bronnen hebben in de media een klimaat van intimidatie en autocensuur gecreëerd.’

Premier Erdogan reageerde gepikeerd op het bericht van ‘Reporters zonder Grenzen’. Hij noemde het rapport ‘een lastercampagne tegen Turkije’. ‘Degenen, die zich “journalisten” noemen, zijn moordenaars van politieagenten, criminelen die zich schuldig maken aan seksuele misdrijven en putschisten,’ aldus de Turkse staatsman op het feest van het 25-jarig bestaan van de krant ‘Zaman’.

De strafrechtelijke van terroristische misdrijven is in Turkije erg vaag. Een journalist die een lid van een illegale organisatie interviewt kan al als terrorist worden gebrandmerkt en opgepakt. Professor Mehmet Altan, docent aan de Economische faculteit van de universiteit van Istanbul, beschrijft het klimaat als volgt: ‘De AKP verdraagt geen berichtgeving die haar op de een of andere manier in een negatief daglicht plaatst. Zulke berichtgeving komt in de media gewoon niet meer aan bod.’

Piet de Moor



Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content