Het dubbelleven van Marlène Dietrich én Leni Riefenstahl

De Duitse politicologe Karin Wieland schreef een dubbelbiografie over twee iconen uit de vorige eeuw: ‘Marlene Dietrich & Leni Riefenstahl’.

Karin Wieland publiceerde eerder al over onder anderen fotografe Lee Miller, Mussolini’s ‘geheime’ liefde Margaretha Sarfatti, de Rote Armee Fraktion… Haar magnum opus is echter een dubbelbiografie over twee iconen uit de vorige eeuw: ‘Marlene Dietrich & Leni Riefenstahl’. De kanjer van meer dan zevenhonderd bladzijden verscheen zopas in het Nederlands. Dietrich en Riefenstahl hebben veel gemeen, maar er zijn ook heel wat verschillen. Zo zijn ze beiden in Berlijn geboren. De ene in 1901, de andere een jaar later. Dietrich kwam uit een gezin van officieren en woonde in een beambtenwijk van Berlijn. Riefenstahls vader was loodgieter, haar moeder een naaister in de duistere arbeiderswijk Wedding. Ze maakten allebei een immense carrière en gebruikten daarvoor gretig mannen. Dietrich vooral de legendarische regisseur Josef von Sternberg, Riefenstahl werd de regisseur van Hitler. Beiden waren mooie, sexy vrouwen die een reeks minnaars hadden. Dietrich onder anderen Jean Gabin, Yul Brynner, Remarque… maar ook de Cubaanse schrijfster Mercedes de Acosta en John F. Kennedy. Ze ging er prat op biseksueel te zijn en koesterde de mythe.

Boksers

Zoals veel andere meisjes droomden ze ervan filmster of danseres te worden. Dietrich wou ook concertvioliste worden, begon aan de studies maar stopte ermee en werd onder de vleugels van von Sternberg actrice en later zangeres. Riefenstahl zag zichzelf als danseres, kreeg een ongeval en werd eerst actrice in zogenaamde ‘bergfilms’. Een genre dat tijdens het interbellum enorm populair was, vooral in Duitsland. Als regisseur van Hitler werd Riefenstahl beroemd met ‘Triumph des Willens’ en vooral met de film over de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn. Bij de première van ‘Olympia’ zat ze met haar familie in de loge naast Hitler. Een paar jaar daarvoor had Dietrich al uitverkochte zalen gekregen na de première van ‘Der blaue Engel’. Ze was verhuisd naar Amerika, weigerde op vraag van Hitler terug te keren naar Duitsland en werd drie jaar na de Berlijnse Spelen Amerikaans staatsburger. Naar verluidt ontmoette ze Riefenstahl één keer. Dat was blijkbaar genoeg, ook al hadden ze ooit in Berlijn dezelfde boksleraar.

Verraadster

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vergezelde Dietrich vaak het Amerikaanse leger en trad op om de soldaten een hart onder de riem te steken. Ze maakte anti-nazipropaganda op de radio en zette zich in bij de verkoop van war bonds, obligaties die de oorlog moesten financieren. In de filmwereld waren intussen andere sterren verschenen en Dietrich legde zich toe op cabaret en maakte een wereldtournee. Burt Bacharach werd haar arrangeur en bracht haar ook een nieuw repertoire. Een tournee in Duitsland begin jaren zestig kreeg zeer gemengde reacties. Sommigen noemden haar een verraadster, anderen verwelkomden haar met veel enthousiasme. In Bad Kissingen moet ze de zaal langs een achterpoortje verlaten, in Wiesbaden valt ze voor het eerst op scène. Vijftien jaar later zal een val het einde van haar carrière betekenen. In 1960 trekt ze ook naar Tel Aviv en zingt daar, tegen het taboe in, negen liedjes in het Duits. Daaronder ook ‘Lili Marleen’. Met succes. Ephraim Kishon twijfelt aan de toerekeningsvatbaarheid van het Israëlisch publiek, zegt biografe Wieland en citeert de satiricus: ‘Een couplet van de Jood Mahler – nog liever de dood. Een nazi-lied door een Duitse zangeres – op veler verzoek.’

Oorlogsmisdaden

Dietrich is 91 als ze in Parijs overlijdt, Riefenstahl 101 als ze tijdens haar slaap in 2003 sterft. Ze bleek een kat met vele levens. Haar denazificatieproces verliep al bij al vrij vlot en de regisseur van Hitler bleef erbij dat ze gefascineerd was door het nazisme, maar niets afwist van oorlogsmisdaden. Intussen trachtte ze een nieuwe carrière op te bouwen als fotografe. Pogingen om opnieuw te gaan filmen, onder meer met Jean Cocteau, mislukten. Ze geraakt via Hemingway geboeid door Afrika en maakt fotoboeken over de Nuba-stammen in Soedan. Vreemd genoeg krijgt Riefenstahl in de jaren zeventig steun van de Amerikaanse feministen. Maar Susan Sontag heeft bedenkingen: ze vindt dat haar Nuba-foto’s direct aanknopen bij de esthetiek van Riefenstahls films uit de nazi-tijd en enkele van de grote thema’s oproepen van de nazi-ideologie. Als Riefenstahl honderd wordt kan ze toch nog een laatste eigen film bekijken. Ze ging onderwaterfilmen en fotograferen op onder andere de Malediven en de Seychellen met als resultaat de drie kwartier durende documentaire ‘Impressionen unter Wasser’. Als honderdjarige werd ze meteen de oudste scubaduikster.

Eeuw van de vrouw

Karin Wieland heeft zich voor haar dubbelbiografie uitstekend gedocumenteerd en boorde bijvoorbeeld heel recente bronnen in Rusland aan. Ze brengt twee vrouwen samen die voor een stuk de geschiedenis van de Duitse film in de twintigste eeuw hebben gemaakt. Twee filmlegenden die voor een compleet andere weg kozen. Je zou je vragen kunnen stellen naar de zin van een dergelijke dubbelbiografie, want uiteindelijk schrijft Wieland over de twee doortastende vrouwen apart. Soms met wat al te veel details. En ook met een duidelijke voorkeur voor Dietrich, van wie ook wel de omvangrijkste openbare nalatenschap bestaat. Met haar boek heeft Wieland naar eigen zeggen de twintigste eeuw willen belichten als de eeuw van de vrouw. Dietrich en Riefenstahl zijn daarvoor zeker fascinerende kandidaten. Maar zijn ze ook de beste keuze?

Fred Braeckman

Karin Wieland, Dietrich & Riefenstahl – Twee vrouwenlevens in Hollywood en Berlijn, Atlas Contact, 736p., 49,95 euro, ISBN 978 90 450 2196 6

Partner Content