Helen Fitzgerald – Kleine meisjes

Kleine Meisjes van Helen Fitzgerald is een proletarische bijbel van hoe het beest in de mens werkt.

Helen Fitzgerald – Kleine meisjes
Uitgeverij: Anthos 2007
Aantal pagina’s: 255
ISBN: 978-90-414-1171-6

‘Dat is prima verlopen, dacht Sarah bij zichzelf, terwijl ze haar handen schoonveegde met babydoekjes van Pampers.’

Ze heeft pas een 69 aardig uit de hand laten lopen, en Pauls ogen, oren, neus zitten onder de stront – en het mes op de keel. Een sublimatie voor de eerst geplande castratie.

Het is maar een van de freudiaanse trauma’s die Sarah wegwerkt. Ze passeren in ijltempo allemaal de revue: de orale fase, de anale, de penisnijd, vrouwelijke ‘hysterie’, de Traumdeutung, de vadermoord. Sarahs persoonlijkheid wordt tot de grondvesten afgebroken, en opnieuw opgetrokken.

En weerspiegeld in de karakterontleding van haar boezemvriendin en liefdesrivale Krissie Donald (want Krissie, een kruising tussen een punkster en een wraakgodin, heeft een kind dat Sarah niet kan krijgen, en verleidt haar man Kyle terwijl zij naast hen slaapt). Dat leidt tot moord, schuld, wraak en de onthulling van een jeugdtrauma – waarbij niet de ontrafeling vooropstaat, maar de schaamteloze openheid waarmee Helen FitzGerald de verneukte inborst van het tweetal blootlegt.

Twee vrouwen, verminkt in hun kinderjaren, vinden uiteindelijk hun lotsbestemming. Een kitschthema, maar dat is buiten de aanpak van FitzGerald gerekend. De Australische ontwikkelt een ritme en een brutaliteit die misschien alleen bij Seamus Smith terug te vinden zijn.

Kleine Meisjes is een proletarische bijbel van hoe het beest in de mens werkt (‘Sarah duwde Kyle voorover en beide tentstokken drongen met een zompig geluid verder zijn hoofd in.’) Via de ogen, namelijk. Dit boek is goor, grof, argeloos, wreedaardig, wansmakelijk en ongeremd. Een meesterwerkje.

Lukas De Vos

Partner Content