Hans Fallada – Alleen in Berlijn

Fallada beschrijft in Alleen in Berlijn het leven van het echtpaar Otto en Anna Quangel, eenvoudige mensen die hun geloof in de Führer verliezen nadat hun zoon in de oorlog is gesneuveld.

Hans Fallada – Alleen in Berlijn

Vertaald door A. Th. Mooij

Uitgeverij: Cossee, Amsterdam

Aantal pagina’s: 368

Prijs: 29,90 euro

ISBN: 978-90-593-6297-0

In het laatste hoofdstuk van Alleen in Berlijn ( Jeder stirbt für sich allein) neemt Hans Fallada (1893-1947) zelf het woord: ‘Maar wij willen dit boek niet beëindigen met de dood. Het is opgedragen aan het leven, het leven dat onoverwinnelijk is, het leven dat altijd weer triomfeert over smaad en tranen, over ellende en dood.’

Een vleugje pathos heeft de schrijver van deze na de oorlog geschreven, antinazistische verzetsroman (1947) nooit afgeschrikt.

Fallada beschrijft in dit boek het leven van het echtpaar Otto en Anna Quangel, eenvoudige mensen die hun geloof in de Führer verliezen nadat hun zoon in de oorlog is gesneuveld.

Fallada modelleerde zijn ‘helden’ naar het echtpaar Otto en Elise Hampel dat in Berlijn in het verzet stond. Ze werden in 1943 opgepakt en onthoofd.

De rasverteller Hans Fallada was ook een labiel mens, verslaafd aan drugs en alcohol. Onder Hitler bleef hij in Duitsland, waar hij als schrijver met wisselend succes probeerde te overleven. De nazi’s bleven hem wantrouwen, ook al deed Fallada enige concessies in zijn werk.

Misschien dat de personages in Alleen in Berlijn daardoor juist aan geloofwaardigheid winnen. De motieven van de verzetslui zijn immers zelden ondubbelzinnig: Karl Hergesell sluit zich bij een verzetsgroep aan omdat hij zich aangetrokken voelt door een vrouw die er ook toe behoort. Hete Haberle verbergt een nazitegenstander omdat de Gestapo haar man heeft vervolgd.

Al dat verzet brengt weinig op. Het is ongestructureerd en naïef. Fallada’s helden willen vooral hun morele integriteit bewaren en hebben daar zelfs hun leven voor over.

Het blijft moeilijk om het huidige weergaloze succes van Fallada in de Angelsaksische wereld te verklaren. Zijn inflatieroman Wolf unter Wölfen (1937), vertaald als Wolf among Wolves, beleeft in de VS de ene herdruk na de andere.

Hans Fallada heette in werkelijkheid Rudolf Ditzen. Zijn pseudoniem is een combinatie van twee namen uit de sprookjes van Grimm: ‘ Hans im Glück’ en ‘ Die Gänsemagd’. In het laatste verhaal komt een paard voor dat ‘Falada’ (met één ‘l’) heet en dat zelfs na zijn dood de waarheid blijft spreken.

Piet de Moor

Partner Content