Gedichtendag 2014: aangrijpende oorlogsverzen

Er stonden tijdens WO I anderhalf miljoen slachtoffers bloot aan gifgasaanvallen en vele soldaten werden er blind van. © Wikipedia
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Op de 15e Gedichtendag in het 100e herdenkingsjaar van de Eerste Wereldoorlog zetten we enkele aangrijpende verzen over Den Grooten Oorlog in de kijker. Van de wereldberoemde klaprozen van John McCrae tot het stilzwijgen van W.B. Yeats.

In Flanders Fields – John McCrae

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dulce et decorum est – Wilfred Owen

Wij vloekten door het slijk, als hoestende kobolden,
Als vagebonden onder pak en zak geknakt –
Tot parachutefakkels naar beneden tolden,
Hun langzaam bliksemlicht over de polders rolde
En wij niets konden dan de aftocht aan te vatten
Naar onze verre, onverwarmde kazematten.

Men liep en sliep. Een paar waren hun laarzen kwijt
Maar hinkten door, geschoeid in bloed. Verblind en
Mank was alleman, van moeheid zat, en doof zelfs voor
Gefluit van gasgranaten achter ons dun gat. Wat? Gás?
Och mannekes, rap! Een hoogfeest van gefrommel:
Die lompe maskers juist op tijd op onze snuit.

Te laat. Eén gilt. Hij zwalkt en strompelt onderuit
Als viel hij in een vuur of in een vat met kalk.
Door mijn bedompte glazen zie ik hoe hij zinkt
En in een dik groen licht, een zee van slijm, verdrinkt.
Sindsdien verdrinkt hij elke nacht in elke droom.
Hij stikt en braakt, hij ploetert door die groene stroom
Mij tegemoet, die werkloos wacht tot hij is uitgewroet.

Als ooit, in nachtmerries, ook u zou moeten lopen
Achter de ezelskar waar wij zijn lijk op smeten;
Zag u die ogen draaien, paffig wit en open, in
Die omgekeerde duivelskop, verwrongen, aangevreten;
En hoorde u, bij elke bult, de gorgel van zijn bloed
Dat kwam geborreld uit door schuim verpeste longen,
Als een kapotgebeten tabakspruim geperst
Uit niet te helen zweren op reine kindertongen –

Mijn vriend, nooit meer verkocht u, trots en manifest,
Aan jongens die dorsten naar wat vergeefse glorie
Uw Oude Leugen: Dulce et decorum est
Pro patria mori

Vertaling Tom Lanoye

My Boy Jack – Rudyard Kipling

“Have you news of my boy Jack?”
Not this tide.
“When d’you think that he’ll come back?”
Not with this wind blowing, and this tide.

“Has any one else had word of him?”
Not this tide.
For what is sunk will hardly swim,
Not with this wind blowing, and this tide.

“Oh, dear, what comfort can I find?”
None this tide,
Nor any tide,
Except he did not shame his kind —
Not even with that wind blowing, and that tide.

Then hold your head up all the more,
This tide,
And every tide;
Because he was the son you bore,
And gave to that wind blowing and that tide!

Attack – Siegfried Sassoon

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De Hallen van Ieper – Edmund Blunden

Een wirwar van staal en versplinterde balken,
Ontbonden gebinte, ontwapend beton,
Een muur met een knalblauwe affiche – vreemd als dromen
Loopt deze stad dood in de zon.

Een vormloze obelisk spookt na van St. Maartens,
Zijn spits: nu doelwit voor een Duits bataljon;
Daarnaast kruipt de lakenhal weg, de trots van dit land,
Nu scheefverbrand bordkarton.

Alleen de vierkante toren draagt nog sporen
Van in sterke kantelen bewaarde tijd van toen,
Van fierheid van hier en abele spelen –
Van voor deze ontijd begon.

En onder de serene koepel van dit middaguur,
Onder het onveranderlijk mysterie van azuur,
Zitten daar duiven om zich op te doffen en te pronken –
Om weg te wemelen van de laatste muur.

Vertaling Herman De Coninck

The Soldier – Rupert Brooke

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Brüder – Heinrich Lersch

Es lag schon lang ein Toter vor unserm Drahtverhau,
die Sonne auf ihn glühte, ihn kühlte Wind und Tau.

Ich sah ihm alle Tage in sein Gesicht hinein, und immer fühlt ich fester:
Es muß mein Bruder sein.

Ich sah in allen Stunden, wie er so vor mir lag,
und hörte seine Stimme aus frohem Friedenstag.

Oft in der Nacht ein Weinen, das aus dem Schlaf mich trieb:
mein Bruder, lieber Bruder – hast du mich nicht mehr…………?

Bis ich, trotz aller Kugeln, zur Nacht mich ihm genaht.
und ihn geholt – begraben: – ein fremder Kamerad

Es irrten meine Augen. – Mein Herz, du irrst dich nicht:
Es hat ein jeder Toter des Bruders Angesicht.

On being asked for a War Poem – W.B. Yeats

I THINK it better that in times like these
A poet’s mouth be silent, for in truth
We have no gift to set a statesman right;
He has had enough of meddling who can please
A young girl in the indolence of her youth,
Or an old man upon a winter’s night.

Partner Content