F. C. Delius krijgt de Georg Büchnerprijs

De Georg Bücherprijs is de belangrijkste Duitse literaire onderscheiding. Dit jaar gaat hij naar de 68-jarige schrijver F.C. Delius.

‘Ik ben overrompeld en blij’, aldus F.C. Delius (°1943) toen hij vernam dat hij met de Büchnerprijs onderscheiden was. Omdat de bekroning door de ‘Deutsche Akademie für Sprache und Dichtung’ voor de zestigste keer wordt uitgereikt, bedraagt het prijzengeld 50.000 euro, tienduizend meer dan normaal.

De Academie looft Delius als een kritische en vindingrijke schrijver de diep peilt naar de historische dimensies van het Duitse contemporaine bewustzijn. Dat is ook wel juist, want Delius heeft inmiddels zowat dertig titels op zijn actief die alle twijfels over zijn betrokkenheid bij het tijdgebeuren wegnemen.

In 1972 baarde hij opzien toen hij de documentaire serie ‘Unsere Siemens-Welt’ publiceerde. Dat was ook een soort laudatio, maar het feestvarken was niet blij: Delius vertelde de geschiedenis van de onderneming Siemens, ook haar aanleunen bij de nazi’s. Er kwam een proces van. Nadat enkele passages waren gezwart, mocht het boek weer verschijnen.

Zoals heel wat linkse auteurs begon Delius als lector bij uitgeverij Wagenbach in Berlijn, daarna stapte hij over naar het nog linksere Rotbuch. Hij behoorde tot de achtenzestigers en is daar nog altijd trots op: ‘Er is helemaal niets verkeerds aan om de wereld een beetje rechtvaardiger te willen maken. Dat was het uitgangspunt van 1968,’ aldus de prijswinnaar. Over die ervaringen gaat de roman ‘Deutscher Herbst’.

Nochtans leest Delius zelf liever Theodor Fontane en Jean Paul dan Marx of Engels. Een beetje in het spoor van Fontane schreef hij de roman ‘Die Birnen von Ribbeck’, het boek waarmee hij sinds 1991 het meest succes boekte. De titel is naar een gedicht van Fontane en in de roman beschrijft Delius het alledaagse leven in de DDR.

Tot een van zijn meest ontroerende boeken behoort ‘Der Sonntag, an dem ich Weltmeister wurde’. Het is een autobiografisch gekeurde vertelling van een timide, stotterende domineeszoon (Delius is de zoon van een pastoor) die in 1954 de WK-overwinning van de Duitse ‘Mannschaft’ op de radio volgt en daaraan zoveel eigenwaarde ontleent dat hij zich uit de schaduw van zijn dominante vader bevrijdt. Delius is trouwens een fan van Hertha BSC . Een van zijn oudere gedichten begint zo: ‘Hertha steigt auf. Steigt Hertha auf/steigt die ganze Hauptstadt auf.’

Uitgeverij Van Gennep publiceert over twee weken Delius’ kleine roman ‘Portret van de moeder als jonge vrouw’. Delius is getrouwd en vader van twee dochters. Hij leeft afwisselend in Berlijn en Rome, waar hij in 1943 geboren werd.

Piet de Moor