Expositie Margaret Bourke-White: wereldgeschiedenis in foto’s

De Amerikaanse Margaret Bourke-White (1904-1971) was niet alleen een uitzonderlijke fotografe, ze was ook schrijfster, zo blijkt uit een tentoonstelling in Berlijn.

In haar spraakmakende ‘Portrait of Myself’ (1963) beschreef ze haar ontwikkelingsgang. In het Gropius-museum in Berlijn zijn nu haar foto’s en brieven te zien.

Als fotografe verwierf de jonge Margaret Bourke-White roem door met haar gigantisch fotoapparaat het stalen skelet van de Chrysler Building tijdens de bouwfase te beklimmen en vanaf een duizelingwekkende hoogte New York te fotograferen (1930). Ze gaf het fotograferen voor reclame en industrie snel op. Gebrand op avontuur trok ze als fotojournaliste de wijde wereld in. Eerst werkte ze voor ‘Fortune’, daarna voor ‘Life’-magazine, het blad waarmee haar naam het meest verbonden is.

Margaret Bourke-White was de eerste buitenlandse journaliste die in 1930 het leven in de Sovjet-Unie in het fotodocumentaire boek ‘Eyes on Russia’ fixeerde. In Rusland fotografeerde ze een glimlachende Stalin en in Georgië de moeder van de dictator. Ze was de enige buitenlandse fotoreporter in Moskou toen daar in 1941 de eerste Duitse bommen vielen (‘Shooting the Russian War’, 1942). Ze maakte een fotoreportage in Tsjechië ten tijde van de Sudetencrisis. Als lid van de U.S. Airforce documenteerde ze de Tweede Wereldoorlog in oorlogstaferelen in Engeland, Tunesië, Italië en Duitsland. Ze fotografeerde de platgebombardeerde Duitse steden. Haar opnames van Duitse burgers die na de nazi-capitulatie met de opgestapelde lijken in het concentratiekamp Buchenwald worden geconfronteerd, hebben zich in het naoorlogse collectieve geheugen gebrand. Margaret Bourke-White zelf bekende achteraf dat de werkelijkheid van de kampen pas via de filter van haar eigen foto’s tot haar was doorgedrongen.

In 1963 publiceerde ze ‘Portrait of Myself’, haar autobiografie die gedurende vele weken de bestsellerslijst van de ‘New York Times’ aanvoerde. Ze wilde overal bij zijn waar geschiedenis geschreven werd. Ook komt haar huwelijk ter sprake met de schrijver Erskine Caldwell, die in 1932 bekendheid kreeg met zijn romandebuut ‘Tobacco Road’ en met wie ze in de periode 1939-1942 getrouwd was. Samen met Caldwell publiceerde ze ‘You Have Seen Their Faces’ (1937) over de levensomstandigheden van de arme blanke boeren in het Amerikaanse zuiden ten tijde van de grote depressie en twee jaar later in Midden-Europa, eveneens met Caldwell, ‘North of the Danube’.

Samen met Walker Evans en William Eugene Smith (die in 2011 al een grote retrospectieve in het Berlijnse Gropius-museum kreeg) behoort Margaret Bourke-White tot de pioniers van het zogenaamde foto-essay. Ze is de auteur van niet minder dan elf documentaire fotoboeken, waaronder het beroemde ‘Interview with India’ uit 1950.

In de Martin-Gropius-Bau in Berlijn is nu een collectie van meer dan 150 foto’s van Margaret Bourke-White te zien. Onduidelijk is waarom de laatste etappes van haar werk niet worden getoond: de onafhankelijkheidsbeweging in Inda en de Koreaanse oorlog. Controversieel is ook de presentatie: de foto’s worden eerder als kunstobjecten dan als journalistiek werk geëxposeerd, hoewel Margaret Bourke-White er juist groot belang aan hechtte dat men haar werk in een historische context zou begrijpen.

Piet de Moor

Tot 14 april in de Martin-Gropius-Bau in Berlijn. De cataloog kost 29 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content