Erwin Steyaert wint derde Melopee-Poëzieprijs

© R.Vollekindt

De prijs voor het beste – in een literair tijdschrift – gepubliceerde gedicht van het afgelopen jaar ging naar Erwin Steyaert.

De jury van de Melopee-Poëzieprijs maakte in Laarne bekend dat ‘De moeder van de zelfmoordterrrorist’ van de 52-jarige Erwin Steyaert het meest beklijvende gedicht was van 2010.

Sinds 2009 sponsort de gemeente Laarne de Melopee-poëzieprijs. De jury, onder leiding van Frans-Jos Verdoodt, gaat elk jaar op zoek naar het beste gedicht van die jaargang dat in een literair tijdschrift werd gepubliceerd. Twee jaar geleden ging de prijs van 2.500 euro naar Charles Ducal en verleden jaar was Marc Tritsmans de gelukkige. Nu werd Steyaert de laureaat.

Er werden aanvankelijk 21 gedichten geselecteerd door de jury die werden samengebracht in een bloemlezing. Onder hen heel wat bekende namen, zoals Ingmar Heytze, Fleur Bourgonje, Geert Buelens, Roland Jooris, Y.M.Dangre, Stijn Vranken, Peter Holvoet-Hanssen, Jo Gisekin, Ruth Lasters en Stefaan Van den Bremt. Nog opvallender: 8 van deze genomineerden legden hun ei in ‘Het liegend konijn’ van Jozef Deleu. ‘ De Poëziekrant’ en ‘De Brakke Hond’ hadden ieder 3 genomineerden in hun stal.

Bruggeling Steyaert is vooralnog een nobele onbekende in het wereldje. Hij bracht zijn winnende moedergedicht in het tijdschrift ‘Plebs’. Hij vertelde dat hij ondertussen toch al 24 gedichten in diverse periodieken heeft gepubliceerd en hoopt natuurlijk op termijn op een debuutbundel. Hij is momenteel ook bezig met het schrijven van een roman waarin een stokoude pater terugkijkt op zijn roeping en op de zin van religie überhaupt.

Frank Hellemans

De moeder van de zelfmoordterrorist

Ik verzamel hem in mijn geest. / Hoe hij mijn buik opblies en / later hoe hij was als kind, voetbal / spelend met een blik in de steeg

of snoep stelen bij blinde / marktkramers. Hoe hij begon te / ruiken naar een man, gedachten / kreeg die ik niet begreep.

Elke nacht puzzel ik hem samen. / Verwrongen klinknagels haal ik / uit zijn vlees en stapel ze op in mijn / bed. De brandgeur spoel ik weg

met rozenwater. Mijn kam / vol vragen haal ik door zijn haren. / Ik tel zijn tenen,overtuig / mezelf ervan dat niets ontbreekt.

Dan hou ik me stil. Ik weet: / zolang ik niet aan hem denk, blijft / hij gaaf. Goed dat ik hem vergeet of / hij explodeert weer in mijn

herinnering. Adem na adem / zoek ik rust op mijn spijkerberg. / En steeds opnieuw kerft in / mijn moederborst het radioverslag:

alleen stoffelijke schade, geen / slachtoffers. Woede davert in de / keel. Mijn verzet haalt de slagpin / over. Hoe hou ik hem heel?

Erwin Steyaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content