Erik Vlaminck brengt Roger Van de Velde weer tot leven

Donderdag 5 maart gaat in de Antwerpse Bourla een toneelstuk rond het leven van Roger Van de Velde in première. Een gesprek met romancier Erik Vlaminck, de maker ervan.

Met ‘Van de Velde: j’aimerais mieux de bouche vous le dire (sic)’ brengt schrijver Erik Vlaminck het leven en werk van schrijver Roger Van de Velde weer onder de aandacht. Michiel Leen praatte met Vlaminck over diens fascinatie voor de Antwerpse schrijver.

Roger Van de Velde (1925-1970) was journalist, schrijver en toxicomaan. Na een reeks maagoperaties kreeg Van den Velde de verslavende pijnstiller Palfium voorgeschreven. Begin jaren ’60 wordt Van de Velde voor het eerst geïnterneerd voor het vervalsen van doktersvoorschriften. Van de laatste acht jaar van zijn leven zal hij er zeven in gevangenschap doorbrengen, tegelijkertijd krijgt hij publicatieverbod opgelegd. Van de Veldes geval blijft lange tijd onopgemerkt, overschreeuwd door sexier censuurrellen als die rond Claus’ Masscheroen. Pas in maart 1970 komt Van de Velde vrij na een breed gedragen schrijverspetitie. Op 30 mei 1970 wordt de schrijver dood aangetroffen op een Antwerps caféterras: zijn hart heeft het begeven onder alcohol en Palfium.

Tweeënveertig jaar na Van de Veldes dood gaan Olympique Dramatique en schrijver Erik Vlaminck met Van de Veldes leven en oeuvre aan de slag. Vlaminck is al sinds zijn tienerjaren gefascineerd door de Antwerpse cultschrijver. Toen Olympique Dramatique hem vroeg om een toneelstuk over Van de Velde te schrijven, moest hij dan ook niet lang nadenken.

“Van de Velde stierf in 1970, toen ik 16 was,” klinkt het. “Voor mij en mijn vrienden was hij een held. Ik was gefascineerd door de schrijversactie om hem uit de gevangenis te krijgen. Ook het protest tegen de gang van zaken in de psychiatrie speelde een rol. Ik ben zelf, onder invloed van Van de Veldes werk, in de Antwerpse psychiatrische instelling Sint Amadeus gaan werken, met het idee dat daar, in het decor van Van de Veldes ‘De Knetterende Schedels’ de literatuur voor het oprapen zou liggen. Quod non, natuurlijk.”

Vlaminck dook in 2000 al eens in leven en werk van Van de Velde voor specials van de literaire tijdschriften Gierik/NVT en De Brakke Hond. De voorstelling staat dan ook bol van de verwijzingen naar feiten uit Van de Veldes leven, brieven naar zijn vrouw en zijn moeder en citaten uit zijn werk.

Vlaminck stelt zijn protagonist voor als een veelkantig personage, dat op het podium door drie acteurs verbeeld wordt. Van de Velde is immers niet alleen schrijver en journalist, maar evenzeer psychiatriepatiënt en een verslaafde die er niet voor terugdeinst zijn oude moeder te vragen om voor hem Palfiumpillen binnen te smokkelen.

“Op de een of andere manier moeten alle facetten van die complexe persoonlijkheid in de tekst terug te vinden zijn. Van de Velde bracht bijna acht jaar van zijn leven door in gevangenissen en instellingen als een crimineel, terwijl hij omwille van zijn meervoudige verslavingen als patiënt behandeld had moeten worden. De internering maakt zijn verslaving waarschijnlijk erger. Hij komt immers terecht in een omgeving die zonder Palfium niet te verdragen is.”

Censuur
Op 19 februari 1965, nadat hij een zoveelste keer opgepakt is, begint Van de Velde in zijn Antwerpse cel te schrijven. “Van de Velde wilde op een haast krampachtige manier zijn waardigheid behouden in de ellendigste omstandigheden. Het feit dat hij in de gevangenis begint te schrijven, is daar zeker bewijs van. In zijn verhalen komen de kleine en grote vernederingen van het gevangenisleven steeds terug: waarom pakken ze zijn schoenveters af, zijn broeksriem, zijn sigaretten?”

De autoriteiten zien dat echter anders. Niet alleen wordt Van de Veldes schrijverij beschouwd als een symptoom van zijn ziekte, het gevangeniswezen zit met Van de Veldes verhalen uit de instelling zo verveeld dat hij algauw een publicatieverbod krijgt opgelegd. Die flagrante censuur blijft echter lang onopgemerkt. Seksgetinte schandalen als de inbeslagname van het tijdschrift Daele en Claus’ naakte mannen in Masscheroen genereren veel meer stennis. “Van de Velde was gefrustreerd door de aandacht die naar die gebeurtenissen ging, terwijl hijzelf opgesloten zat. Hij was constant bezig zijn werk uit de gevangenis te smokkelen. Dat maakt de kwaliteit ervan des te merkwaardiger. Ondanks het feit dat hij geen naslagwerken of boeken ter beschikking had, barst zijn werk van de erudiete verwijzingen. Hij moet een enorme parate kennis gehad hebben. Hij etaleert die ook om aan te tonen dat hij niet gek is.”

Verslaving In zijn theatertekst peilt Vlaminck ook naar Van de Veldes karakter. Zo blijkt de schrijver een echte hypochonder te zijn. “Van de Velde is altijd ziek geweest, in zijn hoofd tenminste. Al had hij effectief zware maagproblemen. Hij is ooit zelfs schreeuwend van de pijn weggedragen tijdens een première in de Bourlaschouwburg, waar het stuk nu in première gaat.”

Die gezondheidproblemen liggen ook aan de basis van Van de Veldes Palfiumverslaving. Na een derde maagoperatie krijgt Van de Velde het wondermiddel voorgeschreven: een pijnstiller die geen maagpijn veroorzaakt, is op het eerste zicht ideaal voor de patiënt Van de Velde.De zwaar verslavende werking ervan wordt pas later ontdekt. Dan is het voor hem al te laat.

“Van de Velde was dan ook vatbaar voor verslavingen,” zegt Vlaminck. “Hij was kettingroker en er zijn talrijke getuigenissen over zijn excessieve drinkgedrag, dat dateerde van voor zijn maagoperaties. Palfium is de zoveelste verslaving in het rijtje,”
Telkens wanneer Van de Velde vrijgelaten wordt, laat hij zich niet lang daarna betrappen met vervalste Palfiumvoorschriften. “Uit briefwisseling van zijn advocaat, de dichter Eddy Van Vliet, blijkt dat Van de Velde tijdens zijn internering in Merksplas duizenden valse voorschriften heeft gedrukt in de drukkerij van de instelling. Later zou hij die voorraad grotendeels verstopt hebben in een plantsoen in het Antwerpse stadspark.”

Zelfmoord?
In maart 1970 komt Van de Velde vrij na een breed gedragen petitie voor zijn vrijlating. Het plan wordt opgevat om hem naar de Amsterdamse Jellinek-ontwenningskliniek te sturen. De kosten van die behandeling worden betaald door de staat, die op die manier de facto toegeeft dat ze er fout aan gedaan heeft de schrijver acht jaar te interneren.

Het plan wordt echter nooit uitgevoerd. Van de Velde overlijdt op 30 mei 1970 op een Antwerps caféterras. Hij zou die dag acht Palfiumpillen genomen hebben en het op een drinken hebben gezet. Pleegde Van de Velde zelfmoord?

“Wie zal het zeggen? In de jaren ’60 gebruikte hij soms 40 pillen per dag, dus die acht waren voor hem geen grote dosis. Maar tegelijkertijd was hij erg verzwakt en vermagerd uit de gevangenis gekomen. Misschien was Van de Velde wel ernstig ziek, waardoor die “kleine” dosis hem te veel werd?”

Writers’ writer ? Zelf geeft Vlaminck aan dat hij nu wel klaar is met Van de Velde, al is de bewondering na al die jaren intact. “Van de Velde blijft bovenal een goede schrijver. Bijna een halve eeuw na hun ontstaan, blijven zijn verhalen overeind. Veel schrijvende collega’s beschouwen hem nog steeds als een te volgen voorbeeld.” En daar wringt het schoentje: binnen het Vlaamse schrijversgild heeft Van de Velde tot op vandaag zijn aanhangers, maar bij het grote publiek blijft zijn werk zo goed als onbekend. Hoopt Vlaminck met zijn stuk een Van de Velde – revival op gang te trekken?

“Voor een echte revival heb je in de eerste plaats herdrukken nodig van zijn werk,” zegt Vlaminck. “Dat neemt niet weg dat ik weer meer aandacht bespeur voor Van de Velde. Misschien zet dit stuk mensen weer aan hem te gaan lezen. Al moet het de lezer menens zijn; zijn boeken zijn nog amper te vinden in de boekhandel.”

Michiel Leen

Van de Velde

8- 11 maart

29 mei – 2 juni

Bourlaschouwburg Antwerpen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content