Eichmann in Jeruzalem: 50 jaar later

Hannah Arendts ‘Eichmann in Jeruzalem’ is 50 jaar oud maar de controverse, aldus Piet de Moor, duurt nog altijd voort.

In deze essayistische reportage, waarvan de meest recente Nederlandstalige uitgave in 2005 bij Atlas verscheen, beschreef Arendt de banaliteit van het kwaad in de persoon van Adolf Eichmann. Het boek lokte een storm van kritiek uit die vandaag nog altijd niet is gaan liggen.

Nonsens over Eichmann

Onlangs werd de filosofie Hannah Arendt (1906-1975) aangevallen door Claude Lanzmann, die op het filmfestival van Cannes zijn film ‘Le dernier des injustes’ presenteerde. Lanzmanns film gaat over de rol van Benjamin Murmelstein, voorzitter van de jodenraad in Theresienstadt. Volgens Lanzmann heeft Arendt veel nonsens over Eichmann geschreven en is ‘de ‘banaliteit van het kwaad’ vooral de banaliteit van de conclusies van Hannah Arendt. ‘Eichmann was geen kleurloze bureaucraat, maar een duivel, een fanatieke antisemiet, gewelddadig, corrupt,’ aldus Lanzmann in de FAZ van 27 mei jongstleden.

Maar is zo’n drastisch oordeel wel terecht? Arendts opvatting dat we de holocaust niet kunnen begrijpen als we geen oog hebben voor het aandeel van bestuur en bureaucratie, van bestuurders en bureaucraten, heeft immers niets van haar geldigheid verloren.

Definitieve rapport in safe

Arendt wist destijds niet alles. Zelfs nu blijven we nog op onze honger over de details van het Eichmannproces (1961), waarvan Lanzmann in hetzelfde interview zegt dat het door dilettanten en onwetenden is gevoerd. Nog altijd is het psychologisch rapport niet toegankelijk dat de psycholoog Shlomo Kulscár in 1961 over Eichmann maakte en dat zich in het Israëlisch Staatsarchief bevindt. Arendt hoorde wel geruchten over de opinies van de psychologen die Eichmann beoordeelden. Een van hen zou over Eichmann gezegd hebben dat hij normaal is, ‘in elk geval normaler dan ik ben nadat ik hem onderzocht heb’. Maar het definitieve rapport van Shlomo Kulscár, dat alleen als samenvatting beschikbaar is, zit tot 2031 in een Israëlische safe.

De intellectuele alertheid van Arendt werd vijftig jaar na de publicatie van haar controversiële boek nog maar eens bevestigd. Pas vorige maand heeft het Bundeskanzleramt in Berlijn bevestigd wat Arendt al in 1963 vermoedde. In 1961 heeft de regering Adenauer druk uitgeoefend op de verdediging van Eichmann in Jeruzalem om de naam van Hans Globke uit het proces te houden. Globke, de rechterhand van Konrad Adenauer, was coauteur en commentator van de rassenwetten van Nürnberg. Bonn kon dat feit weliswaar niet verdonkeremanen, maar wilde er zo weinig mogelijk ruchtbaarheid aan geven.

Misdaad tegen menselijkheid

Arendt zelf heeft in de Duitse edities van haar boek proberen duidelijk te maken dat ze het begrip ‘banaliteit van het kwaad’ niet hanteerde om de misdaden van Eichmann, wiens executie ze overigens goedkeurde, te minimaliseren. Bovendien is haar kritiek op het begrip ‘misdaad tegen de menselijkheid’ nog altijd actueel, want de moordzucht van de nazi’s was inderdaad op de eerste plaats een misdaad tegen de mensheid, en niet tegen het onmenselijk gedrag van de mens.

Pittig detail: Hans Rössner (1910-1997), de Duitse afdelingschef van Piper bij wie Arendts Eichmannboek in 1964 in vertaling verscheen, was tijdens het naziregime SS-Obersturmbannführer en culturele rapporteur bij het Reichssicherheitshauptamt. Hannah Arendt heeft nooit geweten dat haar lector bij Piper een ex-nazi was die zijn bazen er na de dood van Arendt tevergeefs van probeerde te overtuigen om Arendts boeken niet meer uit te geven.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content