Een Duitse Stahlhelm tegen Ronaldo

© AFP

‘Der Spiegel’ gaat deze week dieper in op taal en voetbal, en Piet de Moor maakt daarbij nog een eentweetje met de Hongaarse schrijver Péter Esterházy.

Het mooiste aan voetbal is het nauwelijks verstaanbaar gebrulde ‘goaaaaal’, aldus de Hongaarse schrijver en voetballiefhebber Péter Esterházy in het Duitse weekblad ‘Die Zeit’.

Esterházy heeft altijd zelf graag op het veld gestaan en kent nog altijd de namen van het Hongaarse nationale elftal uit 1954 van buiten. Dat was een dramatisch jaar voor het Hongaarse voetbal. Zelf droeg hij als speler het nummer 8: ‘Met dat nummer heb ik nog altijd een plezierige relatie. In mijn leven speelt dat getal dezelfde rol als de madeleine voor Marcel Proust.’

Taal en voetbal dus, een interessant thema tijdens het lopende EK. Daarover verscheen in ‘Der Spiegel’, het magazine dat zelden een blad voor de mond neemt, een interessant artikel waarin ook op diverse linguïstische aspecten van de voetbaltaal wordt ingegaan.

Spiegeljournalist Dirk Kurbjuweit, die uiteraard over de Duitse ‘Mannschaft’ schrijft, constateert dat geen enkele ploeg zo geïsoleerd van de wereld leeft als de Duitse. De Spanjaarden trainen vaak in het openbaar en de Ieren lummelen zelfs aan het strand in Zoppot tussen de fans. Maar de Duitse ploeg in Gdansk is ondergebracht in een bos, helemaal afgesloten van de buitenwereld. Bij een volgende gelegenheid kan de ‘Mannschaft’ maar beter in een zoo opgesloten worden, aldus de reporter, daar hebben ze de perfecte infrastructuur. Het komt er vooral op neer dat de Duitse voetbalbond bang is dat de Duitse spelers hun mond opendoen op momenten die daarvoor ongeschikt worden geacht en iets gaan zeggen wat ‘politiek’ lastig ligt.

Maar de Spiegeljournalist schiet vooral met scherp op de betutteling door de Duitse voetbalbond die elke middag in de ‘witte tent’ in Gdansk een nietszeggende persconferentie geeft. Dat is een linguïstisch interessante aangelegenheid, aldus Kurbjuweit, die spreekt over een inflatie van het woordje ‘zeer’, het Duitse ‘sehr’, dat bij elke gelegenheid wordt verdubbeld: de woordvoerders van de Duitse ploeg hebben het over de ‘zeer, zeer goede kwaliteiten’ van de Duitse ploeg; ze zijn ‘zeer, zeer tevreden’ met hun prestaties; enkele spelers zijn ‘zeer, zeer goed in vorm’ en vooral de conditie van Podolski is ‘zeer, zeer goed’. Dat alles wordt bekrachtigd door de mening van trainer Joachim Löw die de sfeer in de ploeg ‘zeer, zeer positief’ vindt.

Verder noteert de Spiegelreporter een encyclopedie van de banaalste litanieën in het Duitse team: ‘De tegenstander speelde in dezelfde condities’; ‘De tweede overwinning was enorm belangrijk voor het zelfvertrouwen’ en ‘Het wordt niet simpel’.
Dat de sportjournalisten in het stof kruipen om die banaliteiten te horen te krijgen ergert Kurbjuweit mateloos. Hij heeft het over ‘onderzoeksjournalistiek op de knieën’. Bijvoorbeeld: een Duitse journalist garneert een vraag aan de bondstrainer onnodig met het slijmcommentaar: ‘Dat was een belangrijke overwinning tegen Nederland, een topprestatie van de Mannschaft, ziet u nog mogelijkheden om die prestatie in het spel tegen Denemarken te overtreffen?’ Allemaal maskerade en vals leven, aldus ‘Der Spiegel’, die klaagt dat de Duitse voetbalbond het hele gebeuren wil manipuleren en zelfs dicteren.

Maar soms moet op het taalgebruik van de oppassers opgepast worden. Zo liet een van de assisterende trainers van de Duitse ‘Mannschaft’ zich ontvallen dat de Duitsers in het spel tegen Portugal bij elke aanval van Ronaldo hun ‘Stahlhelm’ opzetten. De Duitse voetbalbond was er als de kippen bij om de ongelukkige uitspraak af te zwakken en te beklemtonen dat het zeker niet de bedoeling was om de Polen in eigen land te confronteren met een metafoor die aan de ‘Wehrmacht’ herinnert.

Voor interessante commentaren op het voetbal moet men kennelijk niet bij de beroepscommentators, maar bij de leken zijn, dus bij iemand als de schrijver Péter Esterházy, die over zijn eigen voetbalervaring zegt: ‘Je kunt alleen goed zijn, als iedereen goed is. Het is een contradictie om te zeggen: ik was goed, maar de ploeg was slecht.’ In een paar zinnen verklaart Esterházy ook de linguïstische onmacht van de gefrustreerde supporters op het veld: ‘In “Reis naar het einde van het strafshopgebied” (AP, 2007) heb ik proberen te beschrijven hoe het is als je geen woorden voor je gevoelens hebt. Wat betekent grof taalgebruik? Het bedekt pijn of angst en dan wordt simpelweg “fuck you” gezegd.’

Beschaafder drukt de Spiegeljournalist zich uit, die klaagt dat de woordvoerders van de Duitse voetbalbond er bij de reporters altijd op aandringen dat de sponsoren worden genoemd en dat Lena Gercke, de verloofde van topspeler Sami Khedira, niet meer wordt gefotografeerd omdat de andere, minder mooie en veronachtzaamde vrouwen van de Duitse spelers jaloers aan het worden zijn, en dat is slecht voor de moraal. Kurbjuweit: ‘Er bestaat een werkelijkheid achter de mooie tovenarij van het voetbal en die is vaak tamelijk klein.’ Ook een omslachtige manier om ‘fuck you’ te zeggen.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content