Dorian van der Brempt over lancering citybooks-project

Het Vlaams-Nederlandse Huis deBuren geeft op 25 en 26 september te Oostende het officiële startschot van het nieuwe citybooks-project.

Dit multimediaal en internationaal residentieproject met een eigen multimediale website moet het succes van de populaire Radioboeken overtreffen. Van der Brempt en zijn team zijn ambitieus. De citybooks zijn verhalen waarin de stad een belangrijke rol speelt, een eigenzinnige reisgids, opgetrokken uit persoonlijke getuigenissen van schrijvers, fotografen en videokunstenaars. Zij zullen gedurende twee weken een minder bekende Europese stad verkennen. ‘Het resultaat wordt een portret dat verleidt om de stad te bezoeken,’ aldus Van der Brempt.

De Radioboeken verzoenden de orale vertelkunst nog met de iPod-hype. Met de citybooks moet de literaire ode aan een stad een plaats opeisen in het veranderende leeslandschap. Ze zullen daarom op de website, het brandpunt van het project, gratis verkrijgbaar zijn als papieren boek, als e-book en als podcast voorgelezen door de auteurs. ‘Wij willen aan de verschillende vormen van lezen tegemoet komen. Het papieren boek zal wellicht nooit helemaal verdwijnen, maar papierloos lezen neemt wel sterk toe.’

Hoe sterk zullen de technologische veranderingen de leescultuur beïnvloeden?

Dorian van der Brempt: Dat zal best meevallen. Auteurs en lezers zullen elkaar steeds blijven vinden. Het contact tussen beiden kan op verschillende manieren tot stand komen, maar wordt wel bepaald door de technische mogelijkheden. Wij willen de charme van een zeer oud gebruik als het vertellen combineren met het comfort van nieuwe technologie als de iPod. De stem van de auteur die zijn eigen verhaal voorleest, is daarbij een toegevoegde waarde. Uit het succes van de Radioboeken blijkt trouwens dat het een geslaagde formule is: de teller staat voor de Nederlandstalige versies vandaag op meer dan 1,4 miljoen exemplaren.

Met citybooks gooien jullie niet alleen het genre van het reisverhaal open, het is ook een multimediaal project. Waarom hebben jullie ervoor gekozen om ook videokunst en fotografie aan bod te laten komen? Van der Brempt: We leven in een visuele tijd. Daarom kozen we naast vijf auteurs die telkens tussen twee steden zullen reizen, ook voor een fotograaf en een videokunstenaar. Zij uiten hun indruk van een stad in respectievelijk 24 foto’s en 24 filmpjes van één minuut die worden toegevoegd aan City One Minutes, een project van The One Minute Foundation, een van de partners in dit project. We wilden niet nog andere beeldende kunsten betrekken om het geheel overzichtelijk te houden. Uiteindelijk moet het een soort alternatieve Wikipediapagina van een stad worden, met persoonlijke verhalen.

Net als de foto’s en de filmpjes zitten de citybooks in een strak pak. De auteurs krijgen inhoudelijke vrijheid, maar ze worden wel gevraagd zich aan een afgebakende vorm te houden. Van der Brempt: We hebben een duidelijke format voor ogen. Een citybook kan een verhaal, essay of gedicht zijn, maar telt wel telkens zo’n 4000 woorden. Voorgelezen vraagt het een halfuur luistertijd. Dat is ideaal om te lezen of te beluisteren tijdens een treinrit van Brussel naar Gent of van Brussel naar Antwerpen. Voor de Radioboeken hanteerden we dezelfde format en daar werd bijvoorbeeld vaak naar geluisterd in de file. We zijn hoe langer hoe ongeduldiger, onze behoefte moet onmiddellijk bevredigd worden en daar komt deze vertelvorm voor een deel aan tegemoet.

Op welke basis werden de auteurs geselecteerd? Van der Brempt: Het kunnen grote namen of minder bekende auteurs zijn. Het hoeven zelfs geen auteurs in strikte zin te zijn. Voor de Radioboeken vroegen we ook mensen die nog nooit proza hadden gepubliceerd. Actrice en regisseur Hilde Van Mieghem zei achteraf dat ze door de Radioboeken pas echt is beginnen te schrijven. De selectie van auteurs is een persoonlijke, gevoelsmatige en gevarieerde keuze van deBuren. Waar we wel bewust op gelet hebben, is dat we een mooie mix krijgen van plaatselijke auteurs en buitenstaanders die twee weken in de stad resideren. Ze zullen allemaal in hun eigen taal schrijven en voorlezen. Daarnaast worden de citybooks ook vertaald naar het Nederlands, het Frans, het Engels en de taal die wordt gesproken in de stad waarover geschreven wordt. We noemen die de hoffelijkheidstaal.

Citybooks getuigt van een grote fascinatie voor de stad. Van der Brempt: Inderdaad. Het belang van steden neemt immers alsmaar toe. Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid wonen meer mensen in dan buiten de steden. Daarnaast krijg je in de stad een uitvergroting te zien van alles wat menselijk is, goed en slecht. De stad is een symbool voor onveiligheid en dreiging, maar is ook het zinnebeeld van uitdagingen en dromen. Steden zullen zich in de toekomst steeds duidelijker gaan profileren en mekaar zelfs beconcurreren als bijvoorbeeld de meest groene stad of de meest vernieuwende stad. De stad is een fenomeen dat constant blijft boeien en dat onuitputtelijk is qua verbeelding en emoties. De meeste liefdesverhalen spelen zich dan ook in de stad af.

Dat geldt bij uitstek voor de grote wereldsteden. Toch kiezen jullie voor kleinere, minder bekende steden? Van der Brempt: We willen natuurlijk niet de platgetreden paden bewandelen. Andy Warhol, zelf afkomstig van Pittsburgh, stelde dat er twee soorten steden zijn: belangrijke steden en interessante steden. Belangrijke steden zijn New York, Parijs, Berlijn en Londen. Wij kiezen echter voor interessante steden, steden die niet elke dag in de krant staan. Dus niet Berlijn maar Potsdam, niet Amsterdam of Rotterdam maar Utrecht. En in het geval van België kiezen we niet voor Brussel, Antwerpen of Gent, maar voor Oostende, de eerste stad die aan bod komt en waar we het project ook lanceren.

Jullie willen een impuls geven aan de Verenigde Steden van Europa. Is het de bedoeling een blijvend cultureel netwerk tussen die steden aan te leggen? Van der Brempt: Ik geloof niet dat de Verenigde Staten van Europa ooit een feit zullen zijn. Maar ik geloof wel dat er naast de bijna folkloristische jumelages en de economische banden tussen steden zoals Antwerpen en Shanghai ook een culturele verbroedering moet mogelijk zijn tussen de Europese steden. Cultuur is nu al de voornaamste reden om een stad te bezoeken. Als cultuur de kans krijgt om zich in de Europese steden autonoom te ontwikkelen, dan is reizen door Europa de manier om al die authentieke verschillen op te snuiven en om de Europese identiteit, gekenmerkt door die verscheidenheid, te ontdekken. De citybooks moeten tot zo’n bezoek verleiden, niet noodzakelijk letterlijk. Ze moeten je ook in staat stellen om in je hoofd te reizen.

Jeroen Bert

Op zaterdag 25 en zondag 26 september 2010 lanceert deBuren het residentieproject citybooks in Vrijstaat O. in Oostende.

Op zaterdag om 20 u. ontvangt Judith van der Wel, de laureate van de essaywedstrijd Beste Multatuli …, haar prijs en leest Bernard Dewulf Fragmenten uit Oostende voor, zijn citybook over Oostende.

Op zondag van 11 u. tot 13.30 lezen Jeroen Olyslaegers, Christiaan Weijts en Peter Holvoet-Hanssen eveneens uit hun citybooks voor en praten ze met Anna Luyten. Er wordt afgesloten met een aperitief en pistolets.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content