De wonderlijke componist Hanns Eisler: 50 jaar na zijn dood

Vijftig jaar geleden, op 6 september 1962, overleed de Oostenrijkse componist Hanns Eisler. Hij was een van de engste medewerkers van Bertolt Brecht en vertoonde de nationale hymne van de DDR.

Zo opent ‘Auferstanden aus Ruinen’, (Opgestaan uit ruïnen), het door Johannes R. Becher geschreven volkslied van de DDR:
‘Auferstanden aus Ruinen Und der Zukunft zugewandt, Lass uns dir zum Guten dienen, Deutschland, einig Vaterland.’

De DDR was nog geen jaar oud toen Becher, de latere DDR-minister van Cultuur (1954-1958), de componist Hanns Eisler eind oktober 1949 in Warschau voorstelde om zijn volkslied te vertonen. Ze reisden samen naar Zelazowa Wola en een paar uur later speelde Eisler al de eerste versie van de melodie in het geboortehuis van Frédéric Chopin.

Twee jaar na Eislers dood verscheen in het tijdschrift ‘Sinn und Form’ een autobiografische tekst waarin de componist die gedenkwaardige dagen memoreerde: ‘Ik had intussen een melodie gevonden en op de oude vleugel van Chopin speelde ik ze hem [Becher] voor. Hij was erg verbaasd dat het zo snel ging en zei: “Dat moeten we in Berlijn nog bespreken”.’ Op 6 november 1949 hechtte de ministerraad van de DDR zijn goedkeuring aan tekst en compositie. Een dag later werd ‘Auferstanden aus Ruinen’ in de communistische partijkrant ‘Neues Deutschland’ officieel als nationale hymne van de DDR uitgeroepen.

De tekst van het lied werd na de bouw van de Muur (1961) en zeker na de opname van de DDR in de VN door de Oost-Duitse machthebbers als pijnlijk ervaren omdat in de eerste strofe al sprake was van ‘Deutschland einig Vaterland’. Toen een Oost-Duitse politicus de West-Duitse kanselier Willy Brandt begin jaren zeventig wilde beleren dat er wel degelijk twee Duitslanden waren, verwees Brandt naar die passage in de Oost-Duitse hymne. Daarna werd het nationale volkslied van de DDR alleen nog instrumentaal uitgevoerd. De tekst verdween.

Hanns Eisler werd in 1898 in Wenen geboren en hoewel zijn naam vooral met Duitsland verbonden is, bleef hij zijn hele leven Oostenrijks staatsburger. Hij behoorde tot de begaafdste leerlingen van Arnold Schönberg, maar Eisler ervoer zijn leermeester als wereldvreemd. Voor Eisler hoorden muziek en politiek samen. Eisler: ‘Toen ik ontdekte dat de politiek zich zo voor muziek interesseert, begon ik me als musicus voor de politiek te interesseren. Ik heb het gewoon omgedraaid.’

In de jaren twintig vestigde Eisler zich in Berlijn, waar hij kennis maakte met de toen zeer vitale arbeiderscultuur. Om zelf een ruim publiek te bereiken, vereenvoudigde hij zijn muzikale taal en maakte hij gebruik van jazzritmes, arbeidersliederen en agitpropelementen die hij met de vormwereld van Schönbergs school verbond. Uit deze combinatie ontstond een nieuwe toon, heel vitaal, fris, intelligent. Iedereen keek er van op.

Tijdens de nazi-heerschappij verbleef Eisler in Amerika, waar hij de muziek schreef bij Fritz Langs ‘Hangmen also Die’ (1943), een film over de geslaagde aanslag op het nazi-kopstuk Reinhard Heydrich in Praag (1942). Bertolt Brecht had het filmscript geleverd.

Na de oorlog werd Hanns Eisler in de VS beschuldigd van on-Amerikaanse activiteiten. Die beschuldiging werd ook geuit door zijn zuster Elfriede (pseudoniem Ruth Fischer), die een gedaanteverwisseling van staliniste tot rabiate anticommuniste had ondergaan nadat ze in 1936 in Moskou als trotskiste bij verstek ter dood was veroordeeld. In de Verenigde Staten getuigde Elfriede tegen haar communistische broer Gerhart, een communistische journalist die tot drie jaar cel veroordeeld werd voor hij op borg vrijkwam. Door de getuigenis van zijn zuster moest Hanns Amerika verlaten. Hij vestigde zich in de DDR, maar kon het met de nieuwe machthebbers nooit echt goed vinden.

Hanns Eisler componeerde ook de muziek bij Alain Resnais’ film ‘Nuit et brouillard’ (1955, met een poëtische tekst van de Franse schrijver Jean Cayrol die door Paul Celan in het Duits werd vertaald). Hij stierf in 1962, zes jaar na de dood van zijn vriend Bertolt Brecht, wiens overlijden hij maar moeilijk kon verwerken. Hanns Eisler ligt in de buurt van Brecht begraven op het Dorotheenstadt-begraafplaats in de Chausseestrasse in Berlijn.

Piet de Moor

Een voortreffelijke muzikale analyse van Eislers werk vind je in het pas verschenen essay van Friederike Wissmann, ‘Hanns Eisler, Komponist, Weltbürger, Revolutionär’, uitgeverij C. Bertelmann, München, 304 p., 19,99 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content