De Shoah in België

Duitse wetenschappelijke werken over de deportatie van Joden in West- en Zuid-Europa zijn eerder zeldzaam. ‘Die Shoah in Belgien’ van Insa Meinen vult een leemte.

Insa Meinen, ‘Die Shoah in Belgien’, Wissenschaftliche Buchgesellschaft, Darmstadt, 254 blz., 59,90 euro. ISBN 978-3-534 -22158-5.

Het aandeel van de Belgische politie aan de deportatie van Joden uit België naar de vernietigingskampen tijdens de Tweede Wereldoorlog was minder groot dan tot nu toe werd aangenomen. Tot deze conclusie komt de Duitse onderzoekster Insa Meinen (universiteit Oldenburg) in haar studie ‘Die Shoah in Belgien’. Het is de eerste belangrijke studie die in Duitsland over de deportatie van de Joden in België verschijnt.

Waarschijnlijk werd het thema in Duitsland wetenschappelijk veronachtzaamd omdat het aantal uit België naar Auschwitz gedeporteerde Joden schijnbaar niet erg groot was. Ongeveer 25.000 mensen – de helft van de geregistreerde Joden in België – werden (vanuit Mechelen) naar het vernietigingskamp gedeporteerd. Voor een groot deel, zowat 80 procent, ging het om Joden die al voor de oorlog uit Polen, Duitsland en Oostenrijk naar België waren geïmmigreerd. Onder hen waren bekende namen zoals de schilder Felix Nussbaum en de schrijver Jean Améry.

Hoe en met wiens hulp de plaatsvervangers van Heydrich, Eichmann en Himmler de Belgische Joden onder hun controle brachten is een van de rode draden van de studie. Insa Meinen besteedt ook ruim aandacht aan de manier waarop de Joden in België zich voor hun achtervolgers in veiligheid probeerden te brengen en arrestatie en deportatie trachtten te voorkomen. Ze behandelt ook de spanning die bestond tussen het Duitse militaire bestuur van generaal Alexander von Falkenhausen in ons land en de organisatoren van de Shoah in België.

Het aandeel van de Belgische politie in de razzia’s is volgens de auteur minder groot dan tot dusver werd aangenomen, al wijst ze ook op het verschil in aanpak tussen Antwerpen en Brussel. Heel actief waren de DSK, de Devisenschutzkommando’s die deel uitmaakten van het financiële bestuur van de bezetter, de Duitse douane en het grenspolitieregiment ‘Clüver’ dat tot de Gestapo behoorde. Deze commando’s, die uit waren op goud, deviezen en sieraden, pakten heel wat Joden op die naar Frankrijk of Nederland probeerden te vluchten.

Steeds meer Joden doken onder. Dat had tot gevolg dat de Duitse bezetter almaar minder zijn toevlucht nam tot razzia’s. Hij schakelde over op individuele vervolging, maar die was heel tijdrovend en arbeidsintensief, zodat de Jodentransporten naar Auschwitz minder vlot verliepen dan de Duitsers zich hadden voorgesteld. Bovendien groeide overal de weerstand tegen de deportaties, wat tot gevolg had dat van de 60.000 in België geregistreerde Joden meer dan de helft kon overleven.

Meinen belicht ook de rol van de Luikse advocaat Max-Albert Van den Berg, die op initiatief van de Luikse bisschop en als hoofd van de katholieke vakantiekolonie een netwerk opbouwde om Joden valse passen te bezorgen en die ten minste Joodse 257 kinderen redde. Van den Berg werd zelf opgepakt en gedeporteerd. Hij kwam om in het concentratiekamp van Neuengamme.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content