De favoriete boeken over Vlaanderen van Willem Bongers-Dek: ‘Voor wie wil begrijpen wat “ienen van ongs” betekent’

© Marianne Hommersom
Ewald Pironet

Tegenwoordig lijkt alles te draaien rond ‘identiteit’: wie zijn we, waar komen we vandaan, en waarvoor staan we? Knack ging op zoek naar boeken die de Vlaamse ziel vatten, als zoiets al bestaat, en vroeg bekende lettervreters naar hun essentiële boeken over Vlaanderen. Vandaag: Willem Bongers-Dek, adjunct-directeur Vlaams-Nederlands Huis deBuren.

Conscience als belgicist en vroege Vlaamse beweger

Hoewel het voor de hand ligt om De leeuw van Vlaanderen te kiezen, leerde De kerels van Vlaanderen me meer over de ontstaansmythe van Vlaanderen en de boodschap die ‘de man die zijn volk leerde lezen’ erin vervlocht. Vlamingen zijn bij hem kerels die rechtstreeks afstammen van pre-Christelijke noorderlingen. Zij schikken zich naar de Belgische vaderstaat maar alleen als moeder Vlaanderen in ere wordt gehouden. Een goed Belgisch huwelijk is mogelijk maar schendt de vader de moeder dan komen de zonen in opstand.

Buelens en zowat alle Vlaamse poëzie

Van Ostaijen tot heden vat in 1.302 (!) pagina’s op een drafje de gehele moderne Vlaamse poëziegeschiedenis samen. De eerste driehonderd pagina’s bieden een beeld van de grootste Vlaamse dichter ooit, in samenhang met de cultureel-maatschappelijke context waarin hij schreef. De andere duizend pagina’s nemen de lezer mee op ontdekkingstocht door de Vlaamse poëzie, misschien wel de beste bron van culturele kennis.

Elsschot

De stadse Vlaming die kaart op café en zijn zoon zo graag een chique betrekking zou bezorgen (Een Ontgoocheling), de Vlaming in zijn dorp die koppig strijdt tegen het geloof maar zich zo buiten de gemeenschap plaatst (De Verlossing) of de Vlaming die zelf verder wil komen in het leven maar op ideologische (Lijmen/Het Been) of emotionele (Kaas) grenzen stoot: Elsschot biedt het allemaal en laat ons ook nog eens intiem kennismaken met het gezinsleven (alle vorige titels maar zeker Tsjip/De Leeuwentemmer) en het uitgebreide familiebestaan (Het Tankschip, Pensioen).

Claus

Hoe kun je Vlaanderen begrijpen zonder iets mee te krijgen van Het verdriet van België? Voor een complexe analyse van de Vlaamse Beweging kun je bij De verwondering terecht en al van zijn debuut De Metsiers krijg je veel mee van de dorpse sfeer die de Vlaamse stedelijke verneveling kenmerkt maar alleen in Het verdriet kun je ten volle de historische pijn navoelen van het Vlaams-nationalisme dat zich vanaf de Eerste Wereldoorlog ten volle politiek manifesteert en in de Tweede Wereldoorlog haar gezicht verbrandt.

Klauwen

In Het klauwen van de leeuw interpreteert Marc Reynebeau de Vlaamse Beweging als een nationalistisch fenomeen en doet dat op historisch onderbouwde en prikkelende wijze. Volgens de flap volgt het de ‘Vlaamse identiteit van de 12e tot de 21e eeuw’ maar het toont vooral de beren op de weg als je al te diep wil graven naar een historische essentie, op zoek naar een ‘volk’.

Multicultureel Vlaanderen

Je leert mensen kennen door te zien hoe ze met andere mensen omgaan. Non-fictieboeken als Een leeuw in een kooi over ‘de grenzen van het multiculturele Vlaanderen’ en Congo van David Van Reybrouck zijn dan onmisbaar. In fictie denk ik dan aan Het Dwaallicht van Elsschot, de eerste en misschien wel enige Vlaamse roman waarin een atheïst met latente heimwee naar het christendom ernstig in gesprek gaat met moslims over de aard van het goddelijke. En Elvis Peeters’ De ontelbaren, een akelig geloofwaardige dystopie over de omgang van een Vlaams provinciestadje met de komst van vluchtelingen. Annelies Verbeke stelde met Dertig dagen scherp op racisme in (West-)Vlaanderen, Fikry El Azzouzi laat ons meekijken door de ogen van ‘drerrie’ in de Vlaamse nacht, Tom Naegels schreef met Los een roman over spanningen in Antwerpen die ik iedereen laat lezen die naar de Koekenstad verhuist. Rachida Lamrabets romans én haar Zwijg, allochtoon zeggen veel over leven in Vlaanderen als je de vraag ‘vanwaarzijdegijecht?’ regelmatig voorgeschoteld krijgt.

Brussel

Kun je Vlaanderen begrijpen als je niets van Brussel weet? En omgekeerd: is de complexiteit van Brussel te vatten zonder te weten dat dit ook de hoofdstad van Vlaanderen is? Geert Van Istendael is hier leerzaam, niet alleen zijn boeken maar ook zijn gedicht ‘Breekwerf’. Ook Koen Peeters zocht zijn inspiratie voor zijn Grote Europese Roman of Duizend Heuvels in de hoofdstad, met Kamiel Vanhole wandelde hij bovendien Bellevue, Schoonzicht, of De nieuwe kunst van het wandelen bijeen, een van de interessantste boeken over Brussel. Recent denk ik aan Jeroen Theunissen met Jouw huid, een verkenning van veelzijdig Brussel vandaag.

27 Kleine Vlaamse Mythologieën

Van ‘vanwaarzijdegij?’ tot ‘zonevreemd’ en van karrenwielen tot verkavelingen: Kleine Vlaamse Mythologieën doet een grootse poging om Vlaanderen in korte lemma’s en spitse observaties te vangen. Jan Baetens, Karel Vanhaesebrouck en Brecht Van Maele schreven en fotografeerden een minimeesterwerkje bijeen, absolute aanrader voor wie wil begrijpen wat het juist betekent als iemand er ‘ienen van ongs’ is.

Blikken vanbinnen en vanbuiten via citybooks

Het streven naar zelfkennis is mooi en nobel maar als je nooit in een spiegel kijkt, zul je nooit weten hoe je haar écht zit. Het internationale residentieproject citybooks van deBuren hield Vlaanderen in zes steden via de teksten van telkens vijf auteurs zo’n literaire spiegel voor: stadsportretten, geschreven door eigen inwoners en door tijdelijke inwijkelingen. Oostende, Turnhout, Gent, Genk en Hasselt, Ieper, Antwerpen en binnenkort ook Brugge. Wil je het Antwerpen van vandaag echt leren kennen dan is het gedicht van Ghayath Almadoun over De hoofdstad ‘die zich voedt met bloeddiamanten’ onmisbaar. Als Nederlandse luxemigrant herkende ik veel in Tot het verschil over sterrenstelsels gaat van Rebekka de Wit. Een kleine greep uit mijn favoriete verhalen: de droogkomische Annelies Verbeke over haar Woonplaats Gent, de verbaasde Sloveense schrijver Aleteger voor wie Hasselt alleen vertrouwd aanvoelt omdat men er ook ’s ochtends bier drinkt en Walter van den Broeck die zich na decennia nog immer Migrant in Turnhout voelt. Tot slot nog eentje dan, weer uit Turnhout: de vlijmscherpe Maxim Februari kastijdt en zalft de Kempenaars, zelfverklaarde bewoners van ‘de sloppenwijk van België’ op briljante wijze in zijn Ondergrondse fuifzaal. Alles te lezen en te beluisteren op www.citybooks.eu.

Partner Content