De eenzaamheid van de schrijvende student

Vermoedelijk is het aan onze hogescholen en universiteiten niet anders. Maar uit onderzoek in Duitsland blijkt dat heel wat studenten schrijfproblemen hebben. Om ze te verhelpen worden steeds meer schrijfcentra opgericht.

Schrijven is moeilijker dan je denkt, aldus professor Gisbert Keseling, professor emeritus linguïstiek (Marburg) en auteur van ‘Die Einsamkeit des Schreibers’ of ‘De eenzaamheid van de schrijver’.Het is een boek, zo de ondertitel, over schrijfblokkades en over de methoden om ze te overwinnen. Het boek is niet nieuw, het is niet of toch niet in de eerste plaats geschreven voor mensen met literaire ambities, maar voor studenten met schrijfproblemen. Maar Keselings boek krijgt almaar meer aandacht omdat het aantal studenten dat problemen heeft met schrijven blijkbaar toeneemt. Of is het een probleem dat al die tijd niet of onvoldoende werd waargenomen?

Dat heel wat professoren het beneden hun waardigheid achten om met hun studenten over hun schrijfproblemen te praten is niet van aard om de kwestie te verhelpen. Nochtans is het niet bevreemdend dat studenten met schrijfproblemen kampen. Uit onderzoek blijkt immers dat het gemiddeld zowat vijftien jaar duurt voor iemand die de middelbare school verlaat en verder studeert echt schrijfcompetentie verwerft. Er zijn bovendien heel wat professoren die zelf schrijfproblemen hebben.

Behalve de toedracht dat een pak studenten die een eindwerk maken, last hebben met het afbakenen van hun onderwerp, worstelen ook velen met de kunst van het formuleren zelf. Daar zijn diverse redenen voor. Een ervan is dat studenten die een onderwerp voor hun bachelor- of masterwerk verkennen zich geïntimideerd voelen door de confrontatie met zo veel experts die elkaar met citaten om de oren slaan. De studenten voelen zich ontmoedigd. Ze dachten dat ze studenten waren, en plots moeten ze wetenschapper spelen, maar dat zijn ze niet.

Een belangrijk schrijfobstakel is verder dat het de studenten vaak aan een goede ‘innerlijke geadresseerde’ ontbreekt, iemand met andere woorden voor wie ze in gedachten schrijven. Als die innerlijke geadresseerde (doorgaans de prof) de reputatie heeft een heel strenge criticus te zijn, kan dat voor de student verlammend werken. Andere studenten blijken alleen te kunnen schrijven als hun mentor in de buurt is, of als ze in groep kunnen werken. Soms volstaat het dat een student iemand leert kennen die zich werkelijk voor zijn onderwerp interesseert om zich al schrijvend weer op zijn gemak te gaan voelen. Studenten die zich daar niet comfortabel bij voelen hebben de neiging hun schrijfwerk uit te stellen, met alle kwalijke gevolgen van dien.

Om de schrijfproblemen te verhelpen, worden aan sommige Duitse universiteiten (in de Europa-universiteit Viadrina in Frankfurt an der Oder bijvoorbeeld) schrijfcentra opgericht. Daar wordt de studenten het schrijven bijgebracht als voorbereiding op het eindwerk. Dat gebeurt soms aan de hand van eenvoudige tips. Een student legt bijvoorbeeld in een mail aan een vriend uit wat hij met een bepaald thema wil bereiken en hoe hij zich de structuur van zijn eindwerk voorstelt. Dat schept meer klaarheid dan alleen maar in je hoofd dingen construeren. Wie geblokkeerd is, kan proberen dagelijks een bladzijde over een totaal ander onderwerp te schrijven om zo een schrijfritme voor zijn eigenlijke thema te vinden. Verder is het voor de student van belang uit te vissen wanneer en in welke omgeving hij het best werkt (thuis, in de bibliotheek, bij een vriend). Een goede schrijfmethode is ook het bijhouden van een schrijfdagboek, zodat een student zijn voorgenomen plan kan vergelijken met wat hij er werkelijk van terecht brengt. Interessant: het schrijven van eenvoudige recensies wordt aanbevolen als een van de beste manieren om studenten doeltreffend te leren formuleren.

Zelfs drastisch luieren wordt in een noodgeval als stimulans aangeprezen. Wie twee dagen zonder mobieltje, zonder tv of radio en zonder boeken in bed blijft liggen gaat zich vermoedelijk zo nutteloos voelen, dat hij blij is op te staan om weer aan de slag te kunnen gaan. Maar of je daarvan beter gaat schrijven?

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content