Review | Boeken

De aanwijsstok van meester Rudy (Soetewey)

© Kramat

Lukas De Vos was onder de indruk van de plot van ‘2017’ van Diamanten Kogel-winnaar Rudy Soetewey maar vindt de zedepreek in het tweede deel van deze thriller er ietsje teveel aan.

De toekomst van gisteren. Dat sterk gekruid thema beheerst 2017, de vijfde thriller van Knack Hercule Poirotprijswinnaar 2011, Rudy Soetewey. Hij heeft voor deze politieke parabel net de Diamanten Kogel 2013 gekregen. Maar welke toekomst ? Die van de onmiddellijke omgeving, en dat laat een voorspelbare zedenprekerige wrevel na.

Communautair conflict

De plot is nochtans sterk. De verwijdering tussen de twee deelstaten van België escaleert, de gewapende strijd ligt in het verschiet. Over en weer worden politiek geïnspireerde aanslagen gepleegd door ‘De Vlaamsche Goedendag’, en ‘Le Coq Solidaire’. De publieke opinie wordt opgehitst. De afkeergevoelens tussen Vlamingen en Franstaligen nemen hand over hand toe, de verrechtsing aan beide kanten stevent af op een burgeroorlog. Geplet tussen beide aanhankelijkheden tracht Michel Lepaire zich overeind te houden. Zoon van een Waalse militair en een Vlaamse moeder, ontslagen omdat hij mistoestanden bij de politie in het openbaar bracht, en vader van een dochter-journaliste die hem na zijn scheiding niet meer wil kennen, en bovendien getrouwd is met een voorman van de Vlaamsnationalistische eenheidspartij VEP.

Maar is de rivaliteit tussen Vlamingen en Walen wel zo eenkennig ? Of tracht een derde hond munt te slaan uit de aangewakkerde haat ? Welke rol speelt Michels vader, officieel dement en opgenomen in een tehuis waaruit hij “ontsnapt” ? Is die man slachtoffer of moordenaar, werkte hij voor de geheime dienst of wordt hij door duistere krachten gezelfmoord ? Voor Michel die aan lager wal is geraakt, sluit de fuik zich snel. Hij zal hemel en aarde moeten bewegen om zich los te wurmen uit een omvattend Europees complot, dat ten koste gaat van zijn veiligheid en die van zijn dochter, en dat hem ontstellende onthullingen brengt over zijn eigen verleden.

Aanslag op Bosuil

De opdrachtgevers van moordende aanslagen blijven uiteraard in het duister op de achtergrond samenzweren en de maatschappij ontwrichten. Zij maken daarbij handig gebruik van ontwortelde en onverzoenlijke losgeslagenen uit de Europese burgeroorlogen, die, godbetert, de Bosuil op het oog hebben om hun wraak te koelen. Daar houdt de VEP – uiteraard op 11 juli – zijn feestdag. Vraag is wie nog te vertrouwen valt in het kluwen van politiediensten die elkaar de duvel aandoen, van partijen waar men elkaars bloed kan drinken, van kaders in openbare diensten die uitgekocht of medeplichtig zijn. Enig populisme is niet ver weg.

Op zich is 2017 een dystopie, die de concurrentie aan wil gaan met soortgelijke sombere data-thrillers, van George Orwells 1984 tot Anthony Burgess’ 1985 of 1983 van David Peace. Het grote nadeel van dit soort waarschuwingsparabels is dat ze zichzelf sneller dan verwacht voorbijsteken. Tot het midden van het boek bouwt Soetewey een intrigerende spanningsboog op, die Michel van schlemiel laat uitgroeien tot steeds koppiger pain in the ass van het establishment en zijn ordediensten. Daarna glijdt Soetewey uit.

Globalisering en misdaad

Soetewey verweeft handig de trauma’s van oorlogsslachtoffers met wraakgevoelens en pure misdaadgedrevenheid. De toegenomen kans om vrij rond te reizen en te verhandelen, de hoogtechnologische wapenproduktie, de schaalvergroting op (Europees) politiek vlak, ze lokken steeds meer dubieuze groepen uit Oost-Europa aan. Zij infiltreren politiek en handel. Verrotting tast het hele systeem aan, veiligheidsdiensten, overheid, drukkingsgroepen. “Globalisering is nergens beter uitgewerkt dan door de georganiseerde misdaad” (blz. 369). Globalisering versterkt meer dan wat dan ook de ‘slachtofferisering’ van elk individu. Zelfs misdadiger en ordehandhaver kunnen zich niet afwenden van de Spiegel van Dorian Gray die hun wordt voorgehouden. Niemand ontsnapt aan schuld, niemand ontsnapt aan gewetensnood, niemand ontsnapt aan gedeeltelijke verantwoordelijkheid. De boodschap van Soetewey is duidelijk die van Orwell. Hoe omvattender de macht, hoe anoniemer ze wordt. Hoe anoniemer, hoe moeilijker ze tegen te gaan. Hoe onvatbaarder, hoe hopelozer de samenleving ervoor staat.

Teveel moralisering

Het tweede deel van 2017 laat door moralisering de sterkte van de opgebouwde spanning schiften. De terreurgroep die de tegenstellingen aanvuurt is eerder antagonistisch samengesteld, en identificeert nogal simplistisch de Belgische toestanden met een ruimer Europees model. Er zijn nog van die sprongen die in een te nabije toekomst zijn gesteld: de uitzetting uit je huis, de kracht van kamerabewaking, de mediatisering van nieuwsvernauwing. Tendenzen, zeer zeker. Maar nogal vergalopperend in zo’n kort tijdsbestek, en wellicht vooral ondergraven door een snerende ondertoon en door een ongepaste lichtvoetigheid in zijdelingse opmerkingen.

Dat gaat ten koste van de personage-uittekening en van de waarschijnlijkheid. Zo is inspecteur Solleyl een flets, tweedimensioneel figuur wiens halsstarrige houding, zo blijkt achteraf, door onstelpbaar verdriet én wraak is ingegeven. Maar zijn gemoedsomwisseling gaat zo snel, dat het even naar adem happen is. Dat moet ook Anouk doen. Wat dat meisje allemaal overkomt, geketend in kelders, gevierd op het scherm, verfoeid door haar vader, gedwongen tot fellatio (van ferm besnedenen mag ik dan nog denken), afgedreigd totterdood, en getrouwd met een politikus die even nuchter als overgeëxciteerd reageert om haar leven te redden, die spagaat rekt zich wel te ver uit om behapbaar te blijven. De snelle localisering van het folterhuis vooronderstelt bovendien een meer dan ordinaire willing suspension of disbelief.

Teveel filippica

Soetewey heeft iets teveel op de vork willen nemen, al ontkracht dat de centrale these van zijn sombere utopie niet. Maar zijn stilistische vork is te breed verwijd, en dat geeft wakke plekken in het anders strakgespannen kanvas van een ingenieus complot. Misschien hadden iets minder nadrukkelijkheid (Michel ontwaakt uit zijn kunstmatige koma op 21 juli, jawel, die feestdag; de overstap van “u” naar “jij” is al te symbolisch doorgetrokken) en iets minder breedvoerigheid het verhaal pregnanter en overtuigender kunnen maken. Nu heb ik het gevoel dat Soetewey zich door eigen verontwaardiging teveel heeft laten meeslepen in een bijna zelotisch aandoende filippica tegen de gevaren van het ultranationalisme, en de scheiding der volkeren. Dat is zijn goed recht, maar subtiel is het niet gebracht, en anderzijds is het niet doorgedreven tot echte burleske.

Daardoor blijft 2017 wat tussen de touwen van de genres hangen, en lijkt de schrijver meer op een bokser die even moet bekomen, dan op een gedreven kamper. Argeloos getrapt in het lokkend moeras van politieke correktheid (dat een bekroning overigens nog meer zuigkracht verleent). Het zwakst vind ik eigenlijk het bijna noodwendige happy end. Orwell had het fatsoen in het cynisme van de wanhoop te vervallen. Hier is weinig meer te lezen dan een toegeving aan de burgerlijke verwachtingen, wellicht om het geserveerde bittere drankje te verdoezelen.

Overschatting

En dat is jammer, want zowel de dialogen, als de getrimd gehouden vertelstijl scheppen hogere verwachtingen dan die Soetewey inlost. Soetewey heeft zichzelf een beetje overschat, het vingertje van de onderwijzer is met teveel ijver de hoogte ingegaan. Aan schrijfstijl heeft hij niet ingeboet, integendeel, maar de even gebonden als strak aangespannen verhaalsdiscipline van Moord of Getuigen evenaart hij niet. Het is moeilijk het haren kleed van de boeteprofeet aan te trekken, als je gewend bent tempeldienaar te zijn. De koster wou dominee zijn. Het is de geloofwaardigheid het woord niet ten goede gekomen. Helaas, want 2017 is best lezenswaard. Maar de eigen Vlaamse wei heeft haar eigen welig struweel en haar eigen hinderlijke molshopen. Alleen: daar hoeft geen aanwijsstok bij.

Rudy Soetewey, ‘2017’, Westerlo, Kramat 2013, 405 blz.

Lukas De Vos

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content