Naar aanleiding van zijn 70e verjaardag maakte citatensprokkelaar Gerd de Ley een best of uit zijn ongeveer 370 aforismenboeken: (spiritueel) amusement verzekerd.
Gerd de Ley is nu al een halve eeuw bezig met het verzamelen van citaten rond de meest diverse thema’s. Voor zijn 70e verjaardag maakte hij ‘Als ik groot ben, wil ik een kleine jongen zijn’, een selectie van zijn meest spraakmakende oneliners. De Ley ordende ze op auteursnaam: van Bertus Aafjes tot Frank Zappa. Ideale bedlectuur zijn deze aforismen met hun mengeling van ernst en humor. Maar je kan er natuurlijk ook een gelegenheidsspeech mee opfleuren. Opvallend trouwens hoe vaak letterlijke of figuurlijke tegenstellingen de motor zijn van menig aforisme.
1. Als ik je één goede raad mag geven: Luistert nooit naar goede raad.(Gerd de Ley)
2.We zijn hier om goed te doen voor de anderen.Waarom de anderen hier zijn, weet ik niet. (W.H.Auden)
3. Geld is als mest: het is alleen goed als het wordt verspreid. (Francis Bacon)
4. Geluk is verdriet dat even uitrust. (Brigitte Bardot)
5. De tijd is een groot leermeester, zegt men. Alleen jammer dat hij zijn leerlingen vermoordt. (Hector Berlioz)
6. Hoe kleiner de woordenschat, hoe groter de omzet. (Maximilian Böhm)
7. Armoede is geen schande, maar is vaak wel vermoeiend om aan te zien. (Remco Campert)
8. Om slim genoeg te zijn om zoveel geld bij elkaar te krijgen, moet je dom genoeg zijn om het te willen. (Winston Churchill)
9. Een vrouw kan maar best met een archeoloog getrouwd zijn. Hoe ouder ze wordt, hoe meer hij zich voor haar gaat interesseren. (Agatha Christie)
10. Het huwelijk is een prachtige uitvinding, maar dat is een hersteldoos voor de fiets toch ook? (Billy Connolly)
11.Lang niet alle billen vormen een derrière. (Bernard Dewulf)
12. Compromis: de kunst om een taart zo te verdelen dat iedereen denkt dat hij het grootste stuk heeft. (Ludwig Erhard)
13. Hoe groter het bureau, hoe kleiner de man die erachter zit. (Anna Ford)
14. Lelijkheid is superieur aan schoonheid omdat het blijft duren. (Serge Gainsbourg)
15. Alleen de middelmatigen zijn altijd in topvorm. (Jean Giraudoux)
16. Ken uzelf … en zwijg erover! (H.F.H.Henrichs)
17. Toon me een gezond iemand en ik zal hem voor je genezen. (Carl Gustav Jung)
18. Als je de vijftig voorbij bent en je wordt ’s ochtends wakker zonder één pijntje, dan betekent dat dat je dood bent. (Randy Newman)
19. We liggen allemaal in de goot, maar sommigen onder ons kijken naar de sterren. (Oscar Wilde)
20. Rock-journalistiek: mensen die niet kunnen schrijven interviewen mensen die niet kunnen spreken voor mensen die niet kunnen lezen. (Frank Zappa)
Gerd de Ley, ‘Als ik groot ben, wil ik een kleine jongen zijn. De allerbeste citaten’, Uitgeverij Marmer, 293 blz., 10 euro
Frank Hellemans
