Creative writing op de Chicago Police Academy

De politie van Chicago stimuleert z’n agenten om hun ervaringen in een boek te verwerken.

In de gebouwen van de Chicago Police Academy, waar doorgaans de basisvaardigheden van het politievak aan groentjes wordt aangeleerd, zitten sinds kort ook 25 oude rotten terug op de schoolbanken. Dat meldt The New York Times, die er de lessen mocht bijwonen.

Ze volgen er een schrijfcursus. Niet om de kwaliteit van de taal in hun pv’s op te poetsen – al is dat daar, net als bij ons, wellicht geen overbodige zaak – wel om achter hun uren hun verbeelding gestroomlijnd de vrije loop te laten.

Is het voor hen dan afgelopen met pv’s schrijven? Worden ze via hun literaire werk het uithangbord van de Chicago Police Department? Een pr-vehikel?

Niet echt. De cursus is er een op vrijwillige basis, na de werkuren, en heeft geen directe band met de politiepraktijk. Hij wordt enkel aangeboden om agenten, voor wie het niet makkelijk is hun werk en de belevenissen van de dag achter zich te laten, “te stimuleren om ook hun passies naast het alledaagse politiewerk te verwezenlijken.” Dat vertelde de verantwoordelijke politieofficier, luitenant Maureen Biggane, aan The New York Times.

Niet alle kandidaten voelen de drang om hun spectaculaire belevenissen, hun traumatische ervaringen aan het papier toe te vertrouwen. Er zijn er die graag een kinderboek wilen schrijven. Al is het de meerderheid natuurlijk wel te doen om een populair non-fictieboek waarin ze hun ervaringen uit de doeken doen, of een biografie van een bekende gangster. En vooral de goed onderbouwde, doorleefde en hopelijk ook bestsellende misdaadroman is het hoogste goed.

Uitgevers moeten naar politieagenten luisteren

Een goede zaak, dat schrijfvirus bij agenten, want er is nood aan. Volgens agent Martin Preib, auteur van de verhalenbundel ‘The Wagon and Other Tales From the City’ en een van de 25 studenten creative writing, is het “hoog tijd dat de uitgeverswereld luistert naar de politie. Er is een rijkdom aan verhalen onder agenten, maar uitgevers zijn erg politiek correct en arrogant. Ze luisteren meestal niet als wij wat te vertellen hebben en geven de voorkeur aan clichés over de politie.”

Inspecteur Cynthia Schumann, een collega met 26 jaar dienst, trad hem bij: “Mensen kunnen niet geloven wat wij zien. Je kan dat niet verzinnen. Wat wij elke dag meemaken is soms dolkomisch, maar net zo goed is het tragisch of maakt het je kapot.” En dus vertellen sommige agenten het liever zelf dan het over te laten aan professionele auteurs die niet dezelfde praktijkervaring bezitten.

Maar dan moeten ze natuurlijk wel eerst het metier van die auteurs aanleren en vooral de zelfcensuur en de schrik voor het imago van het politiekorps uitbannen. Misdaadauteur Charlie Newton, die de dames en heren samen met non-fictieauteur Jonathan Eig de knepen van het vak moet bijbrengen, gaf hen daaromtrent gespierd advies.

“Ga heikele thema’s als ras, seks en de oorlog tegen drugs niet uit de weg. Daarover moet je praten. Als je ervoor terugdeinst, dan verspil je hier je tijd. Ik kan je wel vertellen hoe je aan een misdaadroman moet beginnen, maar ik kan je niet doorheen het vuur loodsen waar je voor staat.”

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content