Claus-zonen vertellen hún kant van het verhaal

Vandaag in het boekenjournaal: Thomas en Arthur Claus over hun immer afwezige vader en beeldend kunstenaar Ruth Loos over de gelaagdheid van het boek.

Thomas en Arthur Claus komen op verhaal

In de weekendeditie van De Standaard krijgen Thomas Claus, zoon uit Claus’ eerste huwelijk met Elly Overzier, en Arthur Kristel, zoon uit Claus’ tweede huwelijk met Sylvia Kristel, alle ruimte om hun grieven tegen de publicatie van ‘De wolken’, een selectie uit papa Claus’ archief, in het juiste perspectief te plaatsen. Vanwaar hun juridische hetze tegen de publicatie ervan en tegen Veerle De Wit, Claus’ derde echtenote?

Het afhandelen van de erfeniskwestie speelt een primordiale rol.Toen Claus drie jaar geleden euthanasie pleegde, kregen beide zonen bij de notaris te horen dat er niets te rapen viel. Op de bankrekening van papa waren er enkele kruimels maar ook schulden en de weduwe Claus-De Wit mocht zelf eigenhandig beschikken over de rechten op het werk én de nalatenschap van Hugo Claus. De meester had voor zijn overlijden een document in die zin laten opstellen.

Dat hun vader nauwelijks geld, en zelfs schulden, naliet aan de zonen was tot daar aan toe, aldus Thomas en Arthur Claus. Maar dat de weduwe hen buiten de deur hield, was de spreekwoordelijke druppel. Terwijl zij met haar entourage oesters etend en champagne slurpend de schrijver vaarwel zei, moesten zij het doen met een diepvriespizza ten huize De Wit. Dat ze ook nog eens werden ‘vergeten’ bij de uitnodigingen voor de begrafenis van papa, bevestigde alleen maar hun vermoeden dat stiefmoeder De Wit hen liever kwijt dan rijk was. Nadat Claus zelf bij leven en welzijn de eigen kroost over het hoofd had gezien, doet de officiële weduwe vervolgens ook alsof zij lucht zijn. Adding insult to injury heet zoiets.

Wie dus tussen de regels van dit dubbelgesprek leest, merkt dat beide zonen met hun afwezige vader eigenlijk nog altijd niet in het reine gekomen zijn. Toen Claus senior Thomas en Arthur bij hem in de buurt had, keek hij er nauwelijks of niet naar om. Ook in ‘De wolken’ staat er een briefpassage van moeder Germaine Claus die haar zoon Hugo sommeert om zich meer met zijn zoon Thomas bezig te houden (zie onderaan in kaderstukje). Dat die afwezige vader na zijn zelfgekozen dood al even afwezig zou blijven, is in zekere zin logisch maar valt blijkbaar moeilijk te verkroppen voor de zonen Claus. Kortom, de manier waarop de zonen zich keer op keer te kort gedaan voelen door de vader lijkt wel stof voor een antiek psychodrama waar Claus zelf zo van hield.

Schrijfster Agota Kristof overleden

De Hongaars schrijfster Agota Kristof is 27 juli op 75 – jarige leeftijd overleden in Zwitserland. Ze werd vooral bekend door haar Franstalige debuut ‘Het dikke schrift’ (1986) dat initieel als alleenstaand boek bedoeld was, maar uitgroeide tot de bekende tweelingentrilogie door de vervolgverhalen ‘Het bewijs’ (1988) en ‘De derde leugen’ (1991).

Agota Kristof werd geboren op 30 oktober 1935 en groeide op in het Hongaarse dorp Käszeg, vlakbij de Oostenrijkse grens. Om aan het Russische geweld tegen de Hongaarse opstand te ontsnappen, vlucht ze in 1956 met haar man en dochtertje naar Neuchâtel in Zwitserland.

De gedichten die ze tijdens haar jeugd en de eerste jaren van haar verblijf in Zwitserland schreef in haar moedertaal, blijven nagenoeg onopgemerkt. Vanaf 1978 pent ze 23 boeken in het Frans neer waarvan er slechts negen worden gepubliceerd. Haar doorbraak komt er pas als ze al over de vijftig jaar is. ‘Het dikke schrift’ is een roman over een tweeling die ouderloos opgroeit op het Hongaarse platteland en zich staande tracht te houden in een wereld gedomineerd door de gevolgen van oorlog.

Haar oeuvre is van meet af aan sterk autobiografisch geïnspireerd en handelt over de eenzaamheid, verdriet, liefdeloosheid, oorlog, geweld en de gevolgen van overmatig alcoholgebruik.
In 2005, niet lang na het verschijnen van haar autobiografie ‘De analfabete’, stopt ze definitief met schrijven.

Agota Kristof ontving gedurende haar carrière verschillende prijzen waaronder de Gottfried-Keller-Preiss in 2001 voor haar hele oeuvre en de Hongaarse staatsprijs, de Prix Kossuth, in 2011.

Zie ook: De Papieren Man; The Independent

Over de eenheid en veelheid van het boek

Vanaf 6 augustus tot en met 11 september 2011 laat beeldend kunstenaar Ruth Loos zien dat een boek meer is dan alleen vorm en inhoud. De expositie ‘Over de eenheid en veelheid van het boek’ in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in Antwerpen toont drie installaties die elk een bepaalde dimensie van het boek belichten.

Voor de installatie ‘Oem al-kitaab’ of ‘Moeder van het boek’ inspireerde Loos zich op de Koran als boek. Het grote, roodgouden ‘Boekentapijt met vluchtlijnen’ werkt de idee van het boek als eenheid en veelheid verder uit. Het toont dat ene boek dat tussen vele andere staat. De derde installatie is een animatie die toont hoe de ogen bewegen bij het lezen van Stéphane Mallarmé’s gedicht ‘Un coup de dés jamais n’abolira le hasard’.

De tentoonstelling ligt in het verlengde van het doctoraatsonderzoek ‘Dimensies van het boek’ waarin Ruth Loos op zoek gaat naar wat een boek is of kan zijn op basis van hedendaagse filosofen en schrijvers zoals Karl Popper en Jorges Louis Borges.

‘Over de eenheid en veelheid van het boek’ is te bezichtigen van 13 tot 17u in de Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience en dit van 6 augustus t.e.m. 11 september. Voor meer informatie: www.ruthloos.be en www.consciencebibliotheek.be

FH en IP

‘U zijt er te weinig bij’

Uit een brief van mama Claus aan haar zoon dd 4 september 1972:

‘Ik begrijp heel goed dat u eens een vrij leven wil leiden zonder opdringerigheid maar vrij is men nooit: iedereen in het leven heeft verantwoordelijkheden tegenover de omgeving, de nieuwe liefde, de oude liefde, en vooral het kind dat uw nazaat is, Thomas. (…) Onderschat uw zoontje niet, ge kunt er moeilijk over oordelen, u zijt er te weinig bij. Hij is zeer kinderachtig wat spelen en fantasie betreft, maar zeer gevoelig als het om zijn moeder of vader gaat, geloof mij Hugo, hij zucht naar zijn vader, hij waardeert u zeer. Is het kinderliefde of ijdelheid, dat zijn vader zo beroemd is? Hugo, doe wat optimistischer, lach en fluit, al is het met tegenzin. Dit zal uw omgeving en moeder en Elly ook plezier doen.’ (‘De wolken’, pp. 130-131)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content