Chabons handboek voor losers

In zijn nieuwe essaybundel ‘Handboek Man’ ontbloot de Amerikaanse sterauteur Michael Chabon de falende man en vader in zichzelf.

Michael Chabon, Handboek Man (oorspronkelijke titel: Manhood for Amateurs), Uitgeverij Anthos, vertaald door Rob van der Veer, 336 blz., € 19.95, ISBN: 978-90-414-1565-3

Het is vreemd dat een van de jonge sterren van de Amerikaanse literatuur zichzelf gemeend een loser noemt. En dan nog in een mannenblad. Michael Chabon schreef tot voor kort maandelijks een verhalend essay voor Details Magazine over zijn beslommeringen als zoon, vader, echtgenoot, minnaar en succesvol schrijver met een gezin. Die essays werden gebundeld in ‘Manhood for Amateurs: The Pleasures and Regrets of a Husband, Father, and Son’, en zijn nu ook vertaald als ‘Handboek Man’.

Chabon heeft een goede reden om zichzelf een loser te noemen. Volgens hem zijn wij, mannen en vaders in het bijzonder, namelijk allemaal losers. Wie ouder is dan tien beseft immers dat het falen om de hoek loert, en dat succes daar weinig aan verandert. In het geval van Chabon betekent dit dat hij elke dag het gevoel heeft tekort te schieten, ook als schrijver. Hoeveel positieve recensies hij ook krijgt, het is die ene mindere die blijft plakken.

De sterkte van ‘Handboek Man’ is dat Chabon zeer herkenbare situaties grappig en verrassend weet weer te geven in de rijke stijl waarvoor hij met ‘The Amazing Adventures of Kavalier & Klay’ in 2001 de Pulitzer Prize won. Dat mannen in huis klussen met een schijn van deskundigheid en het nodige gevloek, wisten we al uit eigen ervaring. Van Chabon horen we waarom vaders zich die rol aanmeten, en dat dit haantjesgedrag met de nodige twijfels gepaard gaat. Maar bovenal maakt hij van een banale gebeurtenis zoals het ophangen van een kapstok een ironisch-episch evenement dat verraadt dat hij zichzelf voor ogen had toen hij de antihelden uit zijn fictiewerk leven inblies.

Het scherpst is Chabon in zijn essays over de bedreiging van de verbeeldingskracht van kinderen. De grote schuldige is Lego: Legoblokken zijn vandaag verkrijgbaar in talrijke kleuren, schakeringen en vormen, en worden geleverd met een complex bouwplan erbij. Dit in tegenstelling tot de kubistische blokjes en de abstracte ‘ventjes’ van weleer. En dus wordt zo, volgens Chabon, de scheppingsvrijheid van kinderen aan banden gelegd. Net zoals onze maatschappij, waarin alles voor hen wordt uitgestippeld en waarin ze irrationeel tegen de boze buitenwereld worden afgeschermd, een grote invloed moet hebben op hun creativiteit: ‘Als kinderen niet meer zelf de wereld mogen ontdekken, wat zal er dan uiteindelijk terechtkomen van de wereld van avontuur, van verhalen, van literatuur?’ Eigenzinnige analyses, absoluut, maar het vroeger-was-het-beter-toontje klinkt net iets te vaak en te schel.

Dat minpunt weegt echter niet op tegen de herkenbaarheid, de eloquente, humoristische stijl of de verbluffende woordenschat waarmee het banale wordt benoemd. En het is de eerlijkheid waarmee Chabon de deur naar zijn herinneringen openstelt, die van deze bundel essays een caleidoscopische autobiografie maakt die raakt en die ook óns banale leven een tikkeltje poëtischer maakt.

Jeroen Bert

Partner Content